Nederlandse samenvatting van het boek A History of World Societies (Volume 2), hoofdstuk 24-33 + Quizlet-set met aantal belangrijke jaartallen! De samenvatting beslaat alle handboekstof voor het vak Eigentijdse Geschiedenis aan de UU. Gestructureerd en met aandacht voor ontwikkelingen, oorzaken en ...
[Meer zien]
Laatste update van het document: 9 maanden geleden
Test Bank For History of World Societies Volume 2 11th Edition By Wiesner Hanks 9781319059330 ALL Chapters .
Alles voor dit studieboek (20)
Geschreven voor
Universiteit Utrecht (UU)
Geschiedenis
Eigentijdse geschiedenis (GE1V21003)
Alle documenten voor dit vak (27)
2
beoordelingen
Door: svenvanvulpen • 5 maanden geleden
Door: lennydelaat • 1 jaar geleden
Verkoper
Volgen
jismijn
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
24. Nieuwe ideologieën in Europa
Periode: 1815-1914.
Radicale ideeën in een periode van conservatieve vrede
1814-1815: Congres van Wenen: Quadruple Alliantie sloot een vredesovereenkomst om
Europa te herstellen van Napoleon. Gevolg: periode van conservatisme, alles zoveel
mogelijk terug naar de tijd van vóór de revoluties.
Door Atlantische revoluties: onvervulde hoop op vrijheid en gelijkheid → kritiek vanwege
niet ingeloste beloftes → nieuwe politieke bewegingen en ideologieën.
De politieke en sociale situatie na 1815
Het Congres van Wenen
Zowel clementie t.o.v. Frankrijk (weinig Frans verlies territoria, weinig
herstelbetalingen) als sterk defensieve maatregelen: creatie tegenwichten t.o.v.
Frankrijk: Lage Landen, Pruisen met veel territoria, onafhankelijk Zwitserland
als bufferzone.
Machtsevenwicht
Machtsevenwicht = internationaal equilibrium van politieke en militaire machten
om agressie te ontmoedigen. Hiervoor ook interne stabiliteit in Frankrijk nodig.
Andere afspraak: Quadruple Alliantie zou regelmatig bijeenkomen om te
overleggen. Gevolg: ontwikkeling “congres-systeem” in Europa: nieuwe vorm
van diplomatiek.
Verwaarloosde/vergeten problemen
de belangen van kleine staten en volkeren binnen multi-etnische staten.
de Europese territoria van het Ottomaanse rijk.
gelijkheid, maar alleen voor mannen? (Amerika)
Conservatisme na 1815
1815: oprichting Heilige Alliantie: Oostenrijk, Pruisen, Rusland. Doel: de ideeën van
de revolutionaire periode uitvagen.
Untitled 1
, 1819: Besluiten van Karlsbad: lidstaten geacht om radicale ideeën tegen te werken.
Liberalisme en de middenklasse
Inhoud liberalisme: representatief bestuur, gelijkheid voor de wet, individuele
vrijheden. Idee van laissez-faire: overheid weinig inspraak in economie. Liberalisme
was begin 19e eeuw nauwelijks aanwezig in Europa, alleen beetje in Frankrijk. Veel
oppositie, kritiek op laissez-faire.
Liberalisme raakte i.d. 19e eeuw verbonden met zakelijke groeperingen en met
klassebelangen, vooral de middenklasse. Liberalen wilden representatief bestuur,
maar gewogen: alleen representatie met bepaalde eisen/bezittingen, dus bepaalde
klasse.
Critici vonden dat liberalisme niet ver genoeg ging: wilden republieken, universeel
mannelijk stemrecht, economische en sociale gelijkheid: radicaal democratisch
republikanisme.
De groeiende aantrekkingskracht van nationalisme
Nationalisme = ideologie na 1815. Etnische groepen zouden verbonden zijn door
culturele eenheid (gedeelde geschiedenis, taal). Dit was niet de werkelijkheid: veel
regionale verschillen.
Politiek doel nationalisten: territoria van volkeren laten rijmen met gedefinieerde
nationale grenzen. Gevolg: nationalisme zeer populair in Centraal- en Oost-Europa,
waar staten óf heel groot óf heel klein waren.
Nationalisten waren vaak ook liberalen/radicale democraten. Reden: algemeen
geloof in belang van het volk: het volk zou de ultieme bron van goed bestuur zijn →
zelfbestuur zou alleen mogelijk zijn wanneer het volk zich verenigd voelde. Gaat
dus vooral over volkssoevereiniteit; volk is enige die beperkingen mag opleggen
aan het volk.
Maar: ook nadruk op verschillen tussen volkeren → wij-zij-denken: ideeën van
nationale superioriteit.
Het ontstaan van het socialisme
Begin van socialisme in Frankrijk
Franse socialisten waren teleurgesteld over de Franse Revolutie + gealarmeerd
door laissez-faire en industrie: zagen hierin ongelijkheid en individualisme.
Untitled 2
, O.a. nadruk op het helpen van arme mensen en het bereiken van meer
economische gelijkheid: de overheid moest ingrijpen in de economie om arme
mensen te helpen. Hiervoor ook regulering van privébezit nodig.
Het socialisme van Marx
Door Marx: socialisme moderne ideologie.
1848: publicatie Communistisch Manifest met Friedrich Engels. Standpunten:
de middenklasse en de arbeidersklasse zouden altijd tegengesteld zijn; de één
(bourgeoisie) buitte de ander (proletariaat) altijd uit. Maar het proletariaat zou de
bourgeoisie overwinnen in een revolutie.
Gevolg: ontstaan grote seculaire ideologie.
Hervormingen en revoluties, 1815-1850
Verslechtering van sociaal-economische omstandigheden voor het volk. Tussen 1815-
1848 revolutionaire bewegingen, die uiteindelijk onsuccesvol waren. Redenen: niet-
gerealiseerde idealen van de Atlantische revoluties; daarnaast economische problemen.
Sociaal-economisch conflict
Ondanks industrialisatie verslechterden voor de meeste Europeanen de
leefomstandigheden in de eerste helft v.d. 19e eeuw. Groeiende steden met slechte
leefomstandigheden, maar platteland bleef leidend + traditionele sociale hiërarchie
bleef bestaan (ook horigheid). Maar: door industriele ontwikkelingen werden deze
patronen gedestabiliseerd.
Andere factor: Congres van Wenen had veel grenzen opnieuw getrokken → veel
volkeren plots in nieuwe staten geplaatst → gebrek aan loyaliteit aan centraal
bestuur → meer woede over hervormingen en zware leefomstandigheden.
1845-1846: economische crisis door grote mislukte oogsten.
1848: revoluties doordat deze problemen samenkwamen met nationalisme,
socialisme en liberalisme.
Liberale hervormingen in Groot-Brittannië
Door de Franse Revolutie en het Congres van Wenen waren hervormingen
verhinderd door het Britse bestuur.
Untitled 3
, Begin jaren 1830: industrialisatie beïnvloedde politiek → onrust en druk vanuit de
middenklasse.
1832: The Reform Bill. Democratisering: nieuwe industriële gebieden kregen meer
vertegenwoordiging, meer mensen konden stemmen.
1834: The New Poor Law. Arme, werkeloze families werden in werkhuizen geplaatst
→ manier om mensen aan te moedigen te gaan werken + belastingslast van
middenklasse te verlagen. Maar ook strenge maatregelen tegen armen →
protesten: veel mensen sloten zich aan bij revolutionaire beweging.
Gevolg: 1847: Ten Hours Act. Wet die zei dat vrouwen en kinderen max. 10 uur in
fabrieken mochten werken. Reden: aristocraten (Tories) wilden concurreren met de
middenklasse voor de stem van de arbeidersklasse.
Gevolg: bestuur afhankelijk van steun arbeiders → onrust getemperd. Dit ook
doordat leefomstandigheden verbeterden.
Ierland
Slechte leefomstandigheden. Veel katholieken → onderdrukt door protestanten.
Desondanks verdubbeling bevolking door de aardappel.
1845-1851: mislukte aardappeloogsten → Great Famine, verergerd doordat de
Engelse overheid weinig deed (laissez-faire). Gevolg: anti-Britse sentimenten,
Iers nationalisme.
Revoluties in Frankrijk
Het Charte Constitutionelle
1814, ingevoerd door Lodewijk XVIII. Beschermde sociaal-economische
winsten v.d. Franse Revolutie, erkende intellectuele en artistieke vrijheid,
creëerde parlement. Niet democratisch: maar klein aantal mannen mocht
stemmen.
Karel X
Voorstander ancien régime. Voerde tussen 1830-1847 oorlog met Algerije: in
1847 Algerije verslaan. Reden: Karel wil nationalisme en populariteit
aanwakkeren. Gevolg: Frans kolonialisme herstart.
Door grote successen probeert Karel het Charte Constitutionelle terug te
draaien → opstand → Karel vlucht en zijn neef, Louis Philippe, wordt koning
Untitled 4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jismijn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.