100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting economie havo 5 €10,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting economie havo 5

 5 keer bekeken  0 keer verkocht
  • Vak
  • Niveau

In deze samenvatting heb ik alle stof vanuit de les met voorbeelden uit het echte leven, gecombineerd met alle theorie uit het boek.

Voorbeeld 4 van de 33  pagina's

  • 13 maart 2023
  • 33
  • 2022/2023
  • Samenvatting
  • Middelbare school
  • 5
avatar-seller
Welvaart, het bbp
Het bruto binnenlands product (bbp) → is de totale toegevoegde waarde van alle in
een land geproduceerde goederen en diensten gedurende een bepaalde periode
(meestal een jaar). Het is een maatstaf voor de omvang van een economie.

Diensten van derden zijn diensten die niet door het eigen personeel zijn uitgevoerd,
maar door andere bedrijven (bijvoorbeeld juridisch advies of transport).

Productiefactoren → Produceren gebeurt met behulp van de inzet van vier
productiefactoren. Voor de inzet van de productiefactoren bij het produceren wordt
een vergoeding betaald. De beloning voor de inzet van de productiefactoren noemen
we de primaire inkomens.

Er zijn vier productiefactoren → arbeid, kapitaal, natuur en ondernemerschap.
Beloningen hiervoor zijn → rente, loon, huur, winst en pacht.

Kapitaal ↔ rente
arbeid ↔ loon
natuur ↔ pacht en huur
ondernemerschap ↔ winst

Toegevoegde waarde → Het verschil tussen de omzet en de totale kosten van
leveringen van derden noemen we de toegevoegde waarde.

Het geld dat met de productie van goederen en diensten wordt verdiend (de
toegevoegde waarde), wordt uitgekeerd in de vorm van primaire inkomens. De totale
productiewaarde of toegevoegde waarde is daarom precies gelijk aan de som van
de primaire inkomens.



Het bepalen van het bbp → 2 methodes, objectieve (goederen) methode en
subjectieve (mensen) methode.

Objectieve methode (min som) → Methode met objecten dus goederen. In deze
methode tel je de toegevoegde waarde op van bedrijven en de overheid.
Toegevoegde waarde van bedrijven en overheid → omzet - totale kosten van
leveringen van derden + elkaar

de toegevoegde waarde van bedrijven is gelijk aan het verschil tussen de omzet en
de totale kosten van leveringen van derden (bijvoorbeeld grondstoffen, halffabricaten
en diensten van derden)

,de toegevoegde waarde van de overheid wordt gelijkgesteld aan de som van de
ambtenarensalarissen (dit is een aanname omdat er geen markt- prijzen zijn voor
overheidsproducten)

Subjectieve methode (optel som) → Methode met subjecten dus mensen. In deze
methode tel je de primaire inkomens bij elkaar op →
Primaire inkomens → loon + rente + huur + pacht + winst.
Dit wordt ook wel bruto binnenlands inkomen genoemd



Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekent elk kwartaal het bbp voor
Nederland.

Het bbp is echter een beperkte maatstaf voor welvaart. Om tot een betere maatstaf
te komen, moet je in ieder geval rekening houden met →

- Het onderscheid tussen nominaal en reëel bbp
- Het bbp per hoofd van de bevolking ten opzichte van het totale bbp →
- Negatieve en positieve externe effecten
- Het bestaan van de informele sector: economische activiteiten zoals
huishoudelijke taken en zwart werken (de zogenaamde informele economie)
worden niet gemeten door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en
komen dus ook niet tot uitdrukking in het bbp.



Van bbp naar economische groei

Het bbp van een land verandert elk jaar. Een toename van het nominale bbp van
een land (oftewel uitgedrukt in euro’s) is een beperkte maatstaf voor de groei van de
economie. Het nominale bbp houdt namelijk geen rekening met inflatie en (de groei
van) het aantal inwoners van een land.

Economische groei wordt daarom vaak gedefinieerd/vergeleken als de verandering
van het reële bbp per hoofd van de bevolking. Hierbij wordt er naast het nominale
bbp ook rekening gehouden met de inflatie en de bevolkingsomvang.

Inflatie → Door inflatie stijgt het nominale bbp terwijl er niet meer wordt
geproduceerd. Het is daarom beter om te kijken naar het reële bbp (de koopkracht
van het bbp, gecorrigeerd voor inflatie) Vuistregel: reële verandering van het bbp =
nominale verandering van het bbp – inflatie.

Bevolkingsomvang → Door te kijken naar het bbp per hoofd van de bevolking kun je
hiervoor corrigeren

,Groei van het bbp

bbp is een maatstaf voor → hoe gaat het met de omvang van de economie (de
grootte van de economie) Als dit groeit gaat het goed met de economie, als dit
krimpt gaat het slecht met de economie.

structurele groei → De gemiddelde lange termijn groei (de trend) is afhankelijk van
de hoeveelheid en kwaliteit van de beschikbare productiefactoren. Het heeft te
maken met dat de economie blijft veranderen.

klassieken economen → een denkwijze die kijken naar lange termijn effecte,
gevolgen die pas na een lange periode komen. Ze willen vooruitkijken door
structurele veranderingen in de economie, dingen die blijvend zijn.

Productiecapaciteit kan op 2 manieren groeien →
Dit kan door een toename van de hoeveelheid beschikbare productiefactoren arbeid,
kapitaal, natuur en ondernemerschap. Als er meer mensen werken of als er meer
machines zijn, kan er meer worden geproduceerd.

En dit kan door een toename van de kwaliteit van de productiefactoren. Het gaat
hierbij om een toename van de productiviteit van (vooral) de productiefactoren
arbeid en kapitaal. Onderwijs zorgt voor meer kennis en vaardigheden (human
capital) en een toename van de gemiddelde productie van een werknemer (de
arbeidsproductiviteit)

Dus door de hoeveelheid van arbeid, kapitaal en de kwaliteit groeit de
productiecapaciteit.

conjunctuurgolf = conjunctuurcyclus
schommeling van het bbp is conjunctuurbeweging.
Conjuncturele groei → korte termijn groei.
keynes economen → denkwijze voor korte termijn, ze kijken vooral naar wat er nu
speelt en wat er nu nodig is. vooral de bestedingen van bedrijven, consumenten,
overheid en buitenland (economische cirkel). Of de kraan dicht of de kraan open.

op korte termijn grote schommelingen zijn in het bbp van een land door
veranderingen in de bestedingen van consumenten, bedrijven, de overheid en het
buitenland. De bestedingen noemen we ook wel de effectieve vraag (afgekort met
EV). Door een crisis gaan consumenten bijvoorbeeld minder besteden. En als er
minder wordt besteed, hoeft er ook minder geproduceerd te worden. De
productiecapaciteit wordt niet volledig benut.

Procyclisch beleid → Is een beleid om de groei van de conjunctuurgolf sneller te
laten gaan. dichter tot de trend komen in de grafiek. Anticyclisch beleid → Dit is een
beleid omdat je wilt dat de groei afneemt, conjunctuurgolf remmen.

, Effectieve vraag → De effectieve vraag naar goederen en diensten wordt bepaald
door de hoeveelheid consumptie door consumenten, investeringen door bedrijven,
bestedingen door de overheid en de vraag naar producten vanuit het buitenland
(export). Import wordt besteed in het buitenland en leidt tot minder binnenlandse
effectieve vraag.

Het centrale begrip in de theorie van Keynes is de effectieve vraag (EV). Op korte
termijn groeit of krimpt het bbp van een land door een toename of afname van de
effectieve vraag. De effectieve vraag wordt bepaald door consumenten, bedrijven, de
overheid en het buitenland. Dat wordt samengevat met de volgende vergelijking →
EV = C + I + O + E – M

3 conjuncturele situaties →

EV < PC Onderbesteding = laagconjunctuur → er is meer aanbod dan vraag, de
vraag is dus minder dan de hoeveelheid dat er geproduceerd wordt. Er blijven dus
goederen en diensten over waar niemand behoefte aan heeft. Dat kan komen
doordat consumenten weinig vertrouwen hebben, consumeren minder en sparen
meer.

Gevolgen → werkloosheid neemt toe, deflatie omdat de bedrijven van de producten
af moeten dus verlagen ze de prijs.

EV > PC overbesteding = hoogconjunctuur → er is meer vraag dan aanbod, er is
dus te weinig voor alle consumenten. Hierdoor neemt de voorraad van bedrijven af
en wordt er overgewerkt door het personeel. Het gaat goed met de economie.

Gevolgen → de werkloosheid neemt toe, bedrijven kunnen de vraag niet aan en
verhogen ze de prijzen (inflatie)

EV = PC bestedingsevenwicht = op de trend → De vraag is dus gelijk aan het
aanbod.

C = consumeren

M = import

I = investeren

E = export

O = overheidsbestedingen → het gedeelte van de overheidsuitgaven waar de
overheid wel een tegenprestatie voor verlangt

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mauddekkers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72042 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,49
  • (0)
  Kopen