Aardrijkskunde
1 Aarde in de ruimte ( Pagina 18- 56 )
1.1 De verschillende hemellichamen in de ruimte kunnen omschrijven (een
ster, een planeet, een komeet, manen, meteoroïden).
1.1.1 Ons zonnestelsel (Pagina 22-29)
Een ster is een bolvormig hemellichaam bestaande uit lichtgevend plasma met daarin voornamelijk (ongeveer 72%
van de massa) waterstof en daarnaast ongeveer 26% helium.
Een planeet is een hemellichaam dat in een min of meer cirkelvormige baan rond een ster beweegt. In ons eigen
zonnestelsel zijn momenteel acht planeten bekend.
Een komeet is een hemellichaam dat bestaat uit gas, ijs en veel stof en dat niet al te groot is, vergeleken sterren en
planeten. Kometen bewegen in een ellipsvormige banen om een ster. Wanneer ze een ster te dicht naderen, zet het
ijs om in waterdamp.
Manen zijn natuurlijke objecten die om planeten heen draaien. Wetenschappers noemen ze meestal planetaire
satellieten.
- Nieuwe maan: Wanneer de nachtelijke hemel donker is en er geen maan te bespeuren valt.
- Eerste kwartier: Opnieuw belicht de zon de helft van de maan.
- Volle maan: De aarde staat nu tussen de maan en de zon.
- Laatste kwartier: Een halve verlichte taartvorm alleen is nu de andere zijde van de maan belicht.
- Wassende maan: De periode tussen nieuwe maan en volle maan.
- Krimpende maan: Voor de periode tussen volle maan en nieuwe maan.
Meteoroïden zijn dan weer brokstukken die geen vaste baan om de zon hebben en doelloos rondzweven, de
brokstukken zijn afkomstig van kometen of planetoïden.
1.2 De planeten uit ons zonnestelsel kunnen opnoemen in volgorde
vertrekkende van de zon.
1
, Aardrijkskunde
1.2.1 Planeten (Pagina 25-29)
- Mercurius ( de ideale verjaardagsplaneet)
Overdag stijgt de temperatuur daar tot ban de 300°C, er is geen atmosfeer, draait 58 aardse dagen om haar eiegen
as, ronde de zon draait ze ongeveer 88 dagen.
- Venus ( de snelkookpan)
Vernoemd naar een griekse godin van liefde, temperatuur is boven de 300°C, heeft een verpletterde luchtdruk meer
dan 100 keer groter dan die op het aarde, het wolkendek bestaat verder grotendeels uit koolstofdioxide.
- Mars ( de rode planeet)
Blote oog waarnemen, het meest bestudeerde object in ons zonnestelsel.
- Jupiter ( het zwaargewicht)
De kleurbanden bestaat door condensatie van verschillende gassen en water in de atmosfeer, 60 manen, heeft een
zeer groot ringenstelsel.
- Saturnus ( de geringde gasreus)
Het is een enorme bol van gas en vloeistof, de buitenste laag bestaat uit gas voornamelijk uit gas en hellium, een
omwentelling rond de zon is 26,46 aardse jaren, meer dan 60 manen , de grootste maan is Titan.
- Uranus ( de seizoenextremist)
Een jaar duurt daar ongeveer 84 aardse jaren, winter en zomer duren een decennia en een dag duurt daar ongeveer
even lang als een jaar, je kan hier niet spreken van een zuid en een noordpool.
- Neptunus ( de ijskelder)
Neptunus dankt haar blauwe kleur niet aan water zoals onze blauwe planeet maar aan de aanwezigheid van relatief
hoge concentratie methaan, 40 manen.
2