Doelgroepen hoofdstukken - ASS (autimsespectrumstoornis), ADHD, Kinderen en jongeren met leerstoornissen, kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele stoornissen en eerste hulp bij omdenken (Methodieken)
Inhoud
Kinderen en jongeren met een autismespectrumstoornis
Definitie 3. Neurobiologisch
Classificatie en terminologie 4. Genotype
Autisme op vier niveaus 5. Omgeving
1. Fenotype Screening en diagnostistiek
2. Cognitie Opvoeding, onderwijs en hulpverlening
Voorbeelden van aanpak zorgbehoeften
Kinderen en jongeren met ADHD
Primaire kenmerken Biologische factoren
Aandachtsproblemen Omgevingsfactoren
Hyperactiviteit/impulsiviteit Persoonsgebonden factoren
3 types van ADHD Behandeling/aanpak
Secundaire kenmerken Persoonsfactoren
Oorzaken Omgevingsfactoren
Multifactorieel: samenspel tussen
Genetica en neurobiologische
factoren
Kinderen en jongeren met een leerstoornis
Leerstoornissen zijn specifieke problemen Oorzaken van leerstoornissen
Classificatie en definitie Genetische benadering
Comorbiditeit met andere stoornissen Neuro(psycho)logische
benadering
Behandeling – aanpak
Kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele problemen
Definitie Etiologie
Terminologie Behandeling
Classificatie Methodieken
Eerste hulp bij omdenken (EHBO)
Eigen gedrag aanpassen aan situatie - Humor
tegenagressie vermijden Straffen en belonen
Window of tolerance Regels en afspraken
Geweldloos verzet ACE’S
Life space crisis intervention (LSCI)
1
, Inleiding
Wat zijn de 4 vragen van “Van Os”? 1. Wat is er met je gebeurd?
2. Wat is je kwetsbaarheid en je weerbaarheid?
3. Waar wil je naar toe?
4. Wat heb je nodig?
Wat zegt de zelfdeterminatietheorie? De Cliënt heeft Behoefte aan:
Autonomie
Verbondenheid
Competentie
Kinderen en jongeren met een autismespectrumstoornis
Definitie
Wat is de Definitie van ASS? Autismespectrumstoornis is een neurobiologische
ontwikkelingsstoornis, die gekenmerkt wordt door
persistente problemen in sociale communicatie en
sociale interactie in combinatie met een beperkt,
repetitief patroon van gedragingen, interesses of
activiteiten.
Leg uit: neurobiologische ontwikkelingsstoornis Vanaf de vroege kindertijd, ontstaan problemen in de
ontwikkeling die het dagdagelijks leven belemmeren.
Hersenafwijking.
Leg uit: persistent Hardnekkig, de symptomen blijven, verdwijnen niet.
Waar zijn er problemen? In sociale communicatie en sociale interactie.
moeilijkheden met (non)verbale communicatie,
sociale interacties en relaties waarbij wederkerigheid
moeizaam verloopt.
Leg uit: een beperkt, repetitief patroon van Gedragspatronen die stereotiep en weinig gevarieerd
gedragingen, interesses of activiteiten zijn, die telkens herhaald worden, waar men vaak
hardnekkig/rigide aan vasthoudt. (Ze houden niet van
afwisseling)
Leg uit: spectrum Bestaat in verschillende verschijningsvormen, waar je
in meer of mindere mate last van kan hebben.
Symptomen kunnen sterk variëren. Sommige
personen kunnen zelfstandig functioneren, terwijl
anderen voortdurend toezicht nodig hebben.
Classificatie en terminologie
Hoe wordt ASS onderverdeeld? Op drie niveaus naargelang de ernst van de benodigde
ondersteuning.
2
, “Ondersteuning vereist”
Leg het eerste niveau uit De problemen zijn niet altijd zichtbaar.
Door ondersteuning zijn tekorten in sociale
communicatie minder zichtbaar
Leg het tweede niveau uit “Substantiële ondersteuning vereist”
De problemen zijn voor iedereen duidelijk.
Zonder ondersteuning komt betrokkene in nood.
Leg het derde niveau uit “Zeer substantiële ondersteuning vereist”
De problemen zijn voor iedereen overduidelijk.
Ernstige stoornissen in het functioneren. Zeer
beperkt aangaan van sociale interacties en minimale
respons op door anderen uitgelokt contact.
Autisme op 4 niveaus
Op welke vier niveaus kan autisme verklaard worden? Fenotype (gedragsmatig)
Cognitie (denken)
Neurobiologisch (hersenen)
Genotype (genen, genetisch)
Fenotype (gedragsmatig)
Wat zijn de primaire gedragskenmerken? 1. Persistente problemen in de sociale
communicatie en sociale interactie
2. Beperkte, repetitieve gedragingen, interesses
of activiteiten
Hoe worden de primaire gedragskenmerken nog Autisme-dyade
genoemd?
Leg het eerste Criterium concreet uit Er zijn tekorten op vlak van:
1. Sociale communicatie
2. Non-verbaal communicatief gedrag
3. Sociale interactie: ontwikkelen, onderhouden
en begrijpen van relaties
Leg de tekorten in sociale communicatie (1) uit: Het wederzijds contact is soms verstoord of
niet aanwezig.
Komt niet tot een vlot heen en weer lopende
sociale interactie.
Lijkt alsof personen met autisme niet
geïnteresseerd zijn in hun omgeving en dat uit
zich op diverse manieren.
3
, Op welke diverse manieren uit het ongeïnteresseerd Afzijdige type: Sluit zich af voor contact met
zijn in zijn omgeving bij iemand met ASS anderen
Passief type: staat open voor toenadering
maar maakt zelf geen contact
Actief maar bizar type: gaat spontaan in
contact maar op een naïeve, storende manier
en steeds vanuit zijn eigen beleving en
interesse
Hoogdravend: zijn overdreven beleefd en zeer
formeel in taalgebruik waardoor ze soms
verwaand overkomen
Leg uit: problemen in non-verbaal communicatief Niet correct ondersteund met lichaamstaal, gebaren
gedrag (2) en mimiek. Kan deze ook niet voldoende herkennen
en interpreteren van anderen.
Dit kan zich uiten door:
Hoe uit zich de afwijkende lichaamstaal? Abnormaal oogcontact
Abnormale lichaamstaal
Minder gebruik van gebaren
Totale afwezigheid van gezichtsuitdrukkingen
en non-verbale communicatie
Leg de problemen in sociale interactie (3) uit Het aangaan van relaties, deze in stand houden en
zich gepast gedragen in sociale situaties verlopen
moeilijk.
Moeilijk vrienden maken
Niet juiste gedrag stellen om vriendschap te
behouden
Gedrag moeilijk aanpassen aan verschillende
sociale omstandigheden
Moeite hebben deel te nemen aan
fantasiespel van anderen
Volledige afwezigheid van belangstelling in
leeftijdsgenoten
Leg het tweede Criterium concreet uit Aanwezigheid (nu of vroeger) van minstens twee van
de vier kenmerken:
1. Stereotiepe gedragingen
2. Hardnekkig vasthouden aan routines en vaste
patronen van gedrag
3. Beperkte interesses of fixaties, waarop men
abnormaal intens gefocust is
4. Hyper of hyporeactiviteit op zintuigelijke
prikkels. Of een ongewone interesse in
zintuigelijke aspecten van de omgeving.
Welke stereotiepe gedragingen (1) kan iemand met ASS Stereotiepe gedragingen en bewegingen
stellen? (fladderen met de handen, wiegen)
Op een stereotiepe manier omgaan met
voorwerpen (aanraken, tikken, rondraaien,
speelgoed ordenen zonder i.p.v. mee te
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper FredVers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,98. Je zit daarna nergens aan vast.