Dit is een samenvatting van de WPO's van eendimensionale statistiek (tot WPO 5). Alles word in stapjes uitgelegd. Je vind hier geen theorie in terug. Je kan het examen slagen als je de oefeningen allemaal correct maakt.
Wat is statistiek? Statistiek wordt gebruikt als middel om:
● Gegevens te verzamelen ⇒ analyseren ⇒ interpreteren ⇒ presenteren
● Inzicht te verkrijgen in verzamelde data (cijfers) om onderzoeksvragen te beantwoorden
In BA1 ziet men ‘Beschrijvende statistiek', wat is hier het doel van?
● De (grote) hoeveelheid aan informatie en kenmerken hiervan op een duidelijke en efficiënte
manier samen te vatten en ordenen.
Waarom ziet men statistiek? Voor later in het werkveld:
● Voor het uitvoeren van statistische analyses
○ bv. marktanalyse, preventieplannen opstellen, predictive policing…
● Interpreteren van statistieken
○ bv. trends interpreteren en beleid afstemmen…
Kwantitatief wetenschappelijk onderzoek:
⇒ Cijfermatige informatie, vaak grote hoeveelheid
● ⇔ Kwalitatief wetenschappelijk onderzoek: onderzoek naar meningen/ervaringen, “diepgaande”
informatie.
● Meest voorkomende dataverzamelingsmethode: interviews (bv: motivatie tot crimineel gedrag)
● Hoe gaat men gegevens verzamelen in een kwantitatief onderzoek:
○ Experiment (bv. meten pijngrens)
○ Meten / wegen (bv. grootte, gewicht)
○ Observeren (bv. graffiti)
○ Enquête (bv. frequentie criminele feiten)
- Kenmerken van kwantitatieve gegevensverzameling adhv enquêtes:
● Gesloten vragen met vaste antwoordcategorieën
● Elke vraag polst naar een specifiek kenmerk van de
onderzoekspopulatie ⇒ variabele
- Elke enquête bevat verschillende soorten vragen, waarvan:
● Soort vraag ⇒ soort variabele
● Soort vraag ⇒ manier waarop gegevens / data worden verwerkt
Enquête: voorbeeld
Variabelen ⇒ Vraag dat wordt beantwoord
Waarden ⇒ Antwoord op de vraag
,Meetschalen
Elke variabele heeft een bepaalde meetschaal ⇒ men ziet vier soorten:
● Nominaal
● Ordinaal
● Interval
● Ratio
⇒ Hoe weet men welk type meetschaal men moet gebruiken? Dat is afhankelijk van drie criteria
● Ordenbaarheid: mogelijk om de waarden met logische volgorde op te delen
● Meeteenheid = gelijke afstand tussen de verschillende waarden
● Absolute nulpunt = waarde ‘0’ wijst op afwezigheid van het bestudeerde kenmerk
Meetschaal Kenmerk
Nominaal Voldoet aan geen enkele van de criteria → indeling in categorieën zonder logische
volgorde,
- bv: geslacht
Ordinaal Eén criteria voldaan: ordenbaarheid → indeling in categorieën met logische volgorde,
- bv: opleidingsniveau
Interval Twee criteria voldaan: ordenbaarheid én meeteenheid → indeling in categorieën met
logische volgorde, en gelijke afstand tussen twee categorieën,
- bv: temperatuur
Ratio Drie criteria voldaan: ordenbaarheid én meeteenheid én absoluut nulpunt → indeling
in categorieën met logische volgorde, gelijke afstand tussen twee categorieën, en
absoluut nulpunt,
- bv: leeftijd uitgedrukt in jaren
Oefeningen maattabellen
Ik vind dat ik de afgelopen nacht rustig heb geslapen? Nominaal
- ja of nee
Voelde je je de laatste dagen gespannen? Ordinaal
- helemaal niet - zelden - matig - veel
Hoeveel sigaretten heb je vandaag al gerookt? Ratio
Welke afstand moet je afleggen om vanuit je woonplaats je werkplaats te bereiken? Ratio
- …….. km
Welke warme drank drink je bij het ontbijt? Nominaal
- Koffie, thee, melk, andere, geen
⇒ Oefeningen 1-2,5,7
, Frequentietabel
⇒ Gegevensverzameling in kwantitatief onderzoek
● Informatie/ gegevens / data verzamelen (bv. adhv online enquête) van grote groep mensen
● Resultaat: heel veel ongeordende info
⇒ Frequentietabel als manier om cijfermateriaal overzichtelijk te presenteren
Frequentietabel : voorbeeld
Cf. Enquête
⇒ Hoe vaak gebruik je sociale media?
● Zelden tot nooit (score 1)
● Soms (score é)
● Paar keer (score 3)
● Meerdere keren per dag (score = 4)
● Meerdere keren per uur (score 5)
= Verzamelde antwoorden: 1 3 4 5 1 3 4 2 5 3 4 5 1 2 4 3
Xi Fi K(Xi) fi k(Xi)
1 3 3 3/16 = 0.19 = 019
2 2 3+2 = 5 0.13 0.32
3 4 5+4 = 9 0.25 0.57
4 4 9+4 = 13 0.25 0.82
5 3 13+3 = 16 0.19 1
N = 16 =1
● Xi = Mogelijke waarden
● Fi = Absolute frequentie ⇒ aantal keer een waarde voorkomt
● K(Xi) = Cumulatieve absolute frequenties ⇒ Fi optellen bij K(Xi) ⇒ Laatste K(Xi) = N
● fi = Relatieve frequenties ⇒ Fi / N ⇒ Som van alle fi’s = 1
● k(Xi) = Cumulatieve relatieve frequenties ⇒ K(xi) / N ⇒ Laatste k(Xi) = 1
⇒ Oefeningen: 9,12
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper xaanyhuberty. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,79. Je zit daarna nergens aan vast.