ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN 2:
TAALONTWIKKELINGSSTOORNISSE
N
HOOFDSTUK 0 – HERHALING
BASISKENNIS
1. RELATIE TAAL EN ANDERE ONTWIKKELINGSDOMEINEN
Basisvoorwaarden voor normale ontwikkeling: vlot verlopende
- Sensori-motorische ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
Problemen binnen taalontwikkeling?
Zal zich ook uiten op andere
domeinen, voorbeelden:
- Sociaal: sociaal isolement
- Emotioneel: laag zelfbeeld,
frustratie (kan gevoelens niet
uiten), gedragsproblemen
- Cognitief: kennis wordt verworven
via taal, kan leerstoornis
veroorzaken
- Motoriek: veters knopen, kind
moet stappenplan volgen
Grote link tss taalstoornis + DCD
2. COMPONENTEN V/D TAALONTWIKKELING
- Taalbegrip VS taalproductie
o Passieve VS actieve taal
o Receptieve VS expressieve taal
→ Begrip gaat productie vooraf
1
,- Vorm van taaluiting
o Fonologie
o Morfologie vervoegen + verbuigen van woorden
o Syntaxis vormen van correcte zinnen
- Betekenis en gebruik van taaluitingen
o Lexico-semantiek betekenis van woorden begrijpen + in juiste context gebruiken
o Pragmatiek taalregels te gebruiken bij sociale intenties (vb. beurtnemen,
uitingen afstemmen op voorkennis luisteraar, vaardigheid om
verhaal te vertellen)
- Nadenken over taal (metalinguïstisch bewustzijn)
o Zowel eigen taalgebruik als taalgebruik van anderen
3. AANGEBOREN TAALVERMOGEN VS TAALAANBOD
- Aangeboren taalvermogen = taalaanleg
o Bepaalt in welke mate + tempo een kind taal leert
o Kritische periode voor taal
- Taalaanbod: taal die kind vanaf zijn geboorte hoort
o Brede omgevingstaal
o Child directed speech
Motherese
Fatherese
4. OVERZICHT NORMALE TAALONTWIKKELING
1. Pragmatiek
2. Fonologie – klanken
3. Semantiek – woorden
2
, 4. Syntaxis – zinnen
5. …
Merk op: passieve fonologie start eerder op dan actieve, hoort al verschillen, vooraleer het zelf begint aan …
5. FASEN IN DE ONTWIKKELING
- Pre-verbale of voortalige fase (0 – 12m)
o Kind communiceert non-verbaal
o Huilen, brabbelen, schrijen, wijzen…
- Vroeg-talige fase (1j – 2,5j)
o 1-woord zinnetjes, 2-woord zinnetjes
- Differentiatiefase (2,5j tot 5j)
o Telegramstijl (3-woordzinnen die vnl bestaan uit inhoudswoorden (zelfstandige nmw, ww,
adjectieven))
o Enkelvoudige + samengestelde zinnen
- Voltooiingsfase (vanaf 5j)
o Afwerkingsfase
o Kind leert bv. moeilijkere meervouden, passieve structuren…
6. WHAT’S IN A NAME?
- SLI Specific Language Impairment
- VTO Vertraagde TaalOntwikkeling
- SDLD Specific Developmental Language Disorder
- STOS Specifieke TaalOntwikkelingsStoornis
- ESM Ernstige SpraakMoeilijkheden
- TOA TaalOntwikkelingsAchterstand
- OD Ontwikkelingsdysfagie
7. TAALONTWIKKELINGSSTOORNISSEN BINNEN DSM-V
- Taalontwikkelingsstoornissen behoren tot communicatiestoornissen, meer bepaald tot neurologische
ontwikkelingsstoornissen
- Persisterende moeilijkheden in het verwerven en gebruiken van taalsymbolen zowel in gesproken als
in geschreven vorm of in andere taalmodaliteiten, problemen blijven veelal bestaan tot in de
adolescentie/ volwassenheid, problemen op vlak van woordenschat, grammatica, narratieve en
conversatievaardigheden en/of andere pragmatische vaardigheden
- TOS kan als primaire of secundaire aandoening optreden
- Symptomen moeten v/d kindertijd aanwezig zijn
- Taalproblemen manifesteren zich in functionele beperkingen met name op vlak van communicatie,
schools presteren of bij uitoefening v/h beroep
3
, Taalontwikkelingsstoornissen
- Een STOS is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis van genetische oorsprong die gekenmerkt
wordt door een taalontwikkeling die beduidend achterblijft bij die van leeftijdsgenoten, met inbegrip
van de normale interindividuele variaties daarin, binnen de regionale en sociale variëteit van de taal
die het kind aan het verwerven is.
- STOS kan voorkomen in zowel het taalbegrip als de taalproductie en in alle taalaspecten (fonologie,
semantiek, morfo-syntaxis en pragmatiek) en modaliteiten van taalvaardigheid (gesproken taal,
geschreven taal en gebarentaal)
- Een STOS staat op zichzelf, er is geen éénduidige verklaring voor
8. PREVALENTIE TOS
- Prevalentie: 7%
- Jongens > meisjes (3/1)
o Prevalentie ADHD: 5%
o Prevalentie ASS: 1%
9. VTO VS GTO
- Vertraagde taalontwikkeling
o Kenmerken v/e vroegere periode ontwikkeling komen voor in latere periode
- Gestoorde taalontwikkeling
o Kenmerken komen voor die niet in bep fase v/h taalverwervingsproces thuishoren + die geen
samenhangend geheel vormen
4