Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Samenvatting voor de kennistoets van de leerdoelen van thema 1.5 van de opleiding mondzorgkunde. De samenvatting is uitgebreid en bevat de vakken werkgroepleren, tandanatomie en fysiologie.
Werkgroepleren bevat de onderwerpen opbouw glazuur /dentine, doorbraakschema elementen, cariës etiologie, ca...
De student beschrijft;
1. de opbouw van glazuur
Glazuur is opgebouwd uit glazuurprisma’s; regelmatige staafvormige structuren met
een diameter van ongeveer 4um/ micrometer, die zich uitstrekken vanaf de glazuur-
dentinegrens tot aan het tandoppervlak. Tussen de staafjes is er nog ruimte voor
interprismatische substantie. Zowel de prisma’s als de interprismatische ruimte zijn
gevuld met miljoenen zeer kleine hydroxielapatietkristallen, ook wel kristallieten;
Ca10(PO4)6(OH)2. Hydroxielapatiet bestaat dus uit natrium- en fosfaationen. Dit
hydroxielapatiet is het anorganische bestandsdeel en glazuur bestaat hieruit voor 96 %.
Bijzonder aan dit mineraal is dat de oplosbaarheid afhankelijk is van de zuurgraad van
het omringen milieu. In een zure omgeving lost meer apatiet op dan bij een neutrale
pH. Ondanks de overeenkomsten in bouwstenen verschillende prisma’s en
interprismastische substanties in vele opzichten: de ordening van de kristallieten is
verschillend, evenals het gehalte aan water en organische bestanddelen (lipiden en
proteïnen). Tezamen leidt dit ertoe dat de poreusheid van de interprismatische materie
groter is dan die van de prisma’s. Stoffen (ionen) die glazuur willen binnendringen
hebben daarom de meeste kans dit te doen tussen de prisma’s. Anders gezegd: diffusie
van ionen vind vooral plaats via de interprismatische substantie. Dit geldt ook voor
zuren die, na de tandplaque te zijn gevormd, het glazuur aanvallen.
Door lokale verschillen in oplosbaarheid lost glazuur niet laagsgewijs op, maar via
porositeiten (kleine openingen) in het glazuur kunnen zuren binnendringen tot op
grotere diepte. Langs deze porositeiten kunnen op de opgeloste mineralen worden
afgevoerd.
,2. de structuur van dentine
Dentine is opgebouwd uit tubuli; kanaaltjes met een diameter van ongeveer 1 tot 3 um,
die gevuld zijn met de uitlopers van odontoblasten.
Deze odontoblasten vormen het behang van de pulpakamer. Ze zitten om de
pulpakamer heen. De tubuli beschrijven een s-vormige baan en nemen daarbij in
diameter toe van de glazuur- dentine grens tot aan de pulpakamer.
A = bij glazuur dentinegrens
B = richting pulpaholte
Rond de tubuli ligt een schil van zogenaamd peritubulair dentine. Het peritubulair
dentine ontstaat door mineraalafzetting vanuit de tubuli, wat op den duur kan leiden
tot het geheel geoblitereerd/ vernietigd raken van deze kanaaltjes.
Het volumepercentage van het mineraalgehalte in dentine ligt rond 50%, de andere 50
% wordt ingenomen door type I collageen. Het mineraal van dentine is
hydroxylapatiet, dat in dentine in kleinere hoeveelheid aanwezig is dan in glazuur.
Dentine gaat bij een hogere pH dan bij glazuur al in oplossing. Voor glazuur is de
kritieke pH waarde 5,5 en voor dentine 6.
Ook zijn er naast deze primaire vorm van dentine andere vormen van dentine.
Secundair dentine wordt door odontoblasten afgezet op de grens van pulpakamer en
dentine, dit leidt tot het geleidelijk kleiner worden van pulpakamer. Wanneer
odontoblasten door chemische of mechanische prikkel worden gestimuleerd tot de
vorming van dentine spreken we van tertair/ reparatief dentine. Dit werkt als
afweermechanisme, omdat hierdoor de afstand tussen het gevoelige pulpaweefsel en
de bedreiging (zoals cariës) groter wordt.
, Glazuur Dentine
Hydroxylapatiet 85% 45-47%
Eiwitten en lipiden 3% 30-33%
Water 12% 20-21%
Glazuur, dentine (en wortelcement) bestaan dus uit een organische en een anorganische
(minerale) component. Het anorganische bestandsdeel is het mineraal hydroxylapatiet
Ca10(PO4)6(OH)2. Bijzonder aan dit mineraal is dus dat oplosbaarheid afhankelijk is van de
zuurgraad van het omringende milieu. In een zure omgeving lost meer apatiet op dan bij een
neutrale pH. Omdat ook in de mondvloeistoffen calcium- en fosfaationen aanwezig zijn, is er,
afhankelijk van de zuurgraad, sprake van verzadiging of van over- of onderverzadiging in de
mond of/en in de tand. In de laatste twee gevallen zal mineraal respectievelijk neerslaan of in
oplossing gaan.
Hydroxylapatiet bevat componenten die de oplosbaarheid kunnen bepalen: anorganische
bestanddelen. Ook zijn er ionen die de plaats van de calcium-, fosfaat- en hydroxylionen
kunnen innemen in de apatietkristallen;
1. Natriumionen
2. Magnesiumionen
3. Carbonaationen
4. Fluoride-ionen zo ontstaat fluorapatiet, een verbinding die demineralisatie remt
(kritieke pH waarde 5,0/4.4 i.p.v. 5,5) en bevorderd remineralisatie.
Met als gevolg: De tandweefsels kunnen meer/minder oplosbaar worden dan puur
hydroxylapatiet
Stof pH
Glazuur 5,5
Glazuur kristaleert 7
Dentine 6
Fluorapatiet 4,4
Structuur van glazuur Betekenis/wat het doet
Glazuurprisma’s Glazuurprisma’s (dat zijn regelmatige
staafvormige structuren)
Bestaan uit:
Kristallen zijn de bouwsteentjes van
glazuurprisma’s en interprismatische ruimte
Strekken uit vanaf de glazuur-dentine grens
tot aan het tandoppervlak
Interprismatische substantie Ruimte tussen de staafjes heet:
interprismatische substantie en is gevuld met
zeer kleine hydroxylapatietkristallieten
Staafvormige structuur Vorm van glazuurprisma’s
Organische en anorganische deel Organische deel: water en eiwitten en
lipiden
Anorganische deel: hydroxylapatiet
Ca10(PO4)6(OH)2
Hydroxylapatiet, opgebouwd uit:
calciumionen &fosfaationen
Ameloblasten Vormen glazuur
, Structuur in dentine Betekenis/wat het doet
Odontoblasten Vormen dentine
Tubuli Kanaaltjes die gevuld zijn met uitlopers van
odontoblasten. Deze vormen het ‘behang’
van de pulpakamer. Hebben een S-vormige
baan en nemen van diameter toe van de
glazuur-dentinegrens tot aan de pulpakamer.
Peritubulair dentine Dichtslibben/ kapot raken van de kanaaltjes
van tubuli door te veel afzetten van
mineraal. Zit om de tubuli heen.
Type 1 collageen: Dentine bestaat 50% uit type 1 collageen en
50 % uit mineraalgehalte = hydroxylapatiet
Kleinere kristallen: Dentine heeft kleinere kristallen en hierdoor
kan cariës zich snel uitbreiden
Tertiair dentine: Odontoblasten kunnen ook door chemische
en mechanische prikkels worden
gestimuleerd tot vorming van dentine. We
spreken dan van: tertiair of reparatief
dentine. = een belangrijk
afweermechanismen.
Secundair dentine: Wordt door de odontoblasten afgezet op de
grens van de pulpakamer en dentine.
Hierdoor wordt ook de pulpakamer kleiner.
Organisch en anorganisch deel Organische deel: water, eiwitten en lipiden =
50%
Anorganische deel: hydroxylapatiet
Doorbraakschema
De student benoemt;
3. het doorbraakschema van de tijdelijke en blijvende dentitie
Doorbraakschema tijdelijk gebit
Volgorde element Doorbraaktijd(maanden)
1 i1 5-8
2 i2 8-10
3 m1 12-18
4 C 16-20
5 m2 24-30
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper michellebregman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.