● Uitzonderingen voor lijst IV (UG mengsel)
- AB, LA of cortico voor oftalmologisch gebruik, hypofysaire hormonen, meer
dan 2% minoxidil, cortico voor oor, antihormonen voor diergeneeskundig
gebruik
- Efedrine & fenylpropanolamine: afhankelijk van het gebruik
I. Eetlustremmer -> lijst IV
II. Rhinitis, bronchospasmen -> lijst III 50-150mg & geen lijst
- Metamizol
I. Alleen -> lijst IV
II. Met spasmolyticum -> hernieuwbaar voorschrift nodig
- Barbituraten
I. Enkel barbituraten -> lijst IV zonder MD
II. Barbituraten + potentiërende stof -> lijst IV zonder MD
III. Barbituraten zonder potentiërende stof -> lijst IV 400-800mg
- Verdovingsmiddelen altijd etiket Nr. 1 en vermelden met S
● Bewaren
- Gedurende hele houdbaarheidstermijn moet min. 90-110% van de
voorgeschreven stof aanwezig zijn
- Bewaartermijn zie cursus p. 15
- Giftkast
- Recipiënten:
I. Goed gesloten recipiënt
II. Luchtdicht recipiënt
III. Exsicatorvat (hygroscopische stof)
IV. Donker recipiënt
- Invloed van fysische factoren
I. Vluchtige stoffen: alcohol, vluchtige oliën en ethers altijd afdekken!
II. Licht, Water
III. Zware metalen: reageren met oplosmiddel of verpakking
- Invloed van micro: slecht worden bereiding
I. Toevoegen BWM: zonder BWM 7 dagen houdbaar
II. Sterilisatie uitvoeren
III. Temperatuur! Altijd vermelden
- Invriezen: -15°C
- Koud: 2-8°C
- Koel: 8-15°C
- Kamer: 15-25°C
● Thermolabiele stoffen
- Bicarbonaten: niet opwarmen (vorming CO2)
● Stoffen vluchtig met waterdamp: opwarmen in gesloten vat (afdekken met
huishoudfolie) (Sorbinezuur & Benzoëzuur altijd opwarmen)
- Sorbinezuur
- Benzoëzuur
● Indometacine lost slecht op in water, maar samen met meglumine (meglumine zorgt
dat pH hoger wordt, is een sterke base) vormen ze een goed oplosbaar zout
(oplosbaarheid verhogen door zoutvorming)
● Oplosbaarheid furosemide stijgt door toevoeging van trometamol (oplosbaarheid
verhogen door pH aanpassing)
, ● 1 soeplepel = 15mL
● 1 mL = 20 druppels
● Viscositeitsverhogende stof:
- anionogeen, kationogeen, niet-ioniserend: chemisch verenigbaar met
farmacon? (nakijken bij farmaca vb aluminiumzouten & hulpstoffen vb
tragacanth, arabische gom)
- slijmdispersie
- om sedimentatie te vertragen
- IG: arabische gom, tragacanth, cellulosederivaten: microkristallijne cellulose,
MC, NaCMC, HPMC, HPC, HEC
- UG: carbomeer, anorganische stoffen, cellulosederivaten
● Oppervlakte-actieve stof/tenside:
- voor het solubiliseren van lipofiele stoffen (Vit A & D) in water
- bv polysorbaten
- vormen boven de CMC micellen: in hun lipofiele kernen lost het lipofiele
farmacon op
- siroop, glycerine & sorbitoloplossingen verhinderen samenvloei micellen dus
werken stabiliserend
- hoeveel tenside toevoegen: 3x de concentratie van te solubiliseren oliën
● Conserveermiddelen:
- IG:
I. nipagine: methylparahydroxybenzoaat
II. nipasol: propylparahydroxybenzoaat
III. sorbinezuur: alleen actief in zuur midden
IV. benzoëzuur: alleen actief in zuur midden
- UG:
I. benzalkoniumchloride
II. fenylmercuriboraat
III. thiomersal
IV. chloorhexidine digluconaat
V. chlorbutanol
- bereidingen met glycerol (30% m/m)/propyleenglycol (>15% m/m)/ethanol
(>15% m/m) zijn zelfconserverend
● Antioxidant:
- Wateroplosbaar: ascorbinezuur, Na metabisulfiet, Na sulfiet, Na bisulfiet
Nodig voor PPRESAF: physostigmine, promethazine HCl, resorcine,
epinephrine, salicylzuur, ascorbinezuur, fenylephrine
- Vetoplosbaar: alfa-tocoferol (= Vit E), BHT, BHA, propylgallaat
- Oxideert eerder dan farmacon, voeg je toe als stof verkleurt oiv licht
● Chelatoren:
- vb Na EDTA, citroenzuur, wijnsteenzuur
● Elektrolyten/Peptisator:
- Bv Natriumcitraat (- geladen)
- Om aantrekking te krijgen (reductie zetapotentiaal) waardoor vlokking
- De toegevoegde ionen met lading tegengesteld aan lading poederdeeltjes
zullen de zetapotentiaal doen reduceren
● Oplosbaarheidsbevorderende stoffen
- bv voor jood: kaliumjodide