SEMANTIEK
Toekennen van waarheidswaarden (0 - vals, 1 - waar) aan wffs
Als alle premissen waar zijn, is de conclusie dan ook waar?
HEURISTIEK TABLEAUS
1. Schrijf de premissen en de conclusie op
2. Schrijf onder elke premisse 1 en onder de conclusie 0
3. Breek de uitspraken af, door gebruik te maken van de afbreekregels, tot je enkel elementaire
letters (p, q, r,...) overhoudt met een 1 of een 0 onder (Volgorde van afbreekregels maakt
niet uit, maar uitspraken die voorkomen boven een splitsing moeten worden afgebroken in
elk alternatief, dus begin best met de uitspraken die niet gesplitst moeten worden)
4. Bekijk hoeveel alternatieve mogelijkheden (aan de hand van splitsingen) er zijn
5. Bekijk of je in elk alternatief een tegenspraak (een elementaire letter met zowel een 0 als 1
eronder) vindt
6. Besluit of er sprake is van semantisch gevolg (tegenspraken in elk alternatief) of niet
(minstens één alternatief zonder tegenspraak)
AFBREEKREGELS
(&1): Staat A&B met 1, schrijf dan A met 1 en B met 1.
(&0): Staat A&B met 0, splits dan het tableau: schrijf aan ene kant A met 0,
aan andere kant B met 0.
(∨1): Staat A∨B met 1, splits dan het tableau: schrijf aan ene kant A met 1,
aan andere kant B met 1.
(∨0): Staat A∨B met 0, schrijf dan A met 0 en B met 0.
(~1): Staat ~A met 1, schrijf dan A met 0.
(~0): Staat ~A met 0, schrijf dan A met 1.
(⊃1): Staat A⊃B met 1, splits dan het tableau: schrijf aan ene kant A met
0, aan andere kant B met 1.
(⊃0): Staat A⊃B met 0, schrijf dan A met 1 en B met 0.
(☰1): Staat A☰B met 1, splits dan het tableau: schrijf aan ene kant A en B
met 0, aan andere kant A en B met 1.
(☰0): Staat A☰B met 0, splits dan het tableau: schrijf aan ene kant A met
0 en B met een 1, aan andere kant A met 1 en B met een 0.
Toekennen van waarheidswaarden (0 - vals, 1 - waar) aan wffs
Als alle premissen waar zijn, is de conclusie dan ook waar?
HEURISTIEK TABLEAUS
1. Schrijf de premissen en de conclusie op
2. Schrijf onder elke premisse 1 en onder de conclusie 0
3. Breek de uitspraken af, door gebruik te maken van de afbreekregels, tot je enkel elementaire
letters (p, q, r,...) overhoudt met een 1 of een 0 onder (Volgorde van afbreekregels maakt
niet uit, maar uitspraken die voorkomen boven een splitsing moeten worden afgebroken in
elk alternatief, dus begin best met de uitspraken die niet gesplitst moeten worden)
4. Bekijk hoeveel alternatieve mogelijkheden (aan de hand van splitsingen) er zijn
5. Bekijk of je in elk alternatief een tegenspraak (een elementaire letter met zowel een 0 als 1
eronder) vindt
6. Besluit of er sprake is van semantisch gevolg (tegenspraken in elk alternatief) of niet
(minstens één alternatief zonder tegenspraak)
AFBREEKREGELS
(&1): Staat A&B met 1, schrijf dan A met 1 en B met 1.
(&0): Staat A&B met 0, splits dan het tableau: schrijf aan ene kant A met 0,
aan andere kant B met 0.
(∨1): Staat A∨B met 1, splits dan het tableau: schrijf aan ene kant A met 1,
aan andere kant B met 1.
(∨0): Staat A∨B met 0, schrijf dan A met 0 en B met 0.
(~1): Staat ~A met 1, schrijf dan A met 0.
(~0): Staat ~A met 0, schrijf dan A met 1.
(⊃1): Staat A⊃B met 1, splits dan het tableau: schrijf aan ene kant A met
0, aan andere kant B met 1.
(⊃0): Staat A⊃B met 0, schrijf dan A met 1 en B met 0.
(☰1): Staat A☰B met 1, splits dan het tableau: schrijf aan ene kant A en B
met 0, aan andere kant A en B met 1.
(☰0): Staat A☰B met 0, splits dan het tableau: schrijf aan ene kant A met
0 en B met een 1, aan andere kant A met 1 en B met een 0.