2e jaar Orthopedagogie
Karel De Grote Hogeschool
Transculturele hulpverlening
DEEL 1: DE INTERCULTURELE CONTEXT
1. HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1.1. WAAROM DIT OPLEIDINGSONDERDEEL
1.1.1. EEN PLURIFORME (ETNISCH-CULTUREEL DIVERSE) SAMENLEVING IS DE REALITEIT
Multiculturele samenleving = een samenleving met tal van verschillende groeperingen die ieder
een eigen culturele achtergrond en leefwijze hebben.
Diversiteit / verscheidenheid leidt tot samenlevingsdebatten waar diversiteit zichtbaar wordt:
1) Individualisering
2) Modernisering
3) Globalisering
4) Multiculturalisering
Individualisering
= Culturele oriëntatie waarbij onafhankelijkheid, autonomie en zelfredzaamheid belangrijker zijn
dan groepsloyaliteit.
Het individu en zijn behoeften staat meer centraal
Westerse samenleving
VOORDELEN:
Autonomie
Vrije burgers die los van sociale druk hun eigen keuzes maken en verantwoordelijkheden
nemen.
NADELEN:
Kan leiden tot ‘automatisering’ (= versplintering van de samenleving)
Leven is minder voorspelbaar
Traditionele structuren bieden minder houvast
Nieuwe geloofssystemen in huiskamers via internet en televisie
Warm nest van familie en dorpsgemeenschap maakt plaats voor stedelijke jungle
!! Individualisering in het westen gaat gepaard met een culturele homogenisering over zaken als
echtscheiding, gelijkheid van mannen en vrouwen, scheiding van kerk en staat,
homoseksualiteit, ongehuwd moederschap, …
Modernisering
= Vermeerdering van de sociale leefwerelden : werk, vrije tijd, religie, internet, …
Zorgt voor scheiding van privédomein en publieke leven
Leefwereld = geheel van betekenissen dat een individu deelt met anderen
1
,2e jaar Orthopedagogie
Karel De Grote Hogeschool
Globalisering
WAT?
Leidt tot homogenisering en tot het benadrukken van verschillen.
VOORDELEN:
Kosmopolitisme
Wereldburgerschap (= stilstaan bij gevolgen, zich verbonden voelen)
NADELEN:
Geeft onzekerheid waardoor mensen een houvast zoeken in eigen groep, zich
terugplooien en afsluiten voor de diversiteit
Migranten profileren zich anders ten aanzien van de ontvangende samenleving; houden
meer contact met groepen in het herkomstland en de wijde diaspora; mede dankzij de
nieuwe technologie (internet)
Multiculturalisering
= Interne globalisering: de wereld dient zich, met al zijn rijkdom en al zijn problemen, aan
binnen de grenzen van onze samenleving.
WAT?
Botsende beschavingen = verschillende beschavingen zouden verschillende normen
en waarden vertegenwoordigen die onmogelijk kunnen samenleven, krijgt meer
aanhang
Debat over wat de Westerse cultuur is, wat de Westerse waarden zijn, integratie,
tolerantie, aanpassing, assimilatie, discriminatie
Onvrede over multiculturele samenleving: willen migranten zich aanpassen?
Culturele kwestie: op voorgrond
VOORDELEN:
? Men verricht onderzoek vanuit het samenlevingsoogpunt en deze stroming stelt het
behoud van de eigen cultuur voorop.
NADELEN:
Culturele diversiteit: er bestaan verschillen die leiden tot groepsprocessen
Clash van culturen: sommige migrantengroepen anders gemoderniseerd
Onbehagen over het samen-leven van verschillende groepen groeit
Onvrede over multiculturele samenleving: kunnen of willen migranten zich wel aanpassen?
Zouden ze ooit wel worden als ‘wij’? Of willen ze dat zelf wel?
De ‘onwil’ van (sommige) groepen om dat te den heeft de onvrede over de multiculturele
samenleving doen ontstaan.
o Zowel verharding van het migratie- en integratiedebat als de culturele kwesties
komen meer op de voorgrond te staan.
Het Multicultureel debat:
Een appèl (= oproep) aan de samenleving om zich de positioneren ten aanzien van het
(cultureel) verschil Hoe willen we omgaan met elkaars verschillen en hoeveel en welk verschil
kunnen we of willen we aan?
Leren omgaan met culturele diversiteit is iets wat men op de 1 of andere manier moet
verwerven of ontwikkelen.
Bewuste handelingen: verzoenen, verenigen, overnemen, vrede stichten, …
Beschaafde handelingen die scherpzinnigheid en doorzettingsvermogen vragen
o Handelingen die men zich eigen moet maken, moet aanleren, ontwikkelen
2
,2e jaar Orthopedagogie
Karel De Grote Hogeschool
o Vereist een weloverwogen aanpak, pedagogische vaardigheden maar ook een
passende wetgeving en adequate instellingen.
1.2. MEERVOUDIG KIJKEN NAAR VERSCHIL: DIVERSITEITSBENADERINGEN
4-D-Modellen:
1) Deficit (gebrek)
2) Difference (verschil)
3) Discrimination (discriminatie)
4) Diversity (diversiteit)
1.2.1. DEFICITBENADERING: (GEBREKMODEL ): INHALEN VAN ACHTERSTAND
Het idee: Nieuwkomers / andersculturele cliënten hebben gebreken, missen iets (waarden en
normen niet geïnternaliseerd, begrijpen omgangsvormen niet, onvoldoende vaardigheden, …)
De oplossing: nieuwkomers veranderen om in dominante cultuur in te passen
Activiteit: achterstand inhalen door cursussen, bijscholing, …
Kracht: mensen kunnen hier groeien
Kritiek:
Nieuwkomers werden bekeken als probleemgroep
Gedrag van de dominante groep werd niet bevraagd
Uitsluitingsmechanismen van organisatie niet aan de orde
1.2.2. DIFFERENTIATIEBENADERING (VERSCHILMODEL ): OVERBRUGGEN VAN
CULTUURVERSCHILLEN
Het idee: De waarden van de culturele verschillen (verschillen in taal, religie of waarden en
normen). Alle culturen zijn in deze visie gelijkwaardig.
De oplossing: verschillen worden erkend en dienen overbrugd te worden door een goede
interculturele communicatie, cultuurkennis en begrip voor de ander.
Kracht:
De intentie van respect voor elkaar
Het vertrouwen dat spanningen verminderen door begrip voor de culturele context van de
ander en de dialoog.
Kritiek:
Het cultuurrelativisme: gebrek kritisch inzicht en het ter discussie stellen van waarden en
normen die botsen met de universele rechten van de mens.
Teveel nadruk op verschillen
3
, 2e jaar Orthopedagogie
Karel De Grote Hogeschool
1.2.3. DISCRIMINATIEBENADERING: TEGENGAAN VAN UITSLUITING EN PATERNALISME
Het idee: machtsverschillen en de dominante groep is het probleem
Dominante groep discrimineert de minderheid ter bescherming van eigen belangen
Toegang van minderheid tot arbeidsmarkt, … wordt verhinderd
Minderheden worden gemarginaliseerd: op het werk, … in de samenleving als geheel
De oplossing: het bestrijden van discriminatie
Activiteiten: positief actie ondernemen, quota gerichte wervings- en selectiemethoden
Kracht: veel expertise ontwikkeld op vla van structurele discriminatie
Kritiek:
Alle problemen gereduceerd tot kwesties van discriminatie
Te veel nadruk op structuren: individueel handelen verwaarloosd
Tegenstellig dominante groep en minderbedeelden wordt groter
Bondgenootschappen met andere minderheden worden onmogelijk door concurrentie om
macht
1.2.4. DIVERSITEITSBENADERING: VERSCHILLEN EN OVEREENKOMSTEN TUSSEN MENSEN
Het idee: positieve aspecten bovenstaande modellen verenigd en geïntegreerd in één
‘Diversiteit’ in brede betekenis: in al datgene waarin mensen elkaar verschillen
o Voorbeeld in: sekse, etniciteit, leeftijd, opleiding, achtergrond, fysieke gesteldheid,
seksuele voorkeur
Diversiteit erkent de ‘rijkdom van het verschil’: anders is niet minder, anders is niet
vreemd
Activiteiten:
Gericht op alle mensen: wil iedereen aanspreken op overeenkomsten in wensen en noden.
Expliciet de nadruk op uitsluitingsmechanismen, de oorzaken van discriminatie en de
manier waarop het zich voordoet.
Erkend dat zulke mechanismen ook binnen groepen bestaan.
Kritiek:
Teveel nadruk op individuele verscheidenheid, op het unieke van iedere persoon
o Kan leiden tot ‘blindheid’ voor sociale en culturele invloeden, zowel positieve als
negatieve
Blind voor groepsverschillen: individuen altijd sociale wezens, zijn
verbonden met groepen en gemeenschappenblind voor groepsverschillen
Blind voor achterstelling van bepaalde maatschappelijke groepen:
belemmering individuele ontplooiing is geen louter individueel probleem,
maar ligt mee aan het behoren tot benadeelde groepen in de samenleving.
4