1E MASTER GENEESKUNDE
,Deel 1: Anesthesie
1. Basis van de algemene anesthesie
2. Monitoring van de patiënt
3. Respiratie – luchtweg
4. Vasculaire access
5. Perioperatieve homeostase
6. Farmacologie
7. Locoregionale anesthetica
8. Intoxicaties
9. Pre-operatief
10. Intra-operatief
11. Post-operatief
1. BASIS VAN DE ALGEMENE ANESTHESIE
ANESTHESIE ALGEMEEN
Definitie
- Medicamenteus geïnduceerde omkeerbare onderdrukking vh centraal zenuwstelsel
- Veranderingen van gedrag/ perceptie op schadelijke stimuli
3 pijlers
- Slaap/ sedatie: Sedativa + hypnotica
o Amnesia, anxiolyse, spierverslapping
- Analgesie (pijnstilling)
- Spierverslapping
o Beveiligen van LW, immobilisatie v stembanden, anti-hoest
o Vlotte heelkunde door verminderde tonus vd spieren
Bijkomende aspecten van anesthesie
- Onderdrukken van de reflexen
o Neuro-endocrien: angst en pijn (pupillen, stressrepons,…)
§ Metabolisme, cardiovasculair (BD, HF stijgen), hypercoagulabiliteit (ADH stijging),
pulmonale dysfunctie (FRC daling), ileus
o Cytokine: Lokaal trauma/ weefselschade
§ Wordt niet beïnvloed door anesthesie
- Peroperatieve stabilisatie (tijdens de operatie)
o (zie hierboven) Stolling, hemodynamisch, glycemie, ZB-homeo, respiratoir
- Antagonisatie
PREMEDICATIE
- Doel
o Wegnemen van angst = anxiolyse
o Voorkomen van pijjn (pre-emptief)
o Voorkomen van complicaties
, - Algemeen
o Enkel nog bij zware ingrepen
o Geen IM injecties
o Kids: aanwezigheid ouders = beter dan medicatie
o Informeren
o Minder gebruikt omwv markage en identificatie (pt moeten zich kunnen identificeren)
- Verschillende producten
o Sedatief of Anxiolyticum: Benzodiazepines/Opiaat (oraal)
§ Cave! nausea/braken/dysforie
§ KinderenàMidazolam-siroop (fruitsmaak)
o Parasympathicolyticum: Atropine/Glycopyrrolate (IM of IV)
§ Antisialogeen (minder speekselproductie)
§ Vagale reacties inhiberen: tegen bradycardie
• Belangrijk bij kids: CO erg afhv HR
§ Anti-bronchospastisch
o Andere medicatie
§ Postop Nausea & Vomiting (PONV) profylaxe
§ Anti-aspiratie (!! Zwangeren)
§ Anti-trombotica (LMWH)
SEDATIE TOT SLAAP: WILSON SCALE
- Stadium 1-3: MAC = monitored anesthesia care
o Supplement bij locoregionale anesthesie
o Eenvoudige modulatie
o Ter comfort
§ Moeilijke positie, naalden/ sondes, claustrofobie, lange duurtijd van ingreep
o Kenmerken: er is nog reactie, ogen ± open, AH en hymodynamiek: ok
- Stadium 4-5: enkel door anesthesist
o Kenmerken: enkel reactie op pijn, geen communicatie, ogen gesloten, AH en hemodynamiek ?
- Patiënt doorloopt stadia bij anesthesie
o Vooral bij volatiele anesthesie inductie
o Bij IV-inductie te snel
o Bij ontwaken stadia wel terug waarneembaar
, INHALATIE
- Indicaties
o Indien geen IV-toegang/naaldfobie
o Bij kinderen à deze inhalatie anesthesie zorgt voor VD à makkelijker prikken
o Niet geschikt voor MAC (enkel kalinox: lachgas: 50/50 ratio)
- Verschillende stadia
o Amnesie/ analgesie
o Excitatie
o Chirurgisch stadium
o Toxisch stadium
- Inhalatie-inductie enkel met Sevoflurane
o Desflurane geeft spasmes/...
o Methode
§ Stapsgewijs (traagste manier)
§ Starten met 8% à 3-4% bij voldoende sedatie
§ Single Breath = Diep uitademenàballon met 8% 3x diep inademen
• Sneller dan propofol IV!
- Onderhoud van slaap gaat met alle inhalatieanesthetica
- Intubatie vanaf 2-3 MAC (of na spierverslapper)
- Neveneffecten
o PONV en geaggiteerd wakker worden!
§ Vooral bij kinderen
o Teratogeen (N2O: lachgas)
o Miskramen, levertoxiciteit, hemodynamisch
- Absolute contra-indicatie: maligne hyperthermie = genetisch
- Vervolgens mogelijkheden
o Bij lange ingrepen à venen aanprikken à IV medicatie
o Bij korte ingrepen (diabolo, traanwegsonde) à blijvend inhalatie (masker)
o Larynxmasker plaatsen
o Intubatie na spierverslapper of bij MAC 2-3
§ Opgepast: MAC 2-3 à risico op hypotensie à opgepast: ouderen/ CV lijden