BIOCHEMIE
HIËRARCHISCHE OPBOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen
Cellen zijn opgebouwd uit moleculen
Weefsels zijn opgebouwd uit cellen met een gemeenschappelijke functie
Organen bestaan uit meerdere weefsels die elk bijdragen tot de werking vn dat orgaan
Orgaanstelsel groeperen meerdere organen die bijdragen tot 1 lichaamsfunctie
Het menselijk lichaam bestaat uit 11 orgaanstelsels
DE MOLECULAIRE SAMENSTELLING VAN DE MENS
MACRO-ELEMENTEN
H₂O: - 60% LG bij mannen
- 55% LG bij vrouwen (algemeen hoger vetgehalte)
belangrijk als medium & reagens vr vele chemische reacties, als oplosmiddel, warmtecapaciteit,
zuur-base evenwicht & pH
Anorganische zouten: - botten: 1kg Ca²⁺ (calcium), 2?5kg PO₄³⁺ (fosfaat)
- lichaamsvochten: Na⁺, K⁺, Mg²⁺, SO₄²⁻, Cl⁻
ORGANISCHE MACROMOLECULEN
Vnl opgebouwd uit atomen C, H, O, N, S
MAAR N nooit in vet of zuiker!
KOOLHYDRATEN
= suiker = sachariden
Brutoformule glucose = C₆H₁₂O₆
(a) = schematische structuurformule met rechte keten
(b) = ringvorm die id natuur meest voorkomt
(c) = verkorte schematische tekening vd ringvorm vn glucose
Disachariden & polysachariden
bv. glycogeen = aaneenschakeling vn 100-den glucoses
VETTEN
Vetzuren & triglyceriden = glycerol + 3 vetzuren (vet of olie)
Onverzadigd & verzadigd
vloeibaar bij kamerT vast bij kamerT
gezonder
bv. omega bv. boter
, Cholesterolmolecuul = zoals alle steroïden een complexe, uit 4 ringen bestaande structuur
Fosfolipidemolecuul = glycerol met 2 vetzuren gekoppeld aan andere molecuul (dan een vet) via fosfaatgroep
Apolair = neutraal & nt-oplosbaar in water = hydrofoob
Polair = goed oplosbaar in water = hydrofiel
EIWITTEN
= aminozuren = peptiden = proteïne
= aaneenschakeling vn vele aminozuren die zich op karakteristieke wijze
oprolt
R kan van alles zijn = restgroep
Globulaire eiwitten = functionele eiwitten
Vezelige eiwitten = structuureiwitten
NUCLEÏNEZUREN
= opgebouwd uit nucleotiden = bouwsteen
1 nucleotide bestaat uit: - 1 tot 3 fosfaatgroepen (PO₄³⁻)
- desoxyribose (C-5 suiker)
- stikstofhoudende base (N-base): - cytosine (C)
Pyrimidines
- thymine (T)
- guanine (G)
Purines
- adenine (A)
HIËRARCHISCHE OPBOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen
Cellen zijn opgebouwd uit moleculen
Weefsels zijn opgebouwd uit cellen met een gemeenschappelijke functie
Organen bestaan uit meerdere weefsels die elk bijdragen tot de werking vn dat orgaan
Orgaanstelsel groeperen meerdere organen die bijdragen tot 1 lichaamsfunctie
Het menselijk lichaam bestaat uit 11 orgaanstelsels
DE MOLECULAIRE SAMENSTELLING VAN DE MENS
MACRO-ELEMENTEN
H₂O: - 60% LG bij mannen
- 55% LG bij vrouwen (algemeen hoger vetgehalte)
belangrijk als medium & reagens vr vele chemische reacties, als oplosmiddel, warmtecapaciteit,
zuur-base evenwicht & pH
Anorganische zouten: - botten: 1kg Ca²⁺ (calcium), 2?5kg PO₄³⁺ (fosfaat)
- lichaamsvochten: Na⁺, K⁺, Mg²⁺, SO₄²⁻, Cl⁻
ORGANISCHE MACROMOLECULEN
Vnl opgebouwd uit atomen C, H, O, N, S
MAAR N nooit in vet of zuiker!
KOOLHYDRATEN
= suiker = sachariden
Brutoformule glucose = C₆H₁₂O₆
(a) = schematische structuurformule met rechte keten
(b) = ringvorm die id natuur meest voorkomt
(c) = verkorte schematische tekening vd ringvorm vn glucose
Disachariden & polysachariden
bv. glycogeen = aaneenschakeling vn 100-den glucoses
VETTEN
Vetzuren & triglyceriden = glycerol + 3 vetzuren (vet of olie)
Onverzadigd & verzadigd
vloeibaar bij kamerT vast bij kamerT
gezonder
bv. omega bv. boter
, Cholesterolmolecuul = zoals alle steroïden een complexe, uit 4 ringen bestaande structuur
Fosfolipidemolecuul = glycerol met 2 vetzuren gekoppeld aan andere molecuul (dan een vet) via fosfaatgroep
Apolair = neutraal & nt-oplosbaar in water = hydrofoob
Polair = goed oplosbaar in water = hydrofiel
EIWITTEN
= aminozuren = peptiden = proteïne
= aaneenschakeling vn vele aminozuren die zich op karakteristieke wijze
oprolt
R kan van alles zijn = restgroep
Globulaire eiwitten = functionele eiwitten
Vezelige eiwitten = structuureiwitten
NUCLEÏNEZUREN
= opgebouwd uit nucleotiden = bouwsteen
1 nucleotide bestaat uit: - 1 tot 3 fosfaatgroepen (PO₄³⁻)
- desoxyribose (C-5 suiker)
- stikstofhoudende base (N-base): - cytosine (C)
Pyrimidines
- thymine (T)
- guanine (G)
Purines
- adenine (A)