Dit is een Nederlandse samenvatting van het nieuwe boek (Pearson) dat hoort bij het vak Menselijke Biologie en Ziekteleer in de richting psychologie aan de KuLeuven in het eerste jaar.
Ik heb het helemaal zelf vertaald en heb erg gelet op foutjes, maar het kan altijd dat er hier en daar een vertaa...
Kanker
1. Tumors kunnen benign of cancereus zijn
Hyperplasie = de toename van het aantal cellen in een weefsel of orgaan wat leidt tot
oppervlaktevergroting.
Niet altijd per se slecht, maar kan wel wijzen op een verlies van controle over
celdeling.
De snel delende cellen zullen samen een tumor of neoplasma vormen.
Benign tumors = tumors die niet gevaarlijk zijn en op 1 plek blijven.
De cellen hebben nog veel structurele eigenschappen van de originele cellen.
Alleen gevaarlijk als ze andere cellen op zij duwen (gebeurd meestal in de
hersenen).
Makkelijk operatief te verwijderen.
2. Kankercellen ondergaan structurele en functionele veranderingen
Structurele en functionele veranderingen:
Grotere nucleus
Minder cytoplasma
Cellen verliezen gespecialiseerde functie
Dysplasie = een abnormale verandering in de structuur van een cel.
2.1 Patronen van veranderingen die wijzen op verlies van controle
Dokters kunnen patronen in veranderingen herkennen die zouden kunnen wijzen op een
verlies van controle.
Dysplasie is vaak een teken van een precancereuze tumor (= er is een mogelijkheid dat
het uitgroeit tot kanker).
Voorbeeld: actinische keratose
Droge, schilferige huidlaesies op delen van de huid die blootgesteld worden aan
de zon.
Kunnen langzaam groeien of zelfs een tijdje verdwijnen.
10-20% ervan wordt kanker.
Gemakkelijk te verwijderen door ‘chemical peeling’, bevriezen of schrapen.
Een tumor = officieel kanker wanneer binnen een cel alle schijn van organisatie, structuur
en regulerende controle volledig weg is.
In-situ kanker = de tumor blijft op 1 plek (kan vaak nog verwijderd worden).
Metastase = de uitzaaiing van kanker naar andere delen van het lichaam doordat
de kankercellen zich losmaken van de hoofdtumor en via het bloed of de lymfe
reizen naar andere locaties;
Kwaadaardige tumors = kankers die omringende weefsels binnendringen om daar
de orgaanfunctie in gevaar te brengen.
Produceren vaak secundaire tumoren.
BENIGN TUMOR IN SITU TUMOR MALIGNANT
TUMOR
FREQUENTIE Sneller dan Snel en uit de hand Snel en uit de hand
CELDELING normaal
CELSTRUCTUUR & Beetje Abnormaal Heel abnormaal
FUNCTIE abnormaal
, ORGANISATIE Een massa Een massa (meer Cellen dringen
omgeven door ongeorganiseerd) andere weefsels en
een capsule en niet altijd organen binnen en
omgeven door een nieuwe
capsule tumorkolonies
worden gevestigd
op andere locaties.
2.2 Stadia van kanker
De indeling van de stadia is gebaseerd op TNM: tumor grootte en verspreiding, betrekking
van de lymph nodes en of er al metastase gebeurd is.
Fase 0 Fase 1-3 Fase 4
-In situ kanker -Hoe hoger het getal, hoe -Enorme uitzaaiing
-Kan meestal nog succesvol groter en uitgebreider de -Bestraling etc zal niet
verwijderd worden. kanker. meer helpen omdat er te
-Meestal nog behandelbaar. veel locaties zijn.
-Behandelingen zijn te
gevaarlijk voor alle normale
cellen;
Bloed- en beenmergkankers + kankers van de hersenen en de ruggenmerg gebruiken
niet het systeem met deze stadia. Voor de kankers in de hersenen en ruggenmerg
gebruikt men gewoon de naam van het celtype en een graad.
1/3 krijgt kanker en 1/4 sterf eraan.
Tweede plek (na hartaandoeningen) van meest voorkomende doodsoorzaak.
3. Factoren die meespelen in de ontwikkeling van kanker
Er zijn 2 dingen die zeker moeten gebeuren vooraleer een kanker kan ontstaan:
1. Ongecontroleerde celgroei en celdeling
2. Fysieke veranderingen in de cel waardoor die zich kan los maken van zijn
omgeving (gebeurt bij aantasting van DNA-materiaal en functie).
3.1 Mutante vormen van sommige genen dragen bij
Verschillende soorten genen regelen de celactiviteiten:
Structurele genen: coderen voor eiwitten die nodig zijn voor celgroei, celdeling,
celdifferentiatie en celadhesie.
Regulerende genen: coderen voor eiwitten die de expressie regelen van de
structurele genen.
Groeifactoren/groeiremmers: regulerende genen die naburige cellen beïnvloeden
door de celdeling te reguleren -> laat celdeling stoppen wanneer er voldoende
zijn.
Onder normale omstandigheden controleren 2 klassen van regulerende genen de
celactiviteiten:
Proto-oncogenen
= normale regulerende genen die celgroei, deling, differentiatie en adhesie
bevorderen.
Gemuteerde of beschadigde proto-oncogenen dragen bij aan kanker en
worden dan gewoon oncogenen genoemd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bovanoverbeke. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.