MSK: revalidatie in de trauma- en reumatologie
H1: Klinisch onderzoek
1. Inleiding
a. Eco-biopsychosociaal model:
i. klacht (pijn/beperking) in interactie met andere factoren:
1. Fysiologisch
2. Psychologisch
3. Sociaal
4. Economisch
opnemen in analyse vd probleemstelling en de therapieplanning
ii. Zorgt dat we beter inzicht krijgen in
1. Patiënt en de aanwezige stoornissen
2. Omgeving
3. Omgang met klachten en het beweeggedrag
4. Verwachting vd patiënt
b. ICF-model: vroeger ICIDH-model: van medische naar functionele classificiatie
i. Methodisch stappenplan:
1. Verwijzing/aanmelding en anamnese
a. Verwijzing (medisch voorschrift) bevat:
i. Diagnose
ii. # behandeling
iii. Contra-indicaties
2. Klinisch onderzoek en analyse
3. Opstellen vh behandelplan
4. Behandelen en evalueren
5. Afsluiten vd interventie
c. Vlaggen: gebruikt voor de screening en het ontdekken van mogelijke risicofactoren op
ontwikkelen van chronische klachten
i. Gele vlaggen: poteintiële psychosociale risicofactoren voor het ontwikkelen van
chronische klachten. Niet regiospecifiek
1. Risicofactoren voor chronische MSK klachten
a. Patiëntgerelateerd
b. Contextuele invloeden
c. Arts/kine-gerelateerd
2. Atiitudes en believes
a. Gedachten, bezorgdheden en ideeën omrent klachten
b. Ontwikkeling van pijnermijdingsgedrag en bewegingsangst
c. Kine: belangr om duidelijke info te geven en pijneductie
3. Behavior
a. Gedrag vd patiënt zoals veel rust, niet durven bewegen, terutrekken uit
dagelijks leven. Te zien in anamnese als zeer hoge pijninstensiteit,
verminderde slaapkwali, verhoogd gebruik van hulpmiddelen en medicatie
4. Compensatie
a. Indien men langdurig niet kan werken, beperkte financiële middelen heeft
zal men minder motivatie hebben en meer stress
, 5. Diagnose en behandeling
a. Belangr dat kine goede en duidelijke info geeft over de diagnose, oorzaak,
prognose en het behandelplan
6. Emoties
a. Bezorgd zijn om klachten
b. Negatieve emotionele toestand zorgt ervoor dat de patiënt meer aandacht
heeft voor de negatieve aspecten vd klachten en leven, dit leidt tot angst
voor pijntoename, depressie en stress, nutteloosgevooel, demotivatie
7. Familie
a. Kunnen effect hebben od klachtenbeleving en het beweeggedracht, zowel
positief als negatief
b. Educatie en informen vd familie
8. Werk
a. Fysiek/mentaal zwaar werk verhoogt de kans op chroniciteit en vermoeilijkt
het herstel
ii. Blauwe vlaggen: door patiënt ervaren, beroepsmatige risicofactoren: gedachte vd
patiënt over zijn werk of werkomgeving
iii. Rode vlaggen: potentiële fysioloigsche risicofactoren die wijzen op onderliggende
pathologie of mogelijks kunnen leiden tot chronische klachten indien niet goed
behandeling. Vaak regio specifiek. Symtomen die wijzen op mogelijke ernstige
behandeling vragen verder onderzoek, in de tussentijd mag de
kinesitherapeutische interventie niet opgestart worden. Je neemt als kine contact
op met de verwijzende arts of specialist en stuurt de patiënt door
1. Vb’en
a. Algemene, onverklaarbare maligne: combi van factoren die leiden tot gevoel
van onwelzijn, vermoeidheid en ongemak
b. Onverklaarbaar gewichtsverlies
c. Koorts
d. Constante en progressieve pijn
e. Niet-mechanische pijn/onverklaarbaar aan mechanische belastingpijn
f. Progressieve neruologische symptomen
g. Inflammatoire kenmerken
h. Voorgeschiedenis
i. Recent trauma
ii. Kanker
iii. Systematisch gebruik van corticosteroïden
iv. Systemische aandoeningen zoals HIV
iv. Zwarte vlaggen: objectieve beroepsmatige en risicofactoren mbt werkomgeving
die kunnen leiden tot werkgerelateerde blessure
1. Beleidsmaatregel van bedrijf of arbeidsomstandigheden, ziektebeleid en salaris
2. Kine moet patiënt adviseren over ergonomie of risicofactoren
,2. Fasen van weefselherstel
a. Inleiding
i. Bindweefsel in alle organen
1. Musculoskeletale structuren
a. Spieren
b. Pezen
c. Ligamenten
2. Huid- en zenuwweefsel
3. Bloed- en lymfevaten
ii. Functies van bindweefsel
1. Beschermende, trofische en morfogenetische functie
2. Biomechanische functie: stabiliteit, elasticiteit, contractiliteit en viscositeit
3. Reparatieve en regeneratieve functie
iii. Samenstelling
1. Weefselspecifieke cellen
2. Extracellulaire matrix, ECM
a. Water
b. Mineralen
c. Vezels voor het weerstaan van trekspanning
i. Collageenvezels voor belasitng
ii. Elastische vezels voor stretch
iii. Reticulaire vezels voor stabiliteit
d. Proteoglycanen voor het weeerstaan van drukkracht
i. Vormen grotere complexen
ii. Binden met
1. Vezels zoals collageen
2. Kationen zoals Na+, Ka+ en Ca2+
3. Water via GAGS (glycosamioglycanenketens)
iv. Cellen in bindweefsel bij genezingsproces
1. Mastcellen: granulocyten
2. Macrofagen: centrum vd wondgenezin
3. Fibroblasten: weefsel-/prikkelafhankelijke ontwikkeling
v. Beïnvloedende factoren bij weefselherstel
1. Weefseltype, -grootte en -lokalisatie
2. Infectie
3. Lokale weefselcirculatie/-vascularisatie
4. Specifieke biomechanische prikkels
5. Nutritionele hoedanigheid
6. Medicatiegebruik
7. Specifiek fysische blootstelling
b. Gevasculariseerd weefesel
i. 2 soorten herstel
1. Regeneratie: volledig herstel zoals hervoor
2. Reparatie: hesteld weefsel zal zijn oorspronkelijke functie benaderen
(inferieure weefselkwaliteit)
, ii. Fasen van weefselherstel
1. Inflamatiefase
a. Bloedstolling (duur max 4-6h) en transport van plasma en witte
bloedcellen/leukocyten naar verwonding
b. Onstekingsreactie (niet hetzelfde als een infcetie): duurt 1-3d: activatie van
moleculen en cellen voor het verwijderen en opruimen vd bactie
c. Functieherstel door productie van nieuw bindweefsel
d. Kenmerken
i. Roodheid: rubor
ii. Zwelling: tumor
iii. Warmte: calor
iv. Pijn: dolor
v. Functieverlies: functioe laesa
e. Aanbevelingen:
i. POLICE-rule: eigenlijk achterhaald
1. Beschermen vd getroffen regio
2. Optimal loading
3. Ice: ijs komt meestal te laat/is overbodig, want de bloedvatwand
doet al aan reflectoire vasoconstrictie en het helpt ook niet om de
zwelling tegen te gaan. Het toch werkend effect wordt
toegeschreven aan de compressie.
4. Wel effect als “pijnstiller”
5. Compressie
6. Elevatie
ii. Juister POLICE AND LOVE-rule
1. Protectie
2. Elevatie
3. Avoid anti-inflammatoire medicijnen
4. Compressie
5. Educatie
6. Optimal loading
7. Optimisme
8. Vascularisatie
9. Exercise