Dit document bevat alle belangrijke termen die in de les vermeld werden. Ik behaalde het vak in eerste zit door deze termen te leren + leerdoelen + werkcolleges.
ALGEMENE PATHOLOGIE
TERMEN ALGEMENE PATHOLOGIE 3 E BACHELOR DIERGENEESKUNDE
STOFWISSELINGSSTOORNISSEN
Stofwisselingsstoornis
Kwantitatieve afwijking in de biochemische processen van opbouw en afbraak. We zien geen
kwalitatieve nieuwe omzettingen meer en de bestaande biochemische processen gaan
onvolledig, in te geringe mate, in overmaat of op de verkeerde plaats door. Hierdoor krijgen
we opstapeling van substraat in bepaalde cellen of in het interstitium en/of het ontbreken
van bepaalde weefselbestanddelen -> adaptatievermogen van de cellen is overschreden.
Hypertrofie
Cellen en organellen zullen vergroten.
Hyperplasie
Cellen en organellen zullen vermeerderen in aantal.
Atrofie
Afname van het aantal cellen en/of aantal cellulaire structuren.
Dystrofie
Een ziekte die veroorzaakt wordt door een stofwisselingsstoornis.
1
,DEGENERATIE
Degeneratie
De morfologische uiting van een stofwisselingsstoornis die nog niet heeft geleid tot celdood.
Hypoxie
Partiële reductie in de zuurstofconcentratie.
Anoxie
Volledig ontbreken van zuurstof.
Hypoxidose
Degeneratieve verandering door een stoornis in de oxidatieve energieproductie (oxidatieve
fosforylatie). Het is dus eigenlijk een degeneratie die te wijten is aan zuurstoftekort
waardoor er verdere problemen ontstaan met oxidatieve energieproductie.
2
,CYTOPATHOLOGIE
Aneuploïdie
Een ongelijke verdeling van chromosomen die ontstaat door een foute kerndeling (dit is ook
een kenmerk van bepaalde tumoren).
Endomitose
Inwendige mitose van de chromosomen waarna er geen kerndeling optreedt.
Amitose
Ontstaan van meerkernige cellen doordat er wel kerndeling, maar geen celdeling
(cytodieresis) is. Dit kan fysiologisch of pathologisch zijn.
Kernwandhyperchromatose
Condensatie van chromatine tegen de inwendige kernmembraan. Dit komt na kernzwelling
en is een voorstadium van pycnose dus is een teken van naderende celdood.
Chromatolyse
Het oplossen van de Nissl substantie bij cellen met grote aggregaten van RER, bijvoorbeeld
neuronen. Dit wordt geïnduceerd als een respons op bijvoorbeeld ischemie, toxiciteit,…
Korrelige degeneratie
Opgeblazen mitochondriën noemen we ook wel korrelcellen. Dit omdat ze bij een LM beeld
als fijne korreling te zien zijn. Dit wijst erop dat het mitochondrion letaal beschadigd is.
3
, Residueel lichaampje
Dit zijn overblijfsels van de lipidenmembranen. De lysosomen zijn verantwoordelijk voor de
vertering van cellen en dergelijke, maar de lipidenmembranen hiervan zijn moeilijk te
verteren en worden daarom uitgescheiden als residuele lichaampjes via exocytose. Het
worden ook wel myelinefiguren genoemd door hun gelamelleerd uitzicht.
Lipofuscine
Een ouderdomspigment dat in grote mate voorkomt in langlevende cellen zoals hart- en
spiercellen en neuronen, en ook in metabool heel actieve cellen zoals hepatocyten. Het
ontstaat uit intracellulaire vetten, die afkomstig zijn van de turn-over van membranaire
organellen, die worden geoxideerd tot een autofluorescerend pigment, namelijk lipofuscine.
Op microscopisch beeld is dit te zien als roestige plekken in het cytoplasma.
Autofagie
Dit is het fenomeen waarbij nieuwgevormde lysosomen de eigen beschadigde organellen
gaan verteren. Het treedt dus op bij subletale celbeschadiging waarbij er een extreem tekort
is aan nutriënten of bij aanwezigheid van waardeloos geworden celcomponenten of
celorganellen. Autofagie gaat dan via vorming van autofagolysosomen (autofagosoom +
lysosoom). Typisch te zien in de lever waar de zeer actieve cellen (in bijzonder de
mitochondriën) snel verslijten.
Lipidose
Opstapeling van niet-afgebroken (fosfo)lipiden in lysosomen. Het ontstaat bijvoorbeeld bij
rechtstreekse inactivatie van de enzymen die betrokken zijn in het fosfolipidenmetabolisme
of bij binding van bepaalde chemische stoffen aan fosfolipidenmembranen.
Michaëlis-Gutmann lichaampjes
Dit zijn fagocyten die beladen zijn met grote, ringvormige residuele lichaampjes die
geregresseerde (meestal verkalkte) bacteriën bevatten. Ze ontstaan bij het intracellulair
afbreken van deze bacteriën.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jokewol. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.