Hoofdstuk 2: cytoplasmatische cellen - Endoplasmatisch reticulum
Ruw
1.Endoplasmatisch reticulum Glad
Ribosomen
Ruw endoplasmatisch reticulum (RER) Polysomen
Annulate lamellae
Anastomerende cisternae + tubuli + vesiculae Sarcoplasmatisch ret.
Ruimte tussen cisternae afhankelijk van - Golgi-apparaat
- Mitochondria
activiteitsgraad - Cytosomen
Cisternae parallel + dicht bij elkaar Lysosomen
- Buitenzijde van membranen (primair/secundair)
Peroxysomen
Bevat ribosomen voor eiwitsynthese - Microtubuli
Gesynthiseerde eiwitten opgeslagen in cisternae - Filamenten
- Ribosomen - Fibrillen
- Centrosoom
Kleine elektronendense korrels - Centriool
Vrij in cytoplasma/ buiten kant RER - Cytoplasmatische inclusies
In groepjes ribosomen samen = polysomen Lipofuscines
Melanine
Verbonden door dun filament = mRNA Hemoglobinepigmenten
Opbouw: 2 sub eenheden - Glycogeen
Opbouw: - Vetten
Inhoud= eiwitten met veel rRNA
Kleine eenheid = binden met mRNA mRNA aflezen
Grote eenheid = enzymen voor vorming petidebindingen tussen
aminozuren mRNA vertalen naar AZ sequentie
RNA van nucleus -> cytoplasma
Verloop synthese
Transfer-RNA naar ribosoom
Binden aan andere aminozuren
Ontstaan peptideketting
Volgorde = mRNA
Info van mRNA omgezet tot eiwit
Glad endoplasmatisch reticulum (SER)
- Opbouw:
Geanastomoseerde tubili + soms cisternae
- Functie: synthese van steroïdhormonen
Darm: vetopname
lever: drugs metabolisme, farmaca en toxische bestandsdelen
- Vetmetabolisme
= wisselwerking tussen RER en SER
Enzymen nodig (eiwitten uit RER)
Waar? In organen zoals lever, darmen en hersenen
, Annulate lammellae
voorkomen in cellen bv tumor- en stamcellen
Geen ribosomen!
Gerangschikte, parallel, opeengeplakte cisternae + membraan met poriën
Functie:
weefsel voorbereiden kankercellen te ontvangen
in stamcel =cellen integreren in verschillende weefsels
Sacroplasmatisch reticulum
Voorkomen in de spier
= gespecialiseerd GER
Hoge calciumconcentratie
Functie: Regeling calcium concentratie voor spiercontratie
actiepotentiaal = calcium vrijgeven -> contractie
rustpotentiaal = calcium opnemen -> relaxatie
SERCA = transporteert calcium ionen tegen elektrochemische gradiënt in
Functie: Magnesium uitwisselen
2.Golgi-apparaat
Structuur
Wisselend aantal parallelle boogvormige afgeplatte cisternae
Drielagige gefenesteerde membraan
Convexe zijde = vormingszijde bolle kant
ontvangen blaasjes
Concave zijde = rijpingszijde holle kant
verlaten golgi
Wisselend aantal vesiculae
Vooral rond vormingszijde = smooth sufaced vesicles (glad membraan)
Klein aantal met stekels bedekt = coated vesicles (ruw membraan)
Wisselend aantal vacuolen
Grootte = wisselend
Vooral rond rijpingszijde
Hebben dense inhoud
Sturcturele veranderingen
weinig activiteit = cisternae concentrisch dicht bij kern
Structurele veranderingen: WERKING
Cisternae onstaan uit RER
zijde RER aan forming face = geen ribosomen + vormen vesiculae
vesiculae naar forming face => versmelten en vormen cisternae
Verplaatsing van cisternae
Ruw
1.Endoplasmatisch reticulum Glad
Ribosomen
Ruw endoplasmatisch reticulum (RER) Polysomen
Annulate lamellae
Anastomerende cisternae + tubuli + vesiculae Sarcoplasmatisch ret.
Ruimte tussen cisternae afhankelijk van - Golgi-apparaat
- Mitochondria
activiteitsgraad - Cytosomen
Cisternae parallel + dicht bij elkaar Lysosomen
- Buitenzijde van membranen (primair/secundair)
Peroxysomen
Bevat ribosomen voor eiwitsynthese - Microtubuli
Gesynthiseerde eiwitten opgeslagen in cisternae - Filamenten
- Ribosomen - Fibrillen
- Centrosoom
Kleine elektronendense korrels - Centriool
Vrij in cytoplasma/ buiten kant RER - Cytoplasmatische inclusies
In groepjes ribosomen samen = polysomen Lipofuscines
Melanine
Verbonden door dun filament = mRNA Hemoglobinepigmenten
Opbouw: 2 sub eenheden - Glycogeen
Opbouw: - Vetten
Inhoud= eiwitten met veel rRNA
Kleine eenheid = binden met mRNA mRNA aflezen
Grote eenheid = enzymen voor vorming petidebindingen tussen
aminozuren mRNA vertalen naar AZ sequentie
RNA van nucleus -> cytoplasma
Verloop synthese
Transfer-RNA naar ribosoom
Binden aan andere aminozuren
Ontstaan peptideketting
Volgorde = mRNA
Info van mRNA omgezet tot eiwit
Glad endoplasmatisch reticulum (SER)
- Opbouw:
Geanastomoseerde tubili + soms cisternae
- Functie: synthese van steroïdhormonen
Darm: vetopname
lever: drugs metabolisme, farmaca en toxische bestandsdelen
- Vetmetabolisme
= wisselwerking tussen RER en SER
Enzymen nodig (eiwitten uit RER)
Waar? In organen zoals lever, darmen en hersenen
, Annulate lammellae
voorkomen in cellen bv tumor- en stamcellen
Geen ribosomen!
Gerangschikte, parallel, opeengeplakte cisternae + membraan met poriën
Functie:
weefsel voorbereiden kankercellen te ontvangen
in stamcel =cellen integreren in verschillende weefsels
Sacroplasmatisch reticulum
Voorkomen in de spier
= gespecialiseerd GER
Hoge calciumconcentratie
Functie: Regeling calcium concentratie voor spiercontratie
actiepotentiaal = calcium vrijgeven -> contractie
rustpotentiaal = calcium opnemen -> relaxatie
SERCA = transporteert calcium ionen tegen elektrochemische gradiënt in
Functie: Magnesium uitwisselen
2.Golgi-apparaat
Structuur
Wisselend aantal parallelle boogvormige afgeplatte cisternae
Drielagige gefenesteerde membraan
Convexe zijde = vormingszijde bolle kant
ontvangen blaasjes
Concave zijde = rijpingszijde holle kant
verlaten golgi
Wisselend aantal vesiculae
Vooral rond vormingszijde = smooth sufaced vesicles (glad membraan)
Klein aantal met stekels bedekt = coated vesicles (ruw membraan)
Wisselend aantal vacuolen
Grootte = wisselend
Vooral rond rijpingszijde
Hebben dense inhoud
Sturcturele veranderingen
weinig activiteit = cisternae concentrisch dicht bij kern
Structurele veranderingen: WERKING
Cisternae onstaan uit RER
zijde RER aan forming face = geen ribosomen + vormen vesiculae
vesiculae naar forming face => versmelten en vormen cisternae
Verplaatsing van cisternae