Zelfgemaakte, uitgebreide, samenvatting van het eerste hoofdstuk van 'Basisbeginselen Economische Sociologie' geschreven door Prof. Stefaan Adriaenssens.
Universiteit: KU Leuven (Campus Brussel)
Vak: Economische Sociologie
Hoofdstuk 1: Sociologie als wetenschap
Deel I : Elementaire eenheden van de sociologie
Deze samenvatting is geschreven o.b.v. de cursus (Basisbeginselen Economische Sociologie) van Prof. Stefaan Adriaenssens
Hoofdstuk 1: Sociologie als wetenschap
~ 10 stellingen om de meest opvallende kenmerken van sociologie uit te leggen
1.1. Wat sociologie niet is
Sociologie is geen anti-economisme
~ sociologie zou zich verzetten tegen datgene wat ‘beter’ gerangschikt is
(sociologie = halfwassen economie volgens economen)
~ = geheel van kritieken die zich verzetten tegen de fundamenten van de
economische wetenschap
~ economie en sociologie hebben veel met elkaar gemeen en hebben een
vruchtbare wisselwerking
~ economie en sociologie zijn beiden sociale wetenschappen
Sociologie is geen socialisme
~ sociologie als wetenschap heeft geen (politiek-)ideologische voorkeur
(sociologen kunnen dit wel hebben)
Sociologie is meer dan een verhaal
~ verhaal = een uitleg over hoe het gebeurd zou kunnen zijn
~ een verhaal is nuttig om de basis van een verklaring te vormen
~ een verhaal is GEEN verklaring
Sociologie praat het verwerpelijke niet goed
~ sociologie kent geen verschil tussen goed of kwaad, maar probeert wel te
achterhalen waarom mensen iets goed of niet goed vinden
~ sociologie kan het verwerpelijke niet goedpraten, doordat ze niet weet wat
goed/slecht is
1.2. Sociologie bestudeert sociaal handelen
~ sociaal handelen wordt door veel sociologen gezien als het object van de
sociologie
~ Sociologie is de wetenschap van de samenleving
Gedrag > Handelen > Sociaal handelen
~ Gedrag = ruimste categorie van menselijk uiterlijk vertoon. Alles wat mensen doen is gedrag
(vb. ademen, niezen,…)
~ Handelen = intentioneel en kan niet zinloos zijn i.t.t. gedrag.
~ Sociaal handelen heeft 2 criteria: intentionaliteit en coördinatie. Sociaal handelen = elk
handelen dat zinvol op anderen betrokken is, maar is niet hetzelfde als gezamenlijk gedrag
(vb. iedereen doet paraplu open als het begint te regenen). Sociaal handelen is afhankelijk van
de context (vb. bidden thuis vs. bidden in een kerk)
Economie en sociologie hebben sociaal handelen als studieobject (Economische
activiteiten zijn bijna altijd sociaal)
4 categorieën van menselijk (sociaal) handelen (komen overal en altijd voor, ongeacht tijd &
plaats)
1. Affectief handelen
= handelen dat bepaald word door emoties (is niet rationeel)
2. Traditioneel handelen
= handelen o.b.v. gewoontes (is niet rationeel)
, Deel I : Elementaire eenheden van de sociologie
Deze samenvatting is geschreven o.b.v. de cursus (Basisbeginselen Economische Sociologie) van Prof. Stefaan Adriaenssens
3. Waarderationeel handelen
= handelen onafhankelijk van een extern doel, waarde van de handeling zit in het
gedrag zelf
4. Doelrationeel handelen
= handelen waarbij men bewust denkt over de ingezette middelen om een bepaald doel
te bereiken
2 verschillen met de economie:
1. Een mens kan ook zinvol handelen dat niet rationeel is (affectief en traditioneel)
2. Er bestaan verschillende vormen van rationeel handelen (waarde- en doelrationeel)
1.3. Sociologie bestudeert sociale feiten
~ fenomeen dat boven het individu staat er druk uitoefent
~ bovenindividuele benadering (i.t.t. sociaal handelen)
~ gaan het individu vooraf (vb. taal)
~ dwingend aspect (druk) t.o.v. het individu
~ worden als objectief beschouwd omdat ze zich boven ons bevinden,
wie deze niet respecteert lokt formele en informele sancties uit
Sociale feiten hebben 2 kenmerken: dwingend en sanctionerend vermogen
Toepassing: Zelfdoding als ‘normaal’ verschijnsel (normaal want komt voor in elke samenleving en
cijfers blijven ongeveer stabiel)
~ Altruïstische zelfdoding door te sterke integratie (vb. Harakiri bij Japanse Samurai)
~ Anomische zelfdoding door een tekort aan iets/integratie
Verwante begrippen:
* collectief goed (in de economie) = goed waarbij het gebruik van iemand, andermans gebruik niet
beïnvloedt
* hypercollectief goed = goed waarvan de waarde toeneemt naargelang het aantal gebruikers (vb. taal)
* Sociale structuur = geheel van posities en groeperingen die voorkomen binnen een samenleving EN
de relaties ertussen
* Sociaal systeem = min of meer autonoom onderdeel van de samenleving met eigen regels die de
relaties tussen de posities regelen. Deze zijn spontaan ontstaan. Is niet gelijk aan een organisatie. (vb.
gezinsleven)
Geheel van sociale systemen is de samenleving
Organisatie en sociaal systeem is verschillend. Een organisatie is opgericht met een doel
door oprichters.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kennethdiseur. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.