Opsomming van alle begrippen uit de colleges die te kennen zijn voor het examen. Op het examen worden meerde begrippen gevraagd dus zeer handige lijst om te herhalen voor het examen!
Begrippenlijst ORSC
Durkheim: socialisatie
Context:
Na Franse revolutie: agrarisch industrieel
Mechanische organische solidariteit
Specialisatie = taken worden meer in stukjes gehakt,
grote onderlinge afhankelijkheid
= gevolg industriële samenleving
Urbanisatie = minder werken op veld, meer inde
stad/fabrieken
= gevolg industriële samenleving
Fragmentatie = samenleving wordt meer gefragmenteerd,
minder sociale cohesie, secularisering
= gevolg industriële samenleving
Mechanische solidariteit = solidariteit door weinig differentiatie,
druk tot conformisme
= gevolg industriële samenleving
Organische solidariteit = solidariteit door sterke differentiatie en
onderlinge afhankelijkheid
= gevolg industriële samenleving
Sociaal feit = collectieve manier van handelen, denken
dat los van het individu bestaat en dat het
individu beïnvloedt en beperkt
sui generis = eigen aan samenleving
Sociologie = de wetenschappelijke studie van de
sociale feiten
begrijpen + ingrijpen
Collectief bewustzijn = gemeenschappelijke opvattingen en
ideeën die burgers delen over eenzelfde
samenleving
vwd solidariteit en sociale cohesie
(taak staat om dit te stimuleren)
Educatie (Kant) = naar volmaaktheid en vaardigheid
ontwikkelen, harmonische ontw van alle
menselijke gevoelens
Durkheim: geen differentiatie nodig? +
ideaalbeeld?
Educatie (Mill) = van het individu voorwerp bron van geluk
maken zodat deze ook een bron van geluk
wordt voor anderen (utilitaristisch)
Durkheim: geluk is subjectief + evolueert
Educatie (Durkheim) = invloed die uitgeoefend wordt van de
volwassenen generatie op de generatie die
nog niet rijp is voor het maatschappelijk
leven.
= tweeledig: uniform + meervoudig
, DOEL:
kind bepaalde lichamelijke, geestelijke en
zedelijke eigenschappen bijbrengen die de
politieke maatschappij en de specifieke
maatschappij (waarvoor voorbestemd)
eisen (= socialisatie)
(bv: godsdienst voor religieuze
maatschappij)
Positieve opvatting staat = pleidooi van Durkheim om de educatie
van kinderen niet volledig aan ouders te
laten
= staat moet toezien dat educatie sociale
oriëntatie heeft
(essentiële principes verzekeren + ruimte
voor persoonlijk initiatief laten)
Bourdieu: reproductie
Context: van standen en klassen geloof in meritocratie + sociaal/economische
ongelijkheid ondanks welvaartstaat en massificatie
Reflexiviteit = elke socioloog moet zich bewust zijn van
eigen positie in onderzoek, van eigen
vooroordelen, realiseren dat men ook is
ingebed in een bepaalde maatschappij en
daarom bepaalde dingen wil onderzoeken
Welvaartsstaat = geloof in individuele expressie en zelf
vorm geven aan eigen leven
Meritocratie = genoeg talent in combinatie met grote
inspanningen zorgen ervoor dat je de
sociale ladder kan beklimmen je zit niet
vast in sociale klasse
<-> praktijk: kennis door en voor
gepriviligeerden
Veld = context waarin sociale interacties
gebeuren
onderhevig aan klasse- en
machtverschillen
Bv: school, familie, vriendengroepen
Doxa = (onbewuste) spelregels die spelen in een
veld
= objectieve waarschijnlijkheden
Bv: op tijd komen op school
Habitus = duurzame en onbewust schema’s van
! waarnemingen en waardering die aanzetten
tot en richting geven aan praktisch
handelen.
= hoe het spel gespeeld wordt
= subjectieve verwachting
, Economisch kapitaal = middelen, bezittingen,
eigendomsrechten…waarmee mensen
macht kunnen uitoefenen
= meteen omzetbaar in geld
= institutionaliseerbaar (bv eigendomsakte)
Sociaal kapitaal = sociale relaties, connecties, …
= soms omzetbaar in geld
= institutionaliseerbaar (bv: familienaam)
Cultureel kapitaal = smaak, kledij, manier van kleden,
opleiding, inteligentie
= soms omzetbaar in geld (bv: schilderij)
= institutionaliseerdbaar (bv: diploma)
sterke invloed opvoeding en familie op
scholair succes
focus Bourdieu!
- Belichaamde vorm (=persoonlijk):
grote invloed familie en opvoeding
- Geobjectiveerde vorm (=tastbaar)
- Geïnstitutionaliseerde vorm !!!
(= objectie waarde)
Scholair succes = het specifieke profijt dat kinderen uit
! verschillende socialen klassen op de
onderwijsmarkt genieten verklaring
ongelijkheid
Symbolisch kapitaal = staat en prestige, erkenning die aan eigen
kapitalen gegeven wordt
macht en status
Bv: diploma leerkracht wordt minder
gewaardeerd dan diploma ingenieur
Bi-focaal stratificatiemodel = toont verdeling van economisch en
cultureel kapitaal
- X-as: cultureel-economisch
- Y-as: klein kapitaal volume-groot
kapitaal volume
Symbolisch geweld = symbolische legitimatie van ongelijke
verdeling, rechtvaardiging van ongelijkheid
Bv: examen: succesvol afleggen
rechtvaardiging meer kansen op
arbeidsmarkt
Reproductie sociale ongelijkheid = door doorgeven kapitaal
- Bv: erfenis (econom), sociale klasse
(cultureel)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lyseooms. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.