1
BOEK 1
De bronnen van verbintenissen
INHOUDSTAFEL
INLEIDING
HOOFDTUK 1: BEGRIP EN SOORTEN OVEREENKOMSTEN
AFD 1: BEGRIPSHANDELING
AFD 2: SOORTEN OVEREENKOMSTEN
HOOFSTUK 2: BASISBEGINSELEN VAN HET CONTRACTENRECHT
AFD 1: HISTORISCH UITGANSPUNT: WILSAUTONOMIE
AFD 2: DE WILSAUTONOMIE GECORIGEERD
AFD 3: DE CENTRALE ROL VAN DE RECHTER IN HET CONTRACTUEEL MECHANISME
HOOFDSTUK 3: TOTSTANDKOMING VAN DE OVEREENKOMST
AFD 2: DYNAMISCH BEKEKEN
AFD 1: STATISCH BEKEKEN
AFD 3: DE SANCTIONERING IN PRECONTRACTUE LE FASE
HOOFDSTUK 4: UITWERKING VAN HET CONTRACT TUSSEN PARTIJEN
AFD 1: CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID EN SANCTIES
HOOFDSTUK 5: UITWERKING VAN DE OVEREENKOMST JEGENS DERDEN
AFD 1: BEGINSELEN EN BEGRIPPEN
AFD 2: DERDENWERKING VAN DE EXTERNE GEVOLGEN
AFD 3: DE RELATIVITEIT VAN DE INTERNE GEVOLGEN
AFD 4: DOORWERKING VAN DE OVEREENKOMST
, 2
INLEIDING
Definitie boek 5
- Artikel 5.1: verbintenis
- Artikel 5.2: natuurlijke verbintenis
Vermogensrechtelijke verbintenis
- Rechtsband tussen 2 of meerdere personen
- Door de wet erkend: artikel 5.3
- Ontstaan uit menselijk handelen of uit de wet
→ Zodat SE de SA kan aanspreken
→ In geld waardeerbaar
→ In rechte afdwingbaar
- Soms is elke partij SE en SA
o Bv: wederkerig contract
▪ Koop
• Verkoper is SE van de betalingsverbintenis
• Verkoper is SA van de leveringsverbintenis
→ Wederkerige verbintenissen
Wederzijds EN samenhangend
o Je kunt de ENAC inroepen, artikel 5.239, doordat ze samenhangend zijn
Kenmerken
1. Rechtsband tussen personen
2. Ontstaan uit menselijk handelen of de wet
3. Voorwerp een in geld waardeerbare aanspraak
4. Zo nodig in rechte afdwingbaar
Kenmerk 1: Rechtsband tussen personen
- Intern
o Verbintenis/persoonlijk recht/vorderingsrecht
▪ Verhouding tussen personen
▪ SE heeft aanspraak op een gedraging/prestatie van de SA
o Zakelijk recht
▪ Verhouding tussen een persoon en een goed
▪ Titularis heeft zeggenschap over zaak/goed
▪ Artikel 3.3 en 3.8, §1 BW
o Relativeren
▪ Want huurder heeft ook relatie tot goed, nl. recht op gunstig genot
, 3
- Extern
o Probleem van derdenwerking of tegenwerpelijkheid
o Verbintenis
▪ Opsplitsing tussen aanspraken SE en SA en haar bestaan als rechtsfeit in het
rechtsverekeer
• Aanspraken
o Werken relatief: enkel SE kan afdwingen, enkel SA is iets
verschuldigd
• Bestaan
o Als rechtsfeit is het tegenwerpelijk aan derden en kan door
derden worden ingeroepen
▪ Vergelijkbaar met zakelijk recht, derden moeten de
verbintenis respecteren als feit
o Zakelijk recht
▪ Geldt erga omnes
• Moet door iedereen geëerbiedigd worden
Kenmerk 2: bronnen
- Artikel 5.3 BW
- Verbintenissen ontstaan uit:
o Rechtshandelingen
▪ Menselijk gedrag dat rechtsgevolgen beoogt
▪ Twee of meerzijdig: artikel 5.69
▪ Eenzijdig: artikel 5.125
o De wet
▪ Menselijk gedrag dat geen rechtsgevolgen beoogt
▪ Onrechtmatig handelen of nalaten: artikel 1382 OBW
▪ Oneigenlijke contracten: artikel 5.127
Kenmerk 3: voorwerp van de verbintenis
- Artikel 5.46
o Prestatie van de SA
- Klassieke opdeling
o De prestatie is:
▪ Iets doen
• Facere
▪ Iets niet doen
• Non-facere
▪ Iets geven
• Dare
▪ Iets garanderen – aanvulling
o Verschil specifieke en generieke- of soortzaak, nuttig voor
▪ Eigendomsovergang – bij consensus
• Van een species gaat over bij consensus
• Van een genus gaat over bij afzondering of specificatie
▪ Risico-overgang – gaat samen over met de eigendom
▪ Artikel 3.14, §2 en 5.79
, 4
- Moderne opdeling
o Artikel 5.72
o Resultaatsverbintenis
▪ SA moet bepaald resultaat bereiken
▪ SE moet niet bewijzen, de fout van de SA wordt vermoed
▪ Enkel bewijs van overmacht kan de SA bevrijden
o Inspanningsverbintenis
▪ SA moet nodige inspanningen leveren
▪ SE moet bewijzen dat er onvoldoende inspanningen zijn geleverd vergeleken
met een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden
- Partijen kiezen zelf het voorwerp
o Bv: een inspanningsverbintenis versteken tot een resultaatsverbintenis of
omgekeerd
- Bij interpretatie kijkt de rechter naar de bedoeling van de partijen en naar het zeker of
onzeker karakter van het beoogde resultaat
- Garantieverbintenis of versterkte resultaatsverbintenis
o Wanneer de SA zich ook verbindt om in te staan ingeval van overmacht
Kenmerk 4: afdwingbaarheid van de verbintenis
- 3 stappen
o Ingebrekestelling van de SA
o Vonnis bekomen met rechterlijk bevel = (gedwongen) uitvoering
o Vonnis uitvoeren met ‘middelen van tenuitvoerlegging’ = dwanguitvoering
- Artikel 5.234
o SE heeft recht op uitvoering in natura
▪ Tenzij dit dwang op SA vereist
▪ Tenzij onmogelijk of abusief
• Dan enkel schadeherstel = uitvoering bij equivalent
- Ondanks beperkingen zijn uitvoering in natura en dwanguitvoering vaak mogelijk
o Gegeven van species
o Iets doen of niet doen
▪ Afdwingen zonder fysieke dwang
• Dwangsom
• (Gerechtelijke) vervanging
• Rechter neemt beslissing
• Herstel van schade
- Met dit kenmerk juridische verbintenissen onderscheiden van niet-juridische verbintenissen
o Partijen bepalen zelf of ze een afdwingbare verbintenis beogen
▪ Bv: gentlemen’s agreement
o Morele verbintenissen
▪ Letters of intent
▪ Letters of comfort
o Natuurlijke verbintenissen
▪ Artikel 5.2
▪ Als de SA erkent = verbintenis omzetten in afdwingbare verbintenis
, 5
HOOFDSTUK 1: BEGRIP EN SOORTEN OVEREENKOMSTEN
AFD 1: BEGRIPSHANDELING
Begrip contract
- Artikel 5.4
o Klassieke definitie
o Meerzijdige rechtshandeling
o Consensus of wilsovereenstemming
o Steeds 2 wilsuitingen!!
o 1 verbintenis uit het contract volstaat
▪ Want eenzijdig contract bestaat: artikel 5.6, lid 2
- Artikel 5.12
o Tussen 2 of meer personen
o ENAC inroepen wanneer 1 van de andere partijen tegenover een andere partij moet
presteren (niet tegenover jou), jij kan ook ENAC inroepen
- Bedoeling rechtsgevolgen te doen ontstaan
o Partijen bepalen in beginsel zelf of ze een afdwingbaar contract beogen
o Morele contracten kennen vele gradaties in afdwingbaarheid en gaan van bindend
tot niet-bindend
▪ Letters of intent, letters of comfort
o Natuurlijke verbintenissen zijn niet afdwingbaar, zolang geen erkenning
AFD 2: SOORTEN OVEREENKOMSTEN
- Vermogensrechtelijke contracten uit privaatrecht
o = Contract gesloten tussen particulieren die vermogensrechtelijke verbintenissen of
zakelijke rechten vestigt, vaststelt, overdraagt, wijzigt of tenietdoet
- Contracten die privaatrechtelijk zijn
o Familierechtelijke
o Bewijsrechtelijke of procesrechtelijke
o Vennootschapsrechtelijke
- Artikel 5.13
o Boek 5 van toepassing op alle contracten → werkt aanvullend
Consensuele, vormelijke en zakelijke contracten
- Artikel 5.5
o Consensueel
▪ Loutere wilsovereenstemming
▪ Bv: gemene huur, aanneming en lastgeving
o Vormelijk
▪ Geldigheid onderworpen aan een vormvereiste
• Sanctie: nietigheid
▪ Bv: schenking (notariële akte), kosteloze borgtocht
o Zakelijk
▪ Totstandkoming onderworpen aan de overhandiging van een voorwerp
• Sanctie: nietigheid
• Voorwerp niet geleverd = enkel consensueel contract
, 6
Consensueel, vormelijk of zakelijk?
- Onderscheid door geldigheidvoorwaarden
- Consensualisme is de regel
o Artikel 5.28
▪ Uitzondering: artikel 5.29 voor vormelijke en zakelijke contracten
- Inpandgeving roerend goed
o Consensueel in de regel, maar vormelijk contract met consument
- Koop van een onroerend goed
o Geldigheid – consensueel
o Bewijs – geschrift
o Tegenwerpbaarheid – notariële akte
Wederkerige en eenzijdige contracten
- Artikel 5.6
o Contract met 1 verbintenis = eenzijdig contract
▪ Bv: onbezoldigde bewaargeving en bruiklening
o Minstens 2 verbintenissen, 1 per partij = wederkerig contract
▪ Bv: koop en aanneming
▪ Samenhangend
- Wederkerig of eenzijdig?
o Huur
▪ Wederkerig
o Dading
▪ Wederkerig
• Wederzijdse toegevingen
• Consensueel, maar geschrift als bewijs
o Lastgeving
▪ Eenzijdig
▪ >< aanneming
o Borgstelling
▪ Eenzijdig
• Contract staat en valt met het hoofdcontract
Contracten onder bezwarende titel en ten kosteloze titel
- Artikel 5.7
o Onder bezwarende titel
▪ Voor alle partijen een voordeel
o Ten kosteloze titel
▪ 1 partij heeft een voordeel
▪ Uit vrijgevigheid of met animus donandi (de wil om te begunstigen is
aanwezig)
▪ Bv: schenking, bruiklening, kosteloze bewaarneming of borgstelling
, 7
Vergeldende en kanscontracten
- Artikel 5.8
o Vergeldend
▪ De prestaties zijn gekend bij de contractsluiting en worden door de partijen
als gelijkwaardig beschouwd
o Kanscontract
▪ De prestatie hangt af van een alea/kans, zodat gelijkwaardigheid van
prestaties niet kan ingeschat worden bij de contractsluiting
▪ Geen benadeling mogelijk, tenzij geen echte alea
• Bv: verzekering, koop op lijfrente
Contract intuitu personae
- Contract gesloten omwille van de persoon of omwille van haar persoonlijke kwaliteiten
- Beslissend karakter van de persoon, heeft tot gevolg dat:
o Dwaling over de medecontractant kan worden ingeroepen
o Contract eindigt bij overlijden van de intuitus
o Geen overdracht mogelijk op een derde
▪ Tenzij akkoord van de SE
o Uitvoering door SA moet persoonlijk zijn, geen hulppersonen
➔ Kan verschillen omwille van de diversiteit en de gradaties in intensiteit per contract
Benoemde, onbenoemde en gemengde contracten
- Benoemde contracten
o Regeling in BW of bijzondere wetgeving
- Onbenoemde contracten
o Krijgt in de praktijk vaak andere inhoud van de partijen
- Gemengde contracten
o Bevatten herkenbare elementen van diverse benoemde contracten
- Absorptie-theorie
o De dominante component toepassen
o Bv: contract met immo- of vastgoedmakelaar
▪ Deel aanneming, deels lastgeving
o Artikel 5.67, lid 2
Contract van onbepaalde duur
- Artikel 5.75
Contract van bepaalde duur
- Artikel 5.76
, 8
Raamcontract/kadercontract
- Artikel 5.9
o Contract dat het algemeen kader vaststelt waarbinnen latere ‘uitvoeringscontracten’
zullen worden gesloten
- Onderscheiden van voorovereenkomst
o Bereidt slechts 1 toekomstig contract voor en heeft daarmee een directe band
- Bv: commerciële concessie
- Is geen aflopend contract (= dadelijk contract, 1 of meerdere eenmalige prestaties die ineens
worden uitgevoerd) maar een duurcontract (= de uitvoering van de opeenvolgende
prestaties steeds gespreid in de tijd)
- Vaak van onbepaalde duur → steeds eenzijdige opzegging mogelijk
- Ook mogelijk van bepaalde duur → geen eenzijdige opzegging mogelijk
Onderhandelde contracten, toetredingscontracten en het gebruik van algemene voorwaarden
- Toetredingscontract
o Artikel 5.10
o Contract waarbij een (zwakkere) partij geen zeggenschap heeft over de inhoud die
eenzijdig wordt vastgelegd door een andere (sterkere) partij, en die de (zwakkere)
partij geen kans had om te onderhandelen
- Algemene voorwaarden/standaardbedingen
o Voorgedrukte bedingen door 1 partij vooraf opgesteld en bestemd voor herhaald
gebruik
- Onrechtmatige bedingen
o Artikel 5.52
▪ Clausule met betrekking op de hoofdprestatie/kernbedingen =/= algemene
voorwaarde
Sponseringscontract
- Soms zakelijk, in principe consensueel
- Wederkerig contract
- Vergeldend contract
o Ieder haalt er zijn voordeel uit
- Onder bezwarende titel
o Ieder levert een prestatie
- Intuitu personae
o In beide richtingen
- Sui generis
- Verschillende contractvormen
Contracten met een consument (B2C)
- Voor al dan niet onderhandelde contracten
- Artikel VI.83 WER
o Zwarte lijst van onrechtmatige bedingen
o WER heeft voorrang als lex specialis op gemeen verbintenissenrecht
, 9
Contracten tussen ondernemingen (B2B)
- Na wurgcontracten tussen landbouwers en grootwarenhuizen
- Artikel VI.91/4 WER
o Zwarte lijst van 4 onrechtmatige bedingen
- Artikel VI.91/5
o Grijze lijst van 8 die vermoed worden onrechtmatig te zijn tot bewijs van tegendeel
- WER heeft voorrang als lex specialis op gemeen verbintenissenrecht
HOOFDSTUK 2: BASISBEGINSELEN VAN HET CONTRACTENRECHT
AFD 1: HISTORISCH UITGANGSPUNT: WILSAUTONOMIE
Principe van de wilsautonomie
- Elke individu heeft de bevoegdheid om vrij zijn eigen rechtspositie te bepalen
1) De contractvrijheid
- Vrijheid om al dan niet te contracteren
o Wanneer men wil
o Met wie men wil
o Inhoud vrij het bepalen
- Enige grens = verbod op schending van regels van openbare orde wan zij beschermen het
algemeen belang
o Sanctie = nietigheid
2) Bindende kracht
- Partijen zijn gebonden door contract
o Geldig contract strekt de partijen ‘tot wet’
o Enige uitweg = overmacht of opzegging
- Rechter mag zich niet inmengen, ook niet om reden van billijkheid
o Rechter kon enkel: interpreteren + gematigd uitstel verlenen aan SA
o Geen algemene erkenning van de imprevisieleer (= leer die de rechter de
mogelijkheid geeft om een contract te ontbinden of aan te passen)
- Derden: principe van relativiteit van de interne gevolgen
o Ze zijn nooit gebonden
3) Consensualisme
- In de regel komt het contract solo consensu tot stand
o Er gelden dus in principe geen vormvereisten
- Maar uitzonderingen op consensualisme
o Zakelijke contracten
o Vormelijke contracten
, 10
AFD 2: DE WILSAUTONOMIE GECORRIGEERD
- Socialisering van het contractenrecht door een zoektocht naar evenwicht tussen de
wilsautonomie van partijen en de bescherming van de zwakkere partij
- Wilsautonomie behouden, maar ook bescherming voor de zwakker partij
- Redelijkheidsbeginsel
- Zelfs een vrij en rationeel individu maakt fouten
1) Contractsvrijheid kritisch bekeken
- Artikel 5.14
o 3 aspecten
▪ Wanneer men wil
▪ Met wie men wil
▪ Inhoud vrij bepalen
o MAAR wetgever legt beperkingen op die de ongelijke positie tussen partijen wil
oplossen
A) Beperkingen aan de vrijheid om te contracteren wanneer men wil
- Geen gelijkheid en vrijheid van de partijen
o In sommige domeinen zijn er zwakkere en sterkere partijen
o Overheid legt wettelijke plicht tot contracteren op met gelijke behandeling van
gebruikers
o Bv:
▪ Nutsbedrijven: levensnoodzakelijke goederen en diensten aanbieden aan
iedereen
▪ Verplichte verzekering aansprakelijkheid voor motorvoertuigen
▪ Minimale bankdiensten
▪ Sociaal tarief voor energielevering
- Contractvrijheid zou ook de OH omvatten om niet te contracteren: contractweigering werd
vrij en algemeen aanvaard
o Art IV.2/1 WER
▪ Verbiedt in B2B ‘misbruik van positie’
o Verplicht contracteren met zwakkeren
o Antidiscriminatiewetten
o Weigering te contracteren kan een rechtsmisbruik opleveren