100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT: Alle antwoorden van de WERKGROEP - UITGEBREID en GOED €8,99   In winkelwagen

College aantekeningen

INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT: Alle antwoorden van de WERKGROEP - UITGEBREID en GOED

3 beoordelingen
 270 keer bekeken  11 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Elk woord letterlijk opgeschreven wat de docent heeft gezegd.

Laatste update van het document: 1 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 75  pagina's

  • 20 oktober 2023
  • 20 oktober 2023
  • 75
  • 2023/2024
  • College aantekeningen
  • X
  • Alle colleges

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: Eur2021 • 3 weken geleden

Er goede en uitgebreide weergave van de werkgroepuitwerkingen!

review-writer-avatar

Door: carolinearnold06 • 1 maand geleden

review-writer-avatar

Door: vincentwelter • 1 jaar geleden

j

reply-writer-avatar

Door: jayleanasmit • 1 jaar geleden

Stuur mij een een privé berichtje!

avatar-seller
Internationaal Privaatrecht




Werkcollege 1: Inleiding & Personen- en
familierecht I

AANTEKENINGEN LES:

- HOOFDVRAGEN IPR:
1. Int. bevoegdheid
2. Toepasselijk recht = conflictenrecht
3. Erkenning + tenuitvoerlegging buitenlandse vonnis
4. Internation rechtssh + samen ??

Er zijn 3 kwesties in deze casus: echtscheiding, alimentatie, boedelverdeling.
Voor iedere kwestie: is de Nederlandse rechter bevoegd? En welk recht is dan van
toepassing?
!! Bij elke kwestie opnieuw deze vragen stellen, niet de onderwerpen in 1 nemen.

Opdrachten


Lees de onderstaande uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar. Rb.
Noord-Holland, locatie Alkmaar 15 mei 2023 (fictief) Duits/Nederlandse echtscheiding
Echtscheidingsprocedure tussen een Duitse vrouw en een Nederlandse man, die op 1
augustus 1992 in Duitsland zijn gehuwd. Zij woonden tot 1998 in Duitsland en verhuisden in
dat jaar naar Nederland, waar beide echtgenoten nog steeds zijn gevestigd. De vrouw
verzoekt primair echtscheiding, subsidiair scheiding van tafel en bed, voorts verdeling van de
tussen partijen bestaande gemeenschap van goederen, alsmede toekenning van een
uitkering tot levensonderhoud ten laste van de man.

Rechtbank:

‘1. Door de omstandigheid dat verzoekster de Duitse nationaliteit bezit (verweerder is
Nederlander) draagt de onderhavige zaak een internationaal karakter, zodat eerst de vraag
dient te worden beantwoord of de Nederlandse rechter in deze zaak rechtsmacht toekomt.
Op grond van art. 3 sub a (i) van de Verordening Brussel II-ter kan deze vraag ten aanzien
van het verzoek tot echtscheiding, subsidiair scheiding van tafel en bed bevestigend worden
beantwoord, nu – naar de rechtbank als vaststaand aanneemt – beide partijen ten tijde van
het indienen van het verzoekschrift hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden. Ten
aanzien van de nevenverzoeken komt op grond van art. 5 lid 1 Verordening
Huwelijksvermogensstelsels respectievelijk art. 3 sub a Alimentatieverordening aan de
rechtbank eveneens rechtsmacht toe.

,2. Vervolgens komt aan de orde de vraag welk rechtsstelsel op hoofd- en nevenverzoeken
van toepassing is. Op het primaire verzoek tot echtscheiding is op grond van art. 10:56 lid 1
BW Nederlands recht van toepassing, aangezien partijen geen rechtskeuze hebben gedaan
en daartoe ook niet – gezien het feit dat zij geen gemeenschappelijke nationaliteit hebben –
de mogelijkheid hebben (vgl art. 10:56 lid 2 BW).

3. Nu partijen vóór 1 september 1992 in het huwelijk zijn getreden, dient de vraag naar het
toepasselijk recht op het nevenverzoek tot boedelverdeling te worden beantwoord naar
ongeschreven regels van Nederlands internationaal privaatrecht (vgl. art. 21 Haags
Huwelijksvermogensverdrag 1978). Op grond van HR 10 december 1976, NJ 1977, 275
(Chelouche v. Van Leer) is het Duitse recht van toepassing, aangezien partijen ten tijde van
de huwelijkssluiting van nationaliteit verschilden, maar hun eerste huwelijksdomicilie in
Duitsland vestigden. Aangezien het Duitse recht niet de algehele gemeenschap van
goederen, maar een beperkte gemeenschap (de zogenaamde Zugewinngemeinschaft) kent,
begrijpt de rechtbank het nevenverzoek tot boedelverdeling als een verzoek tot verrekening
van de Zugewinngemeinschaft naar Duits recht. 2

4. Het toepasselijk recht op het verzoek tot toekenning van alimentatie ten behoeve van de
vrouw dient op grond van artikel 15 Alimentatieverordening bepaald te worden aan de hand
van het Haags Alimentatieprotocol 2007. Het Haags Alimentatieprotocol is zowel materieel
(art: 1 onderhoudsverplichtingen uit huwelijk), formeel (art. 2: universeel) als temporeel (de
regels van het protocol worden na 18 juni 2011 toegepast door rechters van EU lidstaten)
van toepassing. Op grond van art. 3 is het recht van de gewone verblijfplaats van de
schuldeiser (de vrouw) van toepassing: Nederlands recht.

5. Het primaire verzoek tot echtscheiding kan, gelet op het toepasselijke recht, waar ten
processe als gesteld en niet weersproken is komen vast te staan dat het huwelijk duurzaam
is ontwricht en tegen dit verzoek geen verweer is gevoerd, worden toegewezen.

6. Ook de nevenverzoeken kunnen gezien het daarop toe te passen rechtsstelsel - met
inachtneming van het vorenstaande - als gegrond en onbestreden worden toegewezen, met
dien verstande dat het nevenverzoek tot boedelverdeling zal worden verstaan als een
verzoek tot verrekening van de Zugewinngemeinschaft naar Duits recht.’

Vraag 1 a. Waarom is hier sprake van een IPR-geval?
Het is een privaatrechtelijke casus, omdat het gaat over echtscheiding en er is sprake van
grensoverschrijdende elementen. Er is sprake van grensoverschrijdende elementen omdat
er sprake is van een Duitse vrouw en een Nederlandse man [dus meerdere landen zijn
betrokken]. Verder heeft er een rechtshandeling plaatsgevonden in het buitenland [namelijk
zijn personen gehuwd in Duitsland]. Er is een contractuele verbintenis in het buitenland
uitgevoerd.

b. Op welk onderdeel van het IPR hebben de overwegingen 1 t/m 6 betrekking?
Overweging 1: Internationaal bevoegdheidsrecht want de vraag is of de Nederlandse rechter
in deze zaak rechtsmacht toekomt
Overweging 2: Conflictenrecht want de vraag is welk rechtsstelsel van toepassing is.
Overweging 3: Conflictenrecht
Overweging 4: Conflictenrecht

,Overweging 5:
Overweging 6:

c. Welk type rechtsbron wordt door de rechtbank op verschillende punten gehanteerd
(verordening, verdrag, wet etc.)?

Bronnen (ons antw klopt):
- Boek 10 Burgerlijk Wetboek (wet)
- Verordening (Brussel II-ter)
- Haags Verdrag
- Jurisprudentie: Chelouche Van Leer

Welke bronnen zijn er in IPR en wat is de hiërarchie?
1. Europese verordeningen en internationale verdragen - er bestaat hier geen
rangorde tussen. Ze staan op hetzelfde niveau. Uitspraken van het Hof van Justitie
staan ook op deze rang, omdat zij uitleg geven over verdragen en verordeningen.
Soms is er zowel een verordening als een verdrag dat toegepast wil worden op 1
casus. Dan is er sprake van samenloop. Hiervoor zijn ook altijd regelingen, waarbij
staat of de verordening of verdrag voor gaat. Dit zijn samenloopregelingen.

Is er geen verordening of verdrag, dan ga je naar categorie 2. Als er een verordening
of verdrag is die van toepassing is, dan KOM JE NIET toe aan categorie 2.
2. Commuun IPR (Nederlandse wet, jurisprudentie)


Stel je kijkt als Nederlandse rechter of je bevoegd bent, dan kijk je eerst naar de
verordeningen en verdragen. Als je geen regel ziet dat je als Nederlandse rechter bevoegd
bent, maar bijvoorbeeld een Portugese rechter, wat moet je dan doen? Je mag NIET door
naar het commuun IPR.


Overweging 1: art. 3 sub a (i) van de Verordening Brussel II-ter [Europese verordening], art.
5 lid 1 Verordening Huwelijksvermogensstelsels, art. 3 sub a Alimentatieverordening, dus
verordeningen

Overweging 2: art. 10:56 lid 1 BW Nederlands recht, dus wet.

Overweging 3: art. 21 Haags Huwelijksvermogensverdrag 1978, HR 10 december 1976, NJ
1977, 275 (Chelouche v. Van Leer, dus verdrag en jurisprudentie en ongeschreven
regels

Overweging 4: artikel 15 Alimentatieverordening, het Haags Alimentatieprotocol 2007, dus
verordening en verdrag (link Haags protocol):
https://wetten.overheid.nl/BWBV0005393/2007-11-23)

Opdracht B: Casus

Adel en Sabrina

, Wanneer Adel Mahi en Sabrina Amra beiden 20 jaar oud zijn, treden zij in 2006 in Algiers
(Algerije) met elkaar in het huwelijk. Beiden hebben zowel de Algerijnse als Portugese
nationaliteit. Adel is geboren in Algerije, maar opgegroeid in Portugal. Sabrina is wel geboren
en getogen in Algerije. Direct na de huwelijkssluiting gaan zij in Lissabon wonen. In augustus
2022 verhuist Sabrina naar Nederland om een opleiding te gaan volgen. Na enkele maanden
besluit zij in Nederland te willen blijven en de relatie met Adel te willen beëindigen.

In september 2023 dient Sabrina een verzoek tot echtscheiding in bij de rechtbank
Amsterdam. Zij geeft in het verzoekschrift aan te kiezen voor toepasselijkheid van het
Algerijnse recht. Adel voert verweer en stelt dat het echtscheidingsverzoek beoordeeld dient
te worden aan de hand van het Nederlandse recht. Bovendien stelt hij dat het huwelijk niet
duurzaam is ontwricht.




! pagina 106 inleiding IPR:
Op het terrein van de echtscheiding is wat betreft internationale bevoegdheid, de Burssel II
bis-Verordening van groot belang. De vraag naar toepasselijk recht wordt door de Brussel II
bis-Verordening niet geregeld.

Vraag 2: Is de rechtbank bevoegd om van het echtscheidingsverzoek kennis te
nemen?

De kwestie waar het hier gaat is de echtscheiding. De vraag is of de Nederlandse rechter
bevoegd is.
Eerst kijken, waar moet ik de bevoegdheidsregel zoeken? Welke rechtsbron moet ik
gebruiken:
- Selecteert een bron? Bij Europese verdragen en verordeningen kijken of ze
daadwerkelijk van toepassing zijn? Specifiek kijken naar drie aspecten:
- Materieel van toepassing? Welke materiële kwestie: echtscheidin
-
Formeel van toepassing? Ruimtelijk werkingsbereik. Twee mogelijkheden:
● beperkt: dat er een bepaalde beperking geldt: (bijvoorbeeld, de
verordening is alleen van toepassing als de verweerder in de lidstaat
woont).
● universeel: Geen beperkingen. Niet gezegd dat partijen
moeten wonen in verdragsluitende staat. Aangewezen wet
moet van een EU-lidstaat zijn. → Staat dit er niet in? Dan zijn
er geen beperkingen.
- Temporeel van toepassing?: Beperking in de tijd. bijvoorbeeld het verdrag is
alleen van toepassing op procedures die zijn aangespannen na een bepaalde
datum. Procedures die zijn

- Staat er iets in verordeningen of verdragen? Ja, de Verordening Brussel-II ter.


Brussel 2 ter

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jayleanasmit. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 79650 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen

Laatst bekeken door jou


€8,99  11x  verkocht
  • (3)
  Kopen