Literatuur Colleges
, Corporate Governance and Corporate Litigation
Inhoud
College 1 dinsdag 7 november...................................................................................................................... 8
P. van Schilfgaarde/J.W. Winter, J.B. Wezeman & J.D.M. Schoonbrood, Van de BV en de NV,
Deventer: Wolters Kluwer 2022, hoofdstuk 1 (Inleiding).......................................................................8
P.M. Storm, Corporate Litigation bij de Ondernemingskamer, Den Haag: BJu 2018, hoofdstuk 1,
paragrafen 1.1 en 1.2, p. 21-28........................................................................................................... 15
J.W. Winter, ‘Adressing the Crisis of the Modern Corporation: The Duty of Societal Responsibility of
the Board’ (April 13, 2020).................................................................................................................. 16
L. Timmerman, ‘Structuur- en gedragsnorm in de ondernemingsrechtspraak van de Hoge Raad’,
WPNR 2013, afl. 6969......................................................................................................................... 18
R.H. Kraakman e.a., The Anatomy of Corporate Law: A Comparative and Functional Approach,
Oxford: Oxford University Press 2017, hoofdstuk 1 (What Is Corporate Law?) en hoofdstuk 2 (Agency
problems and legal strategies............................................................................................................. 19
L. Timmerman, ‘Corporate governance codes, bevoegdheden, taken, gedragsregels en purpose’, in:
M. Lückerath-Rovers e.a. (red.), Jaarboek Corporate Governance. Editie 2020-2021, Deventer:
Wolters Kluwer 2020, p. 1- 10............................................................................................................. 22
J.W. Winter e.a., ‘Naar een maatschappelijke zorgplicht voor bestuurders en commissarissen. Een
antwoord op reacties’, Ondernemingsrecht 2021/6, afl. 1, p. 31-39...................................................23
College 2 dinsdag 7 november.................................................................................................................... 25
L. Timmerman, ‘Grondslagen van geldend ondernemingsrecht’, Ondernemingsrecht 2009/2, p. 4-13.
............................................................................................................................................................ 25
J.M. de Jongh, ‘Een maatschappelijke resultante. Het vennootschapsbelang op de golven van
maatschappelijke verandering’, in: B. Kemp, H. Koster & C.A. Schwarz, De betekenis en functies van
het vennootschappelijk belang, Deventer: Wolters Kluwer 2019, p. 5-24...........................................27
M.J. Kroeze, ‘De functies van het vennootschappelijk belang’, RMThemis 2019, afl. 5.......................29
L.A. Stout, New Thinking on ‘Shareholder Primacy’, UCLA School of Law, LawEcon Research Paper No.
11-04, 2011......................................................................................................................................... 30
J.M. de Jongh, ‘Say on climate. Over negatieve externe effecten en verdeling van bevoegdheden’,
Ondernemingsrecht 2021/110, afl. 15................................................................................................ 33
College 3 donderdag 9 november............................................................................................................... 36
P. van Schilfgaarde/J.W. Winter, J.B. Wezeman & J.D.M. Schoonbrood, Van de BV en de NV, Deventer:
Wolters Kluwer 2022,............................................................................................................................. 36
Hoofdstuk 5 (Het bestuur), nr. 42- 46................................................................................................. 36
Hoofdstuk 6 De gebondenheid van de vennootschap aan derden......................................................38
Hoofdstuk 10 Toetsing van besluiten.................................................................................................. 43
M. Olaerts, ‘Instructiebevoegdheid en bestuursautonomie’, WPNR 2022, afl. 7389, p. 751-763............44
Chr.M. Stokkermans, ‘Met Duitse en Belgische ogen kijken naar ons (personen)vennootschapsrecht’,
Ondernemingsrecht 2021/92, afl. 13, p. 558-571. Par 1 en par 5............................................................46
2
, Corporate Governance and Corporate Litigation
College 4 donderdag 9 november............................................................................................................... 48
W. Winter e.a., ‘Naar een zorgplicht voor bestuurders en commissarissen tot verantwoorde deelname
aan het maatschappelijk verkeer’, Ondernemingsrecht 2020/86, afl. 7, p. 471-474...............................48
H.J. de Kluiver, ‘Over de verantwoordelijke onderneming. Naar een Paradise by the dashboard light?’,
Ondernemingsrecht 2020/126, afl. 13/14, p. 711-718............................................................................49
J.M. de Jongh, ‘Onderneming en maatschappij: naar een nieuw sociaal contract? De Loi PACTE als
voorbeeld’, Ondernemingsrecht 2020/80, afl. 7, p. 439-442..................................................................50
M.E. Coenraads & J.E.S. Hamster, ‘Verantwoord ondernemen: van soft law naar harde verplichtingen
via strategisch procederen’, TOP 2019/451, afl. 8, p. 31-39....................................................................51
A.J.A.J. Eijsbouts & B. Kemp, ‘Over maatschappelijk verantwoord ondernemen, waardecreatie,
ondernemingsrecht en vennootschappelijk belang’, TvOB 2012/5, p. 120-132......................................53
C. van Aartsen, M. Olaerts & R. Bauer, ‘De verankering van duurzaamheid in Nederlandse
beursgenoteerde ondernemingen’, Ondernemingsrecht 2022/79, afl. 14, p. 555-567...........................55
College 5 dinsdag 14 november.................................................................................................................. 58
P. van Schilfgaarde/J.W. Winter, J.B. Wezeman & J.D.M. Schoonbrood, Van de BV en de NV, Deventer:
Wolters Kluwer 2022, hoofdstuk 5 (Het bestuur), nr. 47- 49...................................................................58
L. Timmerman, ‘Beginselen van bestuurdersaansprakelijkheid. Hoedanigheid van bestuurder doet
ertoe’, WPNR 2016, afl. 7105, p. 324-330............................................................................................... 62
B.F. Assink, ‘Externe bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 6:162 BW en de eis van een persoonlijk
ernstig verwijt. De Hoge Raad trekt lijnen (door), AA 2018, afl. 6, p. 502-512........................................63
K.A.M. van Vught, ‘Bestuurdersaansprakelijkheid als regel. Het Berghuizer vermoeden’,
Ondernemingsrecht 2023/23, afl. 4, p. 155-167.....................................................................................63
College 6 dinsdag 14 november.................................................................................................................. 68
O. Oost, ‘II.2.2. Faillissementsaansprakelijkheid: art. 2:138/248 BW’, in: A.J. Verdaas (red.), Groene
Serie Faillissementswet, Deventer: Wolters Kluwer, par. II.2.2.5 t/m II.2.2.12.......................................68
B.F. Assink | W.J. Slagter, Compendium Ondernemingsrecht (Deel 1), Deventer: Kluwer 2013, § 15 (p.
267-277)................................................................................................................................................. 77
J.E. van Nuland, ‘De aansprakelijkheidspositie van de (mede)beleidsbepaler: art. 2:11 BW en het ernstig
verwijt’, TvOB 2017, afl. 4, p. 126-133.................................................................................................... 78
College 7 donderdag 16 november............................................................................................................. 80
P. van Schilfgaarde/J.W. Winter, J.B. Wezeman & J.D.M. Schoonbrood, Van de BV en de NV, Deventer:
Wolters Kluwer 2022, hoofdstuk 4 (Aandelen), nr. 39 en hoofdstuk 7 (De algemene vergadering)........80
Hoofdstuk 7 De algemene vergadering............................................................................................... 80
M. Olaerts, ‘Is de aandeelhouder gebonden aan het belang van de vennootschap?’, Ondernemingsrecht
2017/113, p. 631-642............................................................................................................................. 87
J. Wind, ‘De geautoriseerde vergadering: een bescherming van aandeelhoudersrechten of een hoeder
van het vennootschappelijk belang?’, Ondernemingsrecht 2021/65, afl. 9, p. 383-390..........................88
B.J. de Jong, ‘Modernisering van de algemene vergadering: volledig virtueel en in de tijd gespreid
vergaderen’, Ondernemingsrecht 2021/81, afl. 12.................................................................................90
3
, Corporate Governance and Corporate Litigation
D.J.F.F.M. Duynstee, T. Drenth & A.C.W. Pijls, ‘Aandeelhoudersactivisme en ESG: van sprinkhaan naar
groene ridder?’, in: Duurzaam bankieren (Serie Onderneming en Recht)...............................................92
College 9 dinsdag 21 november.................................................................................................................. 96
E.M.L. Moerel, ‘Lost in Translation: Corporate Governance van Digitale Transformatie’, in: M.
Lückerath-Rovers e.a. (red.), Jaarboek Corporate Governance. Editie 2020-2021, Deventer: Wolters
Kluwer 2020, p. 177-193......................................................................................................................... 96
I. Wuisman, ‘Technologie (AI & blockchain) en ESG; de Europese benadering van de
digitaliseringstransitie – Deel I’, Ondernemingsrecht 2023/54, afl. 8......................................................99
College 10 dinsdag 21 november.............................................................................................................. 102
P. van Schilfgaarde/J.W. Winter, J.B. Wezeman & J.D.M. Schoonbrood, Van de BV en de NV, Deventer:
Wolters Kluwer 2022, hoofdstuk 15 (Europees vennootschapsrecht), nr. 137, 138 & 140....................102
137 Vrijheid van vestiging en het harmonisatieproces......................................................................102
138 Vrijheid van vestiging, vrij verkeer van kapitaal en de jurisprudentie van het Europese Hof van
Justitie............................................................................................................................................... 102
140 Modernisering van het Europees vennootschapsrecht en Duurzame Corporate Governance....103
M.A. Verbrugh, ‘De ‘European Model Company Act’ (EMCA)’, Ondernemingsrecht 2018/132, par. 1 t/m
3............................................................................................................................................................ 103
M.A. Verbrugh & C.A. Schwarz, ‘Leidt de herziene Aandeelhoudersrichtlijn tot meer
langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders?’, Ondernemingsrecht 2019/156, afl. 16, p. 863-864.
.............................................................................................................................................................. 105
H. Koster, ‘Sustainable finance & sustainabillity reporting’, Ondernemingsrecht 2018/49, p. 297-298.
.............................................................................................................................................................. 105
M.J. Kroeze, ‘De Brexit en de vijfde en negende richtlijn’, Ondernemingsrecht 2019/121, afl. 13, p. 677-
678........................................................................................................................................................ 106
EY for the European Commission, ‘Study on directors’ duties and sustainable corporate governance.
FINAL REPORT’ 2020, p. vi-xii (Executive Summary)..............................................................................106
Executive summary........................................................................................................................... 106
M.A. Verbrugh, ‘Naar een beter Europees ondernemingsrecht’, Ondernemingsrecht 2020/20, afl. 3, p.
99-107.................................................................................................................................................. 108
S.B. Garcia Nelen, ‘Een Europees initiatief voor duurzame corporate governance’, Ondernemingsrecht
2021/32, afl. 5....................................................................................................................................... 109
S.B. Garcia Nelen, ‘Het voorstel voor een Europese Corporate Sustainability Due Diligence-richtlijn’,
Ondernemingsrecht 2022/41, afl. 7, p. 261-272...................................................................................111
J.B.S. Hijink & J.M. de Jongh, ‘From Company Law to “Value Chain Law”: Observations and Dilemmas
on the CSDDD Proposal’, Ondernemingsrecht 2023/29, afl. 5, p. 199-200............................................114
J.N. Schutte-Veenstra, M.A. Verbrugh & P.P. de Vries, ‘Startschot voor de omzetting van de
Mobiliteitsrichtlijn in Nederland’, Ondernemingsrecht 2022/59, afl. 10/11, p. 363-364.......................115
L.E. Strine, ‘The Delaware Way: How We Do Corporate Law and Some of the New Challenges We (and
Europe) Face’, Delaware Journal of Corporate Law 2005, 30(3), p. 673-684 (tot paragraaf V., het vervolg
is aanbevolen)....................................................................................................................................... 115
4
, Corporate Governance and Corporate Litigation
College 11 woensdag 22 november.......................................................................................................... 117
P. van Schilfgaarde/J.W. Winter, J.B. Wezeman & J.D.M. Schoonbrood, Van de BV en de NV, Deventer:
Wolters Kluwer 2022, hoofdstuk 8 (Raad van commissarissen) (excl. nr. 71a)......................................117
Hoofdstuk 8 Raad van Commissarissen............................................................................................. 117
M. van Olffen, ‘Inrichting van de one tier vennootschap bij of krachtens de statuten’,
Ondernemingsrecht 2012/89, p. 481-487............................................................................................. 123
C.A. Schwarz, ‘Toezicht in het familiebedrijf; enkele aspecten’, in: A.J.S.M. Tervoort e.a.,
Familievennootschappen (Instituut voor Ondernemingsrecht nr. 107), Deventer: Kluwer 2017, p. 131-
162........................................................................................................................................................ 124
M.J. Kroeze, ‘Enough room for mediocre men and women’, Ondernemingsrecht 2013/ 49, p. 253-254.
.............................................................................................................................................................. 126
L.R. Bunk, ‘De vrouw als voorman: lessen uit het buitenland’, MvO 2023, afl. 5-6, p. 95-102...............126
College 12 woensdag 22 november.......................................................................................................... 128
P. van Schilfgaarde/J.W. Winter, J.B. Wezeman & J.D.M. Schoonbrood, Van de BV en de NV, Deventer:
Wolters Kluwer 2022, hoofdstuk 8 (Raad van commissarissen), nr. 71a en hoofdstuk 9 (De
ondernemingsraad), nr. 73, 74 & 78..................................................................................................... 128
I. Zaal, De reikwijdte van medezeggenschap (diss. Amsterdam UvA), Deventer: Kluwer 2014, p. 39-49
(Bevoegdheden in Boek 2 BW).............................................................................................................. 132
College 13 dinsdag 28 november.............................................................................................................. 133
B. Sjåfjell, ‘Redefining the Corporation for a Sustainable New Economy’, Journal of Law and Society (45)
2018, afl. 1, p. 29-45............................................................................................................................. 133
College 14 dinsdag 28 november.............................................................................................................. 133
M.J. Kroeze, ‘Rechtspersoonlijkheid en afgeleide schade’, in: G. van Solinge e.a., Relativering van
rechtspersoonlijkheid (Serie Van der Heijden Instituut nr. 114), Deventer: Kluwer 2012, p. 29-42.......133
H.W. Haksteeg & A.C.W. Pijls, ‘De vordering tot vergoeding van koersgerelateerde schade geleden door
aandeelhouders en optiebeleggers. Over afgeleide schade van aandeelhouders en ‘dubbel afgeleide’
van optiebeleggers’, MvO 2020............................................................................................................ 137
College 15 donderdag 30 november......................................................................................................... 139
E.C.H.J. Lokin, De bezoldiging van bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen (Instituut voor
Ondernemingsrecht nr. 113) (diss. Rotterdam), Deventer: Wolters Kluwer 2018, nr. 332, 333, 336 t/m
340, 344, 353, 370 t/m 374................................................................................................................... 139
J.W. Winter, Corporate Governance Going Astray: Executive Remuneration Built to Fail, Duisenberg
School of Finance Policy Paper No. 5*, 2011......................................................................................... 140
College 16 Casuscollege donderdag 30 november.................................................................................... 141
College 17 dinsdag 5 december................................................................................................................ 142
B.F. Assink | W.J. Slagter, Compendium Ondernemingsrecht (Deel 2), Deventer: Kluwer 2013, § 115.3
(p. 2254-2291)...................................................................................................................................... 142
J.M. de Jongh, ‘Beperkte aansprakelijkheid van aandeelhouders’, RMThemis 2022, afl. 6, p. 298-311.148
College 18 dinsdag 5 december 2023........................................................................................................ 152
5
, Corporate Governance and Corporate Litigation
J.M. de Jongh, ‘Drie aspecten van tegenstrijdig belang’, Ondernemingsrecht 2019/68, afl. 7, p. 357-365.
.............................................................................................................................................................. 152
A.F.J.A. Leijten, ‘Bestuur en tegenstrijdig belang’, Ondernemingsrecht 2019/80, afl. 8, p. 429-439.....153
College 19 woensdag 6 december............................................................................................................ 154
P. van Schilfgaarde/J.W. Winter, J.B. Wezeman & J.D.M. Schoonbrood, Van de BV en de NV, Deventer:
Wolters Kluwer 2022, hoofdstuk 12 (Geschillenregeling en enquête), nr. 116-123..............................154
J. de Bie Leuveling Tjeenk, ‘Materieel enquêterecht’, Ondernemingsrecht 2018/72, afl. 8, p. 418-424.
.............................................................................................................................................................. 160
J.M. de Jongh, ‘Een geschiedenis van het enquêterecht’, in: C.D.J. Bulten, M.P. Nieuwe Weme, G.P.
Oosterhoff & P.H.M. Broere (red.), Handboek Enquêterecht (Serie Van der Heijden Instituut nr. 175),
Deventer: Wolters Kluwer 2022, p. 17-36............................................................................................. 160
L. Timmerman, ‘Het enquêterecht als vernieuwer van het vennootschapsrecht?, in: C.D.J. Bulten, M.P.
Nieuwe Weme, G.P. Oosterhoff & P.H.M. Broere (red.), Handboek Enquêterecht (Serie Van der Heijden
Instituut nr. 175), Deventer: Wolters Kluwer 2022, p. 1541-1550.........................................................161
College 20 woensdag 6 december 2023.................................................................................................... 161
A.W.H. Vink, ‘Het verhaal Zwagerman’, in: L. Timmerman e.a., De rol van open normen in het
ondernemingsrecht (Instituut voor Ondernemingsrecht nr. 130), Deventer: Wolters Kluwer 2023, p.
141-150................................................................................................................................................. 161
College 21 dinsdag 12 december 2023...................................................................................................... 164
P. van Schilfgaarde/J.W. Winter, J.B. Wezeman & J.D.M. Schoonbrood, Van de BV en de NV, Deventer:
Wolters Kluwer 2022, hoofdstuk 12 (Geschillenregeling en enquête), nr. 114 & 115 en hoofdstuk 14
(Herstructurering van vennootschappen), nr. 130................................................................................164
College 22 dinsdag 12 december 2023...................................................................................................... 167
A.J.S.M. Tervoort, ‘Familievennootschappen: onderscheidende kenmerken en juridische
structureringsinstrumenten’, in: A.J.S.M. Tervoort e.a., Familievennootschappen (Instituut voor
Ondernemingsrecht nr. 107), Deventer: Kluwer 2017, p. 1-25..............................................................167
C.A. Schwarz, De impact van het vennootschappelijk belang: machtsverhoudingen,
verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid (Erasmus Law Lectures nr. 45), Den Haag: Boom juridisch
2018. Ook verschenen in TvOB 2018, afl. 4, p. 108-119 (deel 1) en TvOB 2018, afl. 5, p. 134-147 (deel 2).
.............................................................................................................................................................. 171
C.A. Schwarz & R.A. Wolf, ‘Structurering van de bedrijfsopvolging in het B.V.- recht’, TvOB 2023, afl. 2.
.............................................................................................................................................................. 177
G.J.H. van der Sangen, ‘Enige aspecten van governance van familiebedrijven’, TvOB 2023, afl. 4, p. 77-
83.......................................................................................................................................................... 181
K.A. de Vries, P.J.A.M. Nijnens & E.L. Gerretsen, ‘Joint ventures: praktische aspecten in vogelvlucht’,
O&F 2013, afl. 3, p. 5-21....................................................................................................................... 182
W.J.M. van Veen, ‘Vennootschapsrechtelijke doorwerking, bestuursautonomie en bestuurstaak bij Joint
Ventures na ‘Cancun’’, Ondernemingsrecht 2015/88, p. 441-449........................................................183
College 22 woensdag 13 december 2023.................................................................................................. 185
6
, Corporate Governance and Corporate Litigation
M.J. van Ginneken, Vijandige overnames: de rol van de vennootschapsleiding in Nederland en de
Verenigde Staten (diss. Amsterdam UvA), Deventer: Kluwer 2010, hoofdstuk 10 (Enige gedachten over
(invulling van) de Nederlandse norm)................................................................................................... 185
C.J.C. de Brauw, ‘Strategiebepaling bij beursvennootschappen, activistische aandeelhouders en
bescherming in het Nederlandse stakeholdermodel’, Ondernemingsrecht 2022/25, afl. 4, p. 141-155.
.............................................................................................................................................................. 186
7