Bedrijfsinformatica: examenvragen + wooclap vragen
Examen 2021-2022 2de zit
Theorie meerkeuze
1) Defintie van informatiesysteem, wat hoort er niet bij?
- Databanken
- IT hardware
- Software
- Processen
- Personen
2) Vraag over ‘composite key’, wat is er verkeerd aan de uitspraak?
3) Vraag over ‘composite key’, wat is er juist aan de uitspraak?
4) Vraag over ‘tabellen en klassen’, welke uitspraak is juist?
- Een tabel kan ook een klasse zijn
- …
5) Waarvoor staat URL?
- Uniform Resource Locator
- Uniform Research language
- Uniform Resource language
- Uniform research locator
6) Vraag over ‘artikel’
7) Vraag over ‘artikel’
8) Vraag over ‘GANTT-chart’, wat is de critical path?
9) Welke type van maintance is dit?
- Corrective
- Perfective
- Adaptive
- Preventive
10) Vraag over ‘project management’
11) Wanneer onstond de 3de programmeertaal?
- Eind jaren 1950
- 1900
- 2000
- 1850
1
,12) Rond welke periode struggelde de CEO met data of was programmeren onbelangrijk?
13) Hoeveel procent van de projecten mislukken er?
- 80%-90%
14) Vraag over Use Case: “Een paspoort is een identiteitsbewijs. En een identiteitsbewijs
is ook een ID-kaart en een paspoorrt.”
Identiteitsbewijs
Paspoort ID-kaart
15) Welke stap komt na de designfase en voor testen?
- Implementatie
- Live gaan
- Onderhoud
- Plannen
C = cost
16) Cost, time en …?
- Quality
- People
- Profit
- Goal
T = time Q = quality
17) Wat hoort er bij business/IT alignment bij ‘business’?
- Strategy
- Design
- Technology
- Programming
18) Wat mag niet onbreken bij een server?
- Computer
- Muis
- Netwerk
- Printer
19) Vraag over ‘databanken’
20) Vraag over ‘pass by reference: a’ en ‘pass by value: b’, wat is de print?
a = ….
b = ….
If ……:
……
else:
…….
2
,21) Wat is de eerste uitoefening van ‘Internet of Things’?
- Alarmbel
- …
22) Wat is een voordeel van ERP?
- Goed geïntegreerd
- Goedkoop
- Gemakkelijk
23) Wat is 252 in binaire code?
- 11111100
- 10000011
- 11110000
- 10101010
In totaal zijn er 255 binaire codes, dus 0 → 255
27 26 25 24 23 22 21 20
1 1 1 1 1 1 0 0
128 + 64 + 32 + 16 + 8 + 4 2 0 = 252
➔ We tellen enkel de getallen op waar er een ‘1’ bovenstaat, de getallen waar er
een ‘0’ staat nemen we niet mee in de som.
24) Waarvoor staat deze figuur?
- begin event
- einde event
- keuze
- sequence flow
25) Hoe duide je keuze aan? Met welke van de onderstaande figuren?
26) Wat doet een compiler bij het vertalen?
- Opsporen van syntax-fouten
- Opsoren van logische fouten
3
, 27) Een derde programmeertaal is ….?
- Meer machine onafhankelijker & meer programmavriendelijker
- Meer machaine afhankelijker & meer programma onvriendelijker
- Meer machine onafhankelijker & meer programma onvriendelijker
- Meer machine afhankelijker & meer programmavriendelijker
Theorie openvragen
1) Vraag over H7, zo’n soortgelijke oefening waarbij jezelf deze figuur zal moeten
tekenen aan de hand van wat er in de opgave gevraagd wordt
1
1…* …n*
2) Een burger ontvangt een mail voor een afspraak bij het vaccinatiecentrum. Ter plekke
moet hij tegelijkertijd zijn afspraak tonen en zijn ID-kaart of zijn paspoort laten tonen.
→ vraag over H5 waarbij je goed jouw poolen moet gebruiken en vermelden en
gebruik moet maken van de juiste figuren!
3) Vertaal wat je hebt getekend bij vraag 2) in een NS.
→ Enkel het probleem is dat je bij algoritmevoorstellingen, bij het uitvoeren van een
actie niet de ‘and’ kan uitvoeren. Je kan dus geen 2 acties tegelijk uitvoeren. Daarom
moet je een ‘for’ gebruiken. Wat wil zeggen dat je wel de ‘keuze’ kan uitvoeren.
Actie 1: 2 zaken tonen (afspraak + ID-kaart/paspoort)
Actie 2: je maakt een keuze
Actie 3: afsluiten (‘end’)
4
,Oefeningen meerkeuze
1) Len(8888)/4
- 1
- ‘1’
- 2222
- ‘2222’
2) “You are invited !”[-1]
- “invited” → je doet ‘!’ weg en je behoudt dus enkel nog ‘invited’
- “!”
- invited
- !
3) ‘Sarah’.islower()
- False → want ‘Sarah’ bestaat wel nog uit een hoofdletter, dus de uitspraak is niet
waar
- True
- error
- 1
4) Data = [ {1 : one, 2 : two, 3 : three, 4 : for} ]
Print (len(data))
- 1 -> want er is maar 1 dictionary {}
5) Data = [ 8,9 , 9,9 , Belgian, 1 ]
If data == float:
*= 4
If data == bool:
*= 2
- 8 → Er zijn 2 floats (nl. 8,9 en 9,9), want je hebt twee kommagetallen. Dus als je 2
*= 4 doet, krijg je 8. Een bool heb je niet, dus die if-statement kan je niet utivoeren,
daarom blijft het gewoon 8.
6) “Hello Ellen”[2;-3]
- “llo El” → Hello Ellen
01234 56789
2 -3
- “llo Ell”
- “Hello El”
- “lo El”
7) Vraag over ‘append’
5
, 8) Wat is de voorgedefinieerd datatype in Pseudo-code?
- Geen enkel → Bij algoritmevoorstellingen heb je gewoon geen types.
Algoritmevoorstellingen zijn onafhankelijk van types (= kenemrk van algoritmes).
Bij het programmeren heb je wel types, want die zijn er afhankelijk van.
- Integer
- Boolean
- Float
- String
9) A = 1
B=2
Str(a+b)
- ‘3’ → Je moet gewoon de variabelen optellen aangezien er ‘+’ staat. Er staat ook
dat de output een string moet zijn, daarvan die aanhalingstekens.
- 3
- ‘12’
- 12
10) Vraag over ‘for i in range’
11) Welk type is dit? …..
- Bool
- String
- Integer
- Float
Examen 2022-2023 1ste zit
Oefeningen meerkeuze
1) a = “28”
b = “3”
print (a > b)
Wat zou de output zijn als we de bovenstaande python code uitvoeren?
- False → Bij een string ga je alfabetisch gaan rangschikken, je gaat kijken naar het
eerste getal, nl. “2” voor a en “3” voor b. Dus 2 is niet groter dan 3 en daarom is
het False. En waarom nu juist False? Want bij comparison operators ( zoals ‘>’) ga
je altijd als output een bool hebbe, wat wil zeggen ofwel een True ofwel een False.
- True
- a>b
- 28 > 3
6