• Isomeren
o Constitutioneel
o Stereoisomeer
§ Cis / trans
§ Asymmetrische centers
4.1 CIS-TRANS ISOMEREN IN ALKENEN EN RINGEN
• Pi- bindingen moet doorbroken worden om cis-trans omlegging te laten plaatsvinden
• Hoger dipoolmoment meer interacties en hoger kookpunt
o Enkel bij cis: trans heeft geen dipoolmoment
§ Dipoolmoment wordt opgegeven
4.2 ALLEDAAGSE OBJECTEN VERTONEN CHIRALITEIT OF ACHIRALITEIT
• Chiraal
o Spiegelbeeld is niet superponeerbaar
1
,Prof A. Van Aerschot 2017-2018 Bruice 7th edition
4.3 ASYMMETRISCH CENTRUM IS OORZAAK VAN CHIRALITEIT IN EEN MOLECULE
• Asymmetrisch centrum
o 4 verschillende substituenten
§ Zorgt voor chiraliteit
o 1 x wisselen: spiegelbeeld
o 2 x wisselen: oorspronkelijk product
4.4 ISOMEREN MET EEN ASYMMETRISCH CENTRUM
• Achirale producten
o Spiegelbeelden op elkaar
§ Superimposable
• Chirale producten
o Niet superponeerbare spiegelbeelden
§ Niet congruent
§ Enantiomeren
4.5 ASYMMETRISCH CENTRA EN STEREOCENTRA
• Stereocentrum (stereogeen centrum)
o Uitwisseling van 2 groepen => stereoisomeer
• Chirale hebben dus enkel symmetrie van de 1ste soort
• 1ste soort
o Draai- of rotatieassen Cn
§ C2 zelfde figuur na draaiing over 180°
§ C1 zelfde figuur na draaiing over 360°
∗ Altijd aanwezig
de
• 2 soort
o Draaispiegelassen Sn
§ Combinatie van Cn en S1 er loodrecht op
∗ 360° draaien en loodrecht spiegelen (intern sigma)
§ Combinatie van Cn en S2 er loodrecht op
∗ 180° draaien en loodrecht spiegelen (inversie i)
• Sigma-plane
o Chiraal of achiraal?
o Intern symmetrievlak
o 1 of meerdere = achiraal
o Geen = chiraal
2
,Prof A. Van Aerschot 2017-2018 Bruice 7th edition
4.6 HET TEKENEN VAN ENANTIOMEREN
• Enatiomeren zijn moleculen die elkaars spiegelbeeld zijn
o Maar niet met elkaar tot dekking gebracht kunnen worden
o Spiegelbeeld-isomeren
• Fischer projectie
o Horizontale en vertikalen lijnen
§ Langste C-keten horizontaal
§ Meest geoxideerde C bovenaan
4.7 NAAMGEVING BIJ ENANTIOMEREN
• R of S configuratie
o Wijzerzin R
o Tegenwijzerzin S
• Groepen of atomen rangschikken volgens:
o Atoomgetal
o Gelijk? Atoomgetal van de verder gebonden atomen
o Dubbele of driedubbele bindingen als meerdere enkelvoudige beschouwen
§ Schimatomen worden gevormd
§ Enkel 1 ervan heeft een massagetal
o Isotoop ordenen volgens massagetal
o Volgens cis > trans
§ Daarna volgens RR/SS > RS/SR
§ Dan R > S
• Laagste prioriteit 4 naar achter
o Zo niet? R of S bepalen en het antwoord is het tegengestelde
• Fischer configuratie
o Horizontaal: naar voor, verticaal: naar achter
4.8 EN 4.9 CHIRALE VERBINDINGEN ZIJN OPTISCH ACTIEF
• Veroorzaken draaiingen van gepolariseerd licht
• Met behulp van een polarimeter
# %
• 𝛼 " = : specifieke rotatie
&'
o 𝛼 : waargenomen rotatie
• Elke optisch actieve verbinding heeft een karakteristieke specifieke rotatie
3
,Prof A. Van Aerschot 2017-2018 Bruice 7th edition
4.10 ENANTIOMERE OVERMAAT
• Racemisch mengsel
o Gelijke hoeveelheden van beide: optisch inactief
• Overmaat
)**+,-./0-. 23-'454-6- +/7*74-
o Enantiomeric excess = 𝑥 100%
23-'4-54-6- +/7*74- 8*. 9-7 :;48-+- -.*.74/0--+
o Geeft aan hoeveel overmaat er in het mengsel is aan 1 enantiomeer
4.11 ISOMEREN MET MEER DAN 1 ASYMMETRISCH CENTRUM
• Maximaal 2n stereoisomeren bekomen
• Diastereomeren zijn stereoisomeren verschillend van enantiomeren
4.12 IDENTIFICATIE VAN ASYMMETRISCHE KOOLSTOFFEN IN CYCLISCHE
PRODUCTEN
• Zowel cis als trans hebben 2 enantiomeren
• Elk van de 4 stereoisomeren is een chiraal molecule
o Niet-superponeerbaar
o 4 verschillende isomeren
• De producten hebben een intern symmetrievlak (sigma-plane)
o Zijn daardoor achiraal
4.13 MESO VERBINDINGEN
• Achirale moleculen
o MET asymmetrie centra
• Hebben 2 of meer asymmetrische centra en een intern symmetrievlak
o Zijn daardoor optisch inactief
• Verbinding met 2 asymmetrie centra, 4 dezelfde groepen aan beide centra
o 1 van zijn stereoisomeren = meso verbinding
• Zodra 1 conformeer een symmetrievlak heeft = product achiraal
4.14 NAAMGEVING VOOR ISOMEREN MET MEER DAN 1 ASYMMETRISCH CENTRUM
• 2 chirale koolstoffen apart bestuderen
o C 2 is S en C 3 is R = (2S, 3R)-…
4.15 RESOLUTIE VAN EEN RACEMISCH MENGSEL
4
,Prof A. Van Aerschot 2017-2018 Bruice 7th edition
4.16 ASYMMETRISCHE STIKSTOF, ZWAVEL EN FOSFOR ATOMEN
• Stikstof
o Snelle inversie van het vrij elektronenpaar verhindert de resolutie van amine
enantiomeren
o Enantiomeren van quaternaire ammonium ionen kunnen wel gescheiden worden
§ Geen vrij elektronenpaar aanwezig
• Zwavel en fosfor
o Lone pair inversie kan hier niet optreden
§ Enantiomeren kunnen gescheiden worden
4.17 HET TEKENEN VAN ENANTIOMEREN – ADDENDUM
• Fischer projecties
o Zijdelingse substituenten naar voor
o Boven en onder, naar achter gericht
o
4.18 FISCHER VS NEWMAN PROJECTIES VIA ZAAGBOK VOORSTELLINGEN
• Fischer projectie
o Oriëntatie van de substituenten?
o Nooit omklappen
o Oriëntaties respecteren
• 3D perspectief
o Zijaanzicht
o De (omgekeerde) zaagbokvoorstelling
• Recht op de centrale C-C binding kijken
o Newman projectie
• Vrije rotatie rond enkele enkelvoudige bindingen
o Realistische voorstelling
o Staggered en niet eclipsed
• Overgang Fischer naar Newman
o 180° draaien
o Aan de stuurwielen draaien
§ Draaien aan een C-C binding is mogelijk in beide voorstellingen
5
, Prof A. Van Aerschot 2017-2018 Bruice 7th edition
HS 6: REACTIES VAN ALKENEN (VERVOLG)
6.14 REGIOSELECTIVITEIT, STEREOSELECTIVITEIT EN STEREOSPECIFIEKE REACTIES
(P.271)
• Regioselectieve reactie
o Preferentiële vorming van één bepaald constitutioneel isomeer
• Stereoselectieve reactie
o Preferentiële vorming van één stereoisomeer
§ Enantioselectiviteit = selectieve vorming van één enantiomeer
§ Diastereoselectiviteit = selectieve vorming van een diastereomeer
• Stereospecifieke reactie
o Elk startproduct vormt een verschillend stereoisomeer eindproduct
o Alle stereospecifieke reacties zijn stereoselectief
o Niet alle stereoselectieve reacties zijn ook stereospecifiek
• Achirale reagentia => achiraal of racemisch product
• Sn1 RACEMISATIE
• Sn2 INVERSIE VAN DE CONFIGURATIE
6.15 STEREOCHEMIE BIJ ELEKTROFIELE ADDITIEREACTIES OP ALKENEN (P.272-283)
• = regioselectieve reactie zonder stereoselectiviteit
ADDITIEREACTIES WAARBIJ 1 ASYMMETRISCH CENTRUM GEVORMD WORDT
• Reagens geen asymmetrisch centrum
o Racemisch mengsel
o Niet stereoselectief
o De 2 transities hebben zelfde stabiliteit
• Reagens heeft een asymmetrisch centrum
o Product met 2de asymmetrisch centrum
o Vormt diastereoisomeren (ongelijke hoeveelheid)
ADDITIEREACTIES WAARBIJ 2 ASYMMETRISCHE CENTRA GEVORMD WORDEN
• Reagens geen asymmetrisch centrum
o Stereoisomeren hangen van mechanisme af
o 4 mogelijke stereoisomeren worden gevormd
§ Niet stereoselectief dus
6
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Farmastudent2022. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,79. Je zit daarna nergens aan vast.