OUDEREN EN GERIATRISCHE ZORG
HOOFDSTUK 1: PREVENTIE VAN FUNCTIEVERLIES
FUNCTIONELE MOGELIJKHEDEN IN KAART BRENGEN
ADL (ACTIVITEITEN V/H DAGELIJKSE LEVEN)
Dagelijks terugkerende basisverrichtingen, van belang voor zelfredzaamheid in eigen leefomgeving (kleden, eten, toiletbezoek,
verplaatsen in woning, wassen en continentie)
IADL (INSTURMENTELE ACTIVITEITEN V/H DAGELIJKSE LEVEN)
Dagelijks terugkerende complexere activiteiten waarvoor ook planning en inzicht nodig is: (boodschappen, koken, onderhoud
woning, medicatie- en financieel beheer, telefoneren, buitenhuis verplaatsen)
HET BELANG VAN ZICHT KRIJGEN OP DE FUNCTIONELE MOGELIJKHEDEN VD PT
Kennis v/d functionele mogelijkheden is nodig om veranderingen op te volgen en negatieve gezondheidsuitkomsten
(functieverlies) voor te blijven zo lang/ goed mogelijk thuis blijven
Functionele mogelijkheden evalueren: ADL- en IADL-functies observeren, actief bevragen en gericht nagaan welke
onderliggende oorzaken verantwoordelijk zijn voor eventuele wijzigingen in de functionele status gewenste ondersteuning in
kaart brengen
Functieverlies = minder instaat zijn om zelfstandig dagelijkse activiteiten uit te voeren
MEETINSTRUMENTEN
KATZ-SCHAAL
Bevraagt de mate waarin een persoon hulp nodig heeft bij het uitvoeren vd 6 ADL-functies
Belgische Katz-schaal:
- Voor financiering vd zorgkost in WZC en in thuis verpleging
- Kijkt enkel naar ADL-functies en desoriëntatie in tijd en ruimte en geeft zo een beperkte omschrijving v/d zorgbehoefte.
De nood aan vpl-ondersteuning gaat veel verder
BEIRAI
Maakt globale beoordeling van fysieke, cognitieve, psychische en sociale zorgnoden van een persoon. Het is een beter
instrument om de zorgbehoefte in kaart te brengen en de zorgkost te financieren
Elke zorgsetting heeft zijn BelRAI op maat en past zich aan ifv specifieke situatie v/d PT
Door een uitgebreide set aan gegevens (cognitief functioneren, gebit, huid, stemming, gedrag, diagnosen, …) te verzamelen,
brengt de BelRAI de zorgbehoefte van kwetsbare personen of personen in complexe zorgsituaties in kaart
De zorgschalen kunnen een evolutie in de tijd aangeven, waardoor we de verandering van iemands zorgnoden eenvoudiger
kunnen observeren.
DE IADL-SCHAAL VAN LASTON EN BRODY
Beoordeelt de bekwaamheid om IADL-functies uit te voeren en geeft ons inzicht in de e.v functionele zorgbehoefte. Schaal die
IADL-functies in kaart brengt
KLINISCH REDENEREN ALS PROACTIEVE METHODIEK
Geriatrische problemen als ‘normaal bij het ouder worden’ zien onderbehandeling (professioneel Ageism) niet gericht
observeren, geen preventieve acties toepassen, probleem niet analyseren en mogelijke gevolgen niet correct inschatten
negatieve invloed op gezondheid en welzijn van kwetsbare oudere (functieverlies)
1
,Klinisch redeneren: continu en cyclisch proces van gegevensverzameling en- analyse gericht op vragen en problemen v/h
individu en diens naasten, in relatie tot ziekte en gezondheid (Risico-inschatting, vroeg signalering, probleemanalyse, interventie
en opvolging) Tegengaan onderbehandeling
HET COMPREHENSIVE GERIATRIC ASSESSMENT (CGA) ALS HEFBOOM
Multidisciplinair OZ dat de multipele problemen van een ouderen zoveel mogelijk opspoort, beschrijft en verklaart de
capaciteiten en zorgbehoeften onderzoekt om zo te komen tot een gecoördineerd en integraal zorgplan voor het individu
Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de lichamelijke en psychosociale mogelijkheden bij ZO met een kwetsbare
gezondheidstoestand.
Doel: opsporen van problemen die op dat punt een bedreiging vormen
DRIE STAPPEN:
1. Opsporen van ZO met een kwetsbare gezondheidstoestand (hoog risico op functieverlies)
2. Evalueren v/d gedetecteerde persoon
3. Uitvoeren v/d aanbevelingen die uit de evaluatie voortvloeien
Voor wie: combi ↑leeftijd, lichamelijke ziekte, geriatrische syndroom, functieverlies en sociale problematiek
ZIEKENHUIS GERELATEERD FUNCTIEVERLIES
Functieverlies kun je niet altijd vermijden omdat ze vaak samenhangen met het individuele verouderingsproces, acute en
chronische aandoeningen, kwetsbaarheid en ziekenhuisopnames kunnen de functionele status bedreigen
Tijdens: Groter risico op (vermijdbare) complicaties (infecties, incontinentie, ondervoeding, delier, GM-gerelateerde problemen,
verlies van spierkracht, valincidenten en overlijden)
Bij ontslag: nieuw verlies van zelfredzaamheid bij ADL en IADL of verslechtering tov. De situatie voor de ZH-opname
Ontstaan van ziekenhuisgerelateerd functieverlies, factoren die mee het functieverlies bepalen:
- Gezondheidstoestand voor ziekenhuisopname kan gevoeligheid verhogen
- Diverse pre-existente factoren die kwetsbaarheid en restcapaciteit bepalen (Leeftijd, problemen met mobiliteit en
cognitieve stoornissen)
- Omgevingsfactoren (ondervoeding, polyfarmacie, beperkte mobiliteit, afhankelijkheid)
- Ontslagplanning en nazorg (hulpmiddelen, mantelzorger, herstelmogelijkheid)
Preventie ontstaan/ toename functieverlies: interventies bij opname, tijdens en na ontslag
5 pijlers die gezondheid bevorderen:
1. Globale geriatrische benadering (CGA): identificeren en aanpakken risicofactoren
2. Vorming: niet-geriatrische diensten meer aandacht, uitbreiding geriatrische kennis
3. Uitbreiding geriatrische expertise spoedgevallen: doorverwijzing, ↓onnodige opnames
4. Betere bestaffing: aantrekkelijker maken en veiligheid patiëntenzorg verbeteren
5. Inspraak: voorbereiden op ontslag
6. Geriatrisch co-management: gedeeltelijke verantwoordelijkheid en besluitvorming
GERIATRISCHE KENNIS DRAAGT BIJ TOT GOEDE ZORG
Gericht observeren, actief in dialoog gaan, gebruik meetinstrumenten systematisch alle nodige gegevens verzamelen Pt
met kwetsbare gezondheidstoestand vroegtijdig ↑risico op meest voorkomende geriatrische problemen te herkennen, aan te
sluiten bij de behoeften en wensen, complicaties reduceren en functieverlies zoveel mogelijk te beperken.
2
,HOOFDSTUK 2: DEMENTIE = EEN CHRONISCHE AANDOENING MET IMPACT OP HET DAGELIJKSE LEVEN
DEMENTIE, EEN NEUROCOGNITIEVE STOORNIS
Stoornissen die zich kenmerkend door achteruitgang v/d cognitie vermogens en het functioneren in het dagelijkse leven. Die
stoornissen ontstaan door letsels of aandoeningen die een invloed hebben op de hersenfuncties.
3 types stoornissen:
1. Delier
2. beperkte neurocognitieve stoornissen
3. uitgebreide neurocognitieve stoornissen
CLASSIFICATIE BIJ NEUROCOGNITIEVE STOORNISSEN
Bij alarmerende signalen over cognitief functioneren: 1ste delier? (verloop, aard en onderliggende oorzaak) geen delier?
arts: beperkte (mild) of uitgebreide (major)
Vormen van NCD volgens mate van zelfredzaamheid in het dagelijks leven:
- Lichte vorm: moeite met instrumentele activiteiten v/h dagelijks leven
- Matige vorm: functieverlies bij algemene activiteiten v/h dagelijkse leven
- Ernstige vorm: volledig zorgafhankelijk
NCD vaststellen:
- Tijdige detectie van alarmerende signalen bij cognitief functioneren (ernstig nemen)
- Observatie dagelijks functioneren en omgang met anderen
- Gegevens uit het dossier
- Anamnese en heteroanamnese
- Meetinstrumenten
intra- en interprofessioneel delen van de gegevens
BEPERKTE NEUROCOGNITIEVE STOORNIS
Aanwijzingen voor beperkte cognitieve achteruitgang tov. een eerder niveau van functioneren in 1 of meer cognitieve domeinen
Cognitieve functiedomeinen: aandacht, geheugen en leervermogen, taalvermogen, ruimtelijke inzicht en het uitvoerend
functioneren
Personen met een beperkte neurocognitieve stoornis kunnen zelfstandig functioneren en de dagelijkse taken thuis en op het
werk verrichten, maar met meer moeite dan voordien
Verder onderzoek naar de oorzaak v/d neurocognitieve stoornis tijdige behandeling
Symptomen van behandelbare oorzaken: cognitieve stoornissen en gedragsproblemen (slaapstoornissen, delier, depressie,
vitaminegebrek, bijwerkingen GM, hoofdletsel)
UITGEBREIDE NEUROCOGNITIEVE STOORNIS (DEMENTIE)
zichtbare afname in het cognitief functioneren waardoor het zelfstandig functioneren bij dagelijkse handelingen (ADL en IADL)
belemmerd wordt, opgemerkt door Pt zelf of naasten. Neurologische screening en onderzoek bevestigen hier de diagnose
Dementie: uitgebreide neurocognitieve stoornis door neurodegeneratie
beschadiging neuronen minder goed werken afsterven
DEMENTIE, EEN MAATSCHAPPELIJK RELEVANTE CHRONISCHE AANDOENING
- Hoge leeftijd vormt een belangrijke risicofactor voor dementie
- De meeste mensen met dementie wonen in een vertrouwde omgeving (ev. Met hulp)
3
, DEMENTIE IN 3 SPECIFIEKE SITUATIES
JONGDEMENTIE
Als de 1e symptomen v/d ziekte duidelijk en gediagnostiseerd worden voor de leeftijd van 65j. De problemen en noden ≠enorm
bij PT met jongdementie en hun omgeving dan bij ouderen.
Duurt langer om te diagnosen dat bij ouderen (lange tijd tussen verschijnselen en diagnose)
DEMENTIE BIJ PERSONEN MET HET SYNDROOM VAN DOWN:
- Hebben te maken met een ‘versnelde verhouding’
- Verhoogd risico op alzheimerdementie, omdat die genetische gekoppeld zijn
- Vroeger diagnosticeren is moeilijk
Niet zelf met klachten/ zorgen over geheugen komen
Lastig bepalen cognitieve symptomen + gedragsveranderingen verstandelijke beperking + karakteristieke gedrag
Gelijkaardige symptomen verouderingsproces bij downsyndroom vs dementie (verlies zicht en gehoor oriëntatie
en inschatting, daling schildklierfunctie apathie)
Hele leven zorg en ondersteuning moeilijk achteruitgang ADL vaststellen
- Luister naar observaties van naasten en bespreek met arts
DEMENTIE BIJ OUDEREN MET EEN MIGRATIEACHTERGROND
- Mensen met een niet-westerse migratieachtergrond hebben een ↑risico op dementie
- Reden: relatie etniciteit en ontwikkelen v/d ziekte van Alzheimer of vasculaire dementie
- Kwetsbaarheid door diverse risicofactoren:
↓sociaaleconomische status
Tekort aan financiële middelen
Kennis om gezond te eten
Groter risico op eenzaamheid en depressie
- Onder diagnose: geen diagnose-instrumenten, onvoldoende kennis en taboe rond dementie bij niet-westerse culturen
(symptomen bijverschijnsel van verouderen)
COGNITIEVE SYMPTOMEN BIJ DEMENTIE
MOEILIJKHEDEN MET DE AANDACHT
- Volhouden aandacht: lange periode richten op bepaalde taak (1u op weg letten)
- Selectieve aandacht: in veld van prikkels selectief op 1/ meer relevante prikkels richten en de niet-relevante prikkels
negeren (verkeersbord)
- Verdeelde aandacht: aandacht verdelen over meerdere taken tegelijk (babbelen + weg)
» Aangetast bij alle vormen van dementie (verdeelde meestal 1st)
Omgaan met aandachtsproblemen:
- Trek de aandacht v/d persoon in kwestie alvorens iets uit te leggen
- Vermijd dubbeltaken/ multitasking
- Wissel taken voldoende af en vermijd eentonigheid
- Beperk aantal prikkels (bv zet tv/ radio af voor je met kaartspel start)
SLECHTER FUNCTIONEREND GEHEUGEN
Kortetermijngeheugen (30”)
- Plek waar relevante info als 1st wordt samengebracht en actief verwerkt
- Selectie uit info: wat is! En moet bewaard worden LTG (= inprenten)
- Aandacht schenken aan info, herhalen en koppelen aan eerdere ervaringen
4