GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ
DEEL 2: SOCIOLOGIE
Dit samenvattend werk dat de sociologie behandelt is gebaseerd op het boek Wie is de Homo Sapiens, geschreven
door Annelies Haaren en Carolyn Declerck. Naast de concepten uit het boek worden ook topics behandeld die gezien
worden in het opleidingsonderdeel Gedrag en Maatschappij gedoceerd aan de faculteit FBE van de Universiteit
Antwerpen.
, HOOFDSTUK 1a: SOCIOLOGIE ALS MENSWETENSCHAP
1.Sociologie
Hoe komt het dat we een samenlevingsvorm hebben waarbij we dingen doen zonder dat ze uitgelegd moeten worden?
→ vb. stippen aan ingang K-gebouw bij corona
Concepten
● socius = mensen, organisaties → georganiseerd omgaan met elkaar
● societas = samenleving, samenlevingsverbanden
● logos = sociaal handelen, sociale relaties, posities, rollen en status, interactie en
communicatie, verwachtingen
⇒ sociologie observeert, beschrijft, analyseert en verklaart
1.1 Bouwstenen
Sociologie = wetenschap die het samenleven van mensen in grotere of kleinere sociale verbanden bestudeert = de
studie van de manier waarop mensen de problemen van het samenleven kunnen oplossen
Drie niveaus:
● micro = gezinnen, speelgroepen, vrienden → de kleinst mogelijke groepen
● meso = vakbonden, bedrijven, kerken, verenigingen, scholen
● macro = samenleving, verzorgingsstaat
⇒ niemand kan fundamenteel alleen zijn
Waarnemen is meer dan door het venster kijken
→ we zijn wie we zijn, en dat zorgt voor een bepaald perspectief van hoe we naar de samenleving kijken
● selectieve waarneming
● afhankelijk van positie, kennis, voorkeur/afkeur, referentiekader
● waardevrijheid bestaat niet (zonder bepaalde denkbeelden van wat goed of niet goed is in onze samenleving)
2. Sociale problemen
Elk sociaal probleem kunnen we vanuit 4 aspecten bekijken
● objectief aspect
● subjectief aspect
● collectief aspect
● oplosbaarheid
vb. oorlog in Oekraïne
objectief aspect er is een land een ander land binnen gevallen
subjectief aspect in het Westen: een invasie van Poetin om zijn macht te vergroten
in Rusland: de “nazi’s” wegwerken
collectief aspect er werd een sfeer gecreëerd om allemaal de kant van Oekraïne te kiezen: stopzetten van handel met Rusland
oplosbaarheid laat ons hopen dat dit oplosbaar is en er weer gepraat kan worden
, 2.1 Jonge wetenschap
Sociologie is een jonge wetenschap, die is ontstaan aan het eind van de 19e eeuw. Op dat moment wisten we meer
over de planten dan over het werken in groep.
3. Grondleggers
3.1 Auguste Comte (1798-1857)
Visies van Auguste Comte
● sociale orde op basis van ‘universele consensus’ → er is iets dat ons allemaal verbindt
● consensus gebaseerd op
○ religie
○ metafysica (abstracte ideeën)
○ positieve wetenschap: positivisme
● “Ordre et Progrès” → orde leidt tot vooruitgang (positieve blik)
3.2 Herbert Spencer (1820-1903)
Visies van Herbert Spencer
● sociologie als wetenschap van sociale evolutie → we evolueren voortdurend
● sociale evolutie
○ van ongedifferentieerd naar gedifferentieerd → opgesplitsen wat vroeger een geheel was
○ van homogeen naar heterogeen
○ van ongeïntegreerd naar geïntegreerd
● leidt tot
○ structurele differentiatie
○ functionele differentiatie
4. Sociologische verbeelding
Sociologische verbeelding = het zoeken van betekenis en durven kijken wat en waarom iets anders is
● het vreemde in het gewone zoeken → vb. zitplaatsen kiezen in het auditorium
● het algemene in het specifieke → vb. samen zitten in het midden van de aula
⇒ we doen alsof er individuele vrijheid is, maar toch is dat niet helemaal zo
4.1 Sociale versus individu
Sociale structuren = dominante, maatschappelijke instituties, processen en
mechanismen die zorgen voor de maatschappelijke orde
In twee richtingen
● individueel gedrag draagt bij tot maatschappelijke fenomenen
vb. weinig beweging, voedingsgewoonten… → obsesitas, toegenomen zorgnoden…
● maatschappelijke fenomenen beïnvloeden individueel gedrag
vb. kantoorleven, prijs van (ongezonde) voeding, opvoeding, cultuurverschillen…
, 4.2 De bril van de socioloog
We kijken met een sociologische bril naar dagelijkse dingen.
● eten en drinken: gebeurt niet overal op dezelfde wijze, met andere hulpmiddelen (bestek), op ander tijdsstip…
→ door Italiaanse migratie raakte pasta ook hier bekend
● sport: zegt iets over je sociale status
→ golf is elitair, boksen voor mensen met immigratieachtergrond
● lifestyle: niet wat men is, maar wat men lijkt is belangrijk (vb. kledingstijl)
● liefde wordt sociaal gestuurd: waar je je partner leert kennen hangt er vanaf welke activiteiten je doet
Alles had ook anders kunnen zijn, maar dat betekent niet dat de sociale realiteit waarin we leven willekeurig bepaald is.
Het is niet omdat er een bepaald sociaal gebruik (bv. de manier waarop we werken of eten), ook anders had kunnen
zijn, dat er geen goede redenen bestaan voor de manier waarop het vorm krijgt. Er zijn altijd goede redenen waarom
we zijn wie we vandaag zijn.
Het is dus niet alleen de taak van de sociologie er ons op te wijzen dat de manier waarop we leven ook anders kan, het
is eveneens haar taak onze gebruiken, de inrichting van onze instellingen, onze centrale waarden, … te verklaren.
5. Sociologische toepassingen
5.1 Echtscheiding: een onderzoeksmodel
Onderzoeksvraag Wat is het verband tussen de opkomst van het tweeverdienersgezin en de groei
van het echtscheidingsfenomeen?
Onafhankelijke variabele (oorzaak) % tweeverdienersgezinnen
Afhankelijke variabele (gevolg) % huwelijken dat eindigt in een echtscheiding
We denken dat een echtscheiding iets is dat zich tussen 2 personen afspeelt, maar we zien het aantal echtscheidingen
heel hard toenemen op basis van maatschappelijke veranderingen.
5.2 Zelfdoding of suïcide
Emile Durkheim (1897)
● belang van theorie, van een model
● variaties? vb. hoger in België dan EU-gemiddelde, eerder laagopgeleiden en (langdurig) werklozen,
alleenstaanden, gescheiden mensen …