(STUUR MIJ EEN DM VOOR KORTING!)
Erg duidelijke en uitgebreide samenvatting van Investeringsselectie (VEMBEC21) Bevat alle door de docent opgegeven literatuur, sheets en alle aantekeningen uit de les 27 pagina's met informatie !!
Bevat onder andere:Terugverdienperiode, Gemiddeld boekhoudkundig r...
Hi! Van waar deze slechte beoordeling? Ik hoor het graag
Door: btkluytmans • 1 jaar geleden
Door: sophiavern • 1 jaar geleden
Dank je wel :)
Door: brittharinga62 • 1 jaar geleden
Door: sophiavern • 1 jaar geleden
Bedankt, Britt!
Door: steyndeboer • 2 jaar geleden
Door: sophiavern • 2 jaar geleden
Bedankt!
Verkoper
Volgen
sophiavern
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
College 1
Investeringsmotieven
● Vervangingsinvestering
Er verandert niets aan de productiecapaciteit. Je vervangt hierbij een machine
waarvan de economische levensduur voorbij is
● Uitbreidingsinvesteringen (= breedte investering)
Hiermee vergroot je de productiecapaciteit, bijvoorbeeld door een extra machine te
kopen
● Kostenbesparende investeringen (= diepte investering)
Productiecapaciteit wordt aangepast, waarbij je de kostprijs omlaag wilt krijgen. Een
nieuwe machine waarmee je evenveel producten maakt, maar waarmee het wel
goedkoper wordt. Of minder loonkosten, minder mensen= personeel vervangen door
machine
● Investeringen in onderzoek
Chemiemarkt, ontwikkelingen gaan erg snel dus blijven investeren in onderzoek. Dit
doe je pas als er meer geld beschikbaar is, hiermee investeer je in de toekomst
(Eerste vier om rendement te halen)
● Investeringen in milieubescherming en veiligheid
Beschermen van het milieu en de veiligheid van het personeel; noodzakelijk of
belangrijk
Kasstromen
Bij een investering vinden een aantal kasstromen plaats die uiteindelijk moeten leiden tot
een rendabel project. Altijd naar de kasstroom kijken, wat krijg je netto binnen op je
bankrekening van investering; het liefst zo snel mogelijk binnen.
● Initiële investering
● Jaarlijkse cashflows gedurende economische levensduur project
● Eventuele restwaarde
De jaarlijkse kasstroom kan op indirecte wijze als volgt berekend worden:
Vrije kasstroom= winst na belasting + afschrijvingen - investeringen + desinvesteringen
Verschil tussen winst en kasstroom: afschrijvingen (waardevermindering)
Het zijn kosten, want je bent de waarden kwijt, maar het zijn geen uitgaven. Bij winst mag
het er worden afgehaald.
Gemaakt door Sophia Vernooij - Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, 1. Terugverdienperiode
De periode tussen het moment van de investering en het tijdstip waarop dit bedrag via de
cashflows is terugverdiend. Cumulatieve kasstroom: jaren/ getallen bij elkaar optellen
Cashflow - afschrijvingen= winst
Voorbeeld: een onderneming kan in een project investeren voor
€1.000.000. Men verwacht de komende jaren de volgende cashflows te
genereren, zie figuur. De restwaarde is € 100.000 (zit in jaar 5).
Na 1 jaar is € 625.000 terugverdiend. Dit betekent dat in jaar 2 nog €
375.000 terugverdiend moet worden. De terugverdienperiode is 1 +
(375.000/500.000) = 1,75 jaar. Oftewel de investering is na 1 jaar en 9
maanden terugverdiend.
Ander rekenvoorbeeld (andere opdr) deel jaar 4: 3+ (200.000- 180.000)/ 60.000= 3,333
Voordelen= eenvoudige berekening & makkelijk te begrijpen
Nadelen= geen rekening gehouden met factor tijd & zegt niets over winstgevendheid
● Nadeel= twee projecten, terugverdientijd kan langer zijn bij een van de projecten
● Houdt geen rekening met tijdsvoorkeur (geld liefst zo snel mogelijk binnen)
Kan gebruikt worden als vanwege risico langlopende projecten gemeden moeten worden.
2. Gemiddeld boekhoudkundig rendement
Bij deze berekening wordt als enige wel naar de winst gekeken
De gemiddelde jaarlijkse winst van een investeringsproject, uitgedrukt in een percentage van
het gemiddeld geïnvesteerd vermogen:
● Jaarlijkse winst (1 t/m 4)= kasstroom - afschrijving
● Winst laatste jaar (jaar 5)= kasstroom - afschrijving- restwaarde
Gemiddeld rendement =
Gemiddeld rendement= totale winst/ aantal jaren x 100%
investering + restwaarde/ 2
GBR= totale winst/ eco levensduur)/ (investering + restwaarde)/2) * 100%
Waarbij
● TW: totale van de winsten
● I: Investering
● N= economische levensduur
● RW= Restwaarde (Restwaarde= geen winst)
Voorbeeld
Investering: € 1.000.000
Restwaarde: € 100.000 (zit in jaar 5)
Afschrijving: (€ 1.000.000 - € 100.000)/5 = € 180.000
Gemaakt door Sophia Vernooij - Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Gemiddeld boekhoudkundig rendement= jaarwinst/ gemiddeld vermogen
Voordeel van boekhoudkundig tov terugverdientijd= houdt rekening met alle kasstromen
Voordelen: relatief eenvoudige berekening, makkelijk te begrijpen en geeft indicatie
winstgevendheid
Nadeel: geen rekening gehouden met factor tijd
Basisbegrippen financieel rekenen
● Contante waarde ( C)= waarde van een grootheid aan het begin van de looptijd
● Eindwaarde (E): idem aan het einde van de looptijd
● Interest (I): vergoeding voor het lenen van kapitaal. Wordt aan het einde van de
looptijd uitgekeerd = I = E – C, wordt (ten onrechte!) ook wel rente genoemd
● Interestpercentage (p): afgerond op 4 decimalen
● Looptijd (n)
1 + i heet de groeifactor
Beginwaarde= Eindwaarde=
Voorbeeld
Dhr. Pieterse zet op 1 januari 2009 € 1.000,- op een spaarrekening tegen 4% rente. Hoeveel
staat er op 1 januari 2017 op zijn spaarrekening?
➔ E = 1.000 x (1 + 0,04)^8 = € 1.368,57 (vb 100 x 1.05^3)
Dhr. Pieterse heeft 10 jaar geleden een bedrag op zijn spaarrekening gestort. De intrest
bedroeg de gehele looptijd 5%. Na 10 jaar staat er € 5.000 op zijn spaarrekening. Welk
bedrag heeft hij 10 jaar geleden gestort?
➔ C = 5.000/ (1 + 0,05)^10 = € 3.069,57 (vb 105/ 1.05^1)
3. Netto Contante Waarde
Iedere cashflow moet contant gemaakt worden naar het begin van de looptijd van de
investering, waarna de som van deze bedragen vergeleken kan worden met de initiële
investering. Bij de Netto Contante Waarde worden de netto-ontvangsten teruggerekend aan
de hand van de gemiddelde vermogenskosten.
● Terugrekenen van geld
● Om te kijken of je deze investering wilt doen of niet
● Terugrekenen met 8%. Als ik nu dit investeer €578.704 en ik krijg over 1 jaar
625.000, dan heb ik precies 1% rendement behaald. Anders behaal je het rendement
niet. (Hierin kun je aangeven wat je maximaal wil uitgeven)
Van deze netto-ontvangsten wordt vervolgens de investering afgetrokken.
Als deze Netto Contante Waarde groter of gelijk is aan 0 voldoet de investering aan de
minimale rendementseis.
Deze kun je berekenen met de GR, je zet de kasstromen in de STAT lijst, daarna NPV (..)
Gemaakt door Sophia Vernooij - Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sophiavern. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.