Samenvatting Farmacologie Hoofdstuk 1 - Cellen en hoe ze werken
4 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Medische kennis
Instelling
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Boek
Farmacologie / 2e editie, toegangscode MyLab NL
In deze samenvatting staat alle belangrijke informatie uit hoofdstuk 1 uit het boek farmacologie. Deze informatie is zeker nog tot ruim in 2026 actueel. Na het doornemen van deze samenvatting heb je alle belangrijke informatie doorgenomen.
Samenvatting medicijnleer 1.2b - HVA Hogeschool van Amsterdam
Alles voor dit studieboek (44)
Geschreven voor
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Academie Voor Verpleegkunde
Medische kennis
Alle documenten voor dit vak (86)
Verkoper
Volgen
annasenna
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
H1 CELLEN EN HOE ZE WERKEN
Inleiding
Het farmacologische effect vindt plaats op cellulair en biochemisch niveau.
1. Organisatieniveaus: van cel tot orgaansysteem
Volgens de definitie in de Nederlandse geneesmiddelenwet hoeft een geneesmiddel niet
altijd te genezen, en omvat het begrip geneesmiddel bijvoorbeeld ook diagnosemiddelen en
middelen die profylactisch worden ingezet.
De meeste geneesmiddelen grijpen aan op de cel.
De meeste geneesmiddelen werken dus op celniveau, maar hebben uiteindelijk wel
altijd effect op organen en systemen die de arts of de patiënt kan waarnemen.
Dit betekent dat je de werking van geneesmiddelen pas echt begrijpt als je kunt
uitleggen hoe de invloed van een geneesmiddel op een cel uiteindelijk doorwerkt op
organen en systemen
Alle volgende geneesmiddelen werken in op specifieke cellen, maar hebben een effect dat
verder reikt dan het niveau van de cel.
Enkele veelgebruikte geneesmiddelen, hun cellulaire aangrijpingspunt en hun effect
Geneesmiddelen Aangrijpingspunt Mechanisme Therapeutisch effect
(Cellen) (Gehele lichaam)
Bètablokkers Hartcellen Voorkomen een toename van
de HF
Lokale anesthetica Zenuwcellen Voorkomen pijn bij kleine
ingrepen
Analgetica Immuuncellen Verminderen ontstekingspijn
Antidepressiva Zenuwcellen Verlichten depressie
Statinen Levercellen Verlagen het
cholesterolgehalte van bloed
De pijl in de tabel staat voor het mechanisme waarmee een geneesmiddel inwerkt op
bepaalde cellen, waarna er een therapeutisch effect ontstaat.
De meeste geneesmiddelen gaan in beginsel een interactie aan met de eerste twee
categorieën:
Celorganellen
Hun chemische bestanddelen (de chemische stoffen waarvan de organellen gemaakt
zijn)
Ze hebben echter over het algemeen een werking in het lichaam als geheel of op
complete organen.
Voorbeelden:
Nitroglycerine is een geneesmiddel tegen angina pectoris dat aangrijpt op de cellen
van uiteenlopende bloedvaten (waaronder die van het hart zelf), maar de uitwerking
waarvan de patiënt zich bewust wordt is een vermindering van pijn op de borst.
Het bloeddrukverlagende geneesmiddel nifedipine, dat effect heeft op het
celmembraan van de spiercellen in de wand van de (slag)aders heeft effect op het
cardiovasculaire systeem waarbij er een daling van de bloeddruk optreedt.
, H1 CELLEN EN HOE ZE WERKEN
2. Korte inleiding over cellen
De meeste geneesmiddelen binden aan eiwitten
(proteïnen).
De meeste van deze eiwitten zitten in én
op cellen.
Sommige eiwitten zijn het
aangrijpingspunt voor geneesmiddelen
Cellen en cel onderdelen
Cellen zijn de bouwstenen waaruit de meeste weefsels zijn opgebouwd. Ons lichaam bevat
biljoenen cellen.
De meeste cellen zijn gespecialiseerd in een bepaalde taak
-Spiercellen: Samentrekken (door speciale eiwitten)
-Zenuwcellen: Geleiden zenuwimpulsen
-Kliercellen: Scheiden hormonen af
Geneesmiddelen gaan een IA met deze gespecialiseerde cellen
Cellen zie er vanbuiten verschillend uit, maar lijken vanbinnen vrij veel op elkaar
De cel onderdelen
Cellen worden niet alleen gezien als bouwstenen van weefsels, want het zijn in werkelijkheid
ongelofelijk complexe en dynamische structuren waarin het bruist van biochemische
activiteit.
In elke cel vinden elke seconde duizenden biochemische reacties plaats. Daardoor kan de cel
overleven en zijn taak vervullen als onderdeel van een groep cellen waaruit onze weefsels en
organen bestaan.
Als je door een elektronenmicroscoop naar een cel kijkt, zie je dat hij veel kleine onderdelen
bevat, deze onderdelen heten organellen (=kleine organen) en komen in alle cellen voor. Elke
organel heeft een eigen functie.
, H1 CELLEN EN HOE ZE WERKEN
Verschillende organellen werken samen aan de synthese van eiwitten (=proteïnesynthese).
Dat zijn de:
Celkern
-Ligt in het cytoplasma van de cel en is het informatie- en besturingscentrum van de
cel
Endoplasmatisch reticulum
-Een gangenstelsel van plattebuizen waar nieuwe eiwitten worden gemaakt
Golgi-apparaat
-Worden eiwitten en vetten afkomstig uit het endoplasmatisch reticulum verder
bewerkt, opgeslagen en getransporteerd
Ribosomen
-Wordt gebruikt om de erfelijke informatie van het DNA te kopiëren (DNA-replicatie)
Cellen maken tienduizenden verschillende eiwitten en deze eiwitten zijn het belangrijkste
aangrijpingspunt voor geneesmiddelen.
Mitochondriën: Kleine, boonvormige organellen die vrijwel alle energie voor de cel
produceren.
Gebruiken energie uit brandstof als glucose en vet om adenosinetrifosfaat (ATP) te
produceren.
ATP: Een klein pakketje energie dat de meeste biochemische processen van de cel mogelijk
maakt.
Sommige geneesmiddelen richten zich op cel onderdelen en mechanismen die ATP
gebruiken
De manier waarop onze cellen ATP produceren is behoorlijk ingewikkeld
Je moet hier iets van weten omdat sommige ziekten (zoals angina pectoris) de
energieproductie beïnvloeden en omdat sommige geneesmiddelen zoals
nitroglycerine er o.a. voor zorgen dat het lichaam ATP kan blijven maken.
-Dit proces van cellulaire energieproductie wordt celademhaling genoemd.
Celademhaling: Ook wel dissimilatie genoemd is het geheel aan processen waarbij in een
celenergie in de vorm van ATP wordt ontwikkeld.
Cytoplasma is een verzamelnaam voor de inhoud van de cel (vloeistof in de cel waarin alle
celonderdelen liggen). Het bestaat uit:
De organellen
Cytosol (=eenhalfdoorzichtige oplossing van enzymen, voedingsstoffen en
elektrolyten)
-Die oplossing is nodig voor talloze processen die voortdurend in elke cel plaatsvinden
Celmembraan is een ongelofelijk dunne membraan (ca. 7 nanometer) die de inhoud van
onze cellen omsluit en deze scheidt van het extracellulaire vocht (=het vocht buiten de cel).
Celmembraan regelt wat de cel in- en uitgaat
Bestaat uit een dubbele laag fosfolipiden met verspreid daartussen cholesterol
Figuur 1.3 laat zien hoe de onderdelen van de twee lagen fosfolipiden geordend zijn
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annasenna. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,83. Je zit daarna nergens aan vast.