Fysiologie
5. transport of solutes and water
Gafaciliteerde diffuse = proteinen nodig
=> kanalen of uniporters via elektrochemische gradiënt
Transcellulair transport = overheen de cel
Na/K pomp: basolaterale voorkomen (cyclus kennen)
Paracellulair transport = tussen 2 cellen
=> hangt af van hoe sterk gekoppeld
=> inflamatie: paracellulair transport neemt toe
Transcellulair transport: geen drukopbouw mogelijk, dus via osmose
Hoeveel waterporines
Waterflux afhankelijk van osmotische gradiënt en drukgradiënt (wet van Fick)
Bij bloed: eerst bloeddruk overheerst nadien osmotische druk => moet evenwicht zijn
Hersenoedeem:
1. cytotoxisch: minder bloed dat toekomt: co2 stapelt op, O2 daalt
=> ATP daalt in cel: Na/K pomp kan niet werken
=> Donnan evenwicht verstoord
=> cel zwelt
=> intracellulair
2. vasogeen
=> lekage cappilaire bloedvaten
=> paracellulair transport neemt toe, dus cellen niet sterk gebonden aan elkaar
=> bloed uit cellen lekken
=> osmotische gradiënt vermindert
=> water gradiënt stijgt in interstitium, intercellulaire ruimte
, 6. Electrophysiology of the cell membrane
Geladen ionen niet makkelijk door plasma membraan
Lage dielektriciteit constante = mogelijkheid medium om te polariseren
Oplossing: kanalen/poriën met lage weerstand
Openen en sluiten onder invloed van verandering membraan potentiaal
Cellen die actiepotentialen moeten opwekken: allemaal negatieve membraan
rustpotentiaal
Potentiaal buiten cel = 0 mV
Potentiaal in cel = -60 mV
Potentiaalverschil = Pot in – Pot uit
Extracellulaire K conc veranderen: membraanpotentiaal wijzigt
Rustmembraanpotentiaal voornamelijk gedomineerd door K conc
Na/K pomp: geen directe bijdrage tot pot, maar bouwt Na/K gradiënt wel op
Kanalen bepalen wat membraan potentiaal gaat zijn
Goldman-hodgkin-Katz formule: om flux van ionen te bepalen (info)
Membraan is homogeen (hypothetisch)
Spanning lineair over membraan
Ionen bewegen onafhankelijk v elkaar
Permeabiliteit is cte: dus formule enkel toepassen in rustpotentiaal
Als conc bin = conc buiten : perfecte lineair, maar niet echt geval =
Kbin > Kbuit -> rectificatie (niet door 0)
Als in = uit: Nernst vgl: evenwichts potentiaal 0 -> door 0
Helling bepaalt door hoeveel K, maar altijd door 0
Positieve stroom = Kation van in de cel naar buiten
Negatieve stroom = kation van buiten naar binnen
Met GHK formule: bepalen Na stroom, K,…
In rust is Itot = 0
Verschil met Nernst vgl: permeabiliteits cte
Als slecht 1 Ion door de membraan kan => GHK vgl = Nernst vgl
Wanneer Kbuit toeneemt => membraanpotentiaal positiever
Kbuit neemt af => negatiever mp
KCl toedienen -> mebraanpot +, spieren niet meer werken: K conc moet laag blijven
5. transport of solutes and water
Gafaciliteerde diffuse = proteinen nodig
=> kanalen of uniporters via elektrochemische gradiënt
Transcellulair transport = overheen de cel
Na/K pomp: basolaterale voorkomen (cyclus kennen)
Paracellulair transport = tussen 2 cellen
=> hangt af van hoe sterk gekoppeld
=> inflamatie: paracellulair transport neemt toe
Transcellulair transport: geen drukopbouw mogelijk, dus via osmose
Hoeveel waterporines
Waterflux afhankelijk van osmotische gradiënt en drukgradiënt (wet van Fick)
Bij bloed: eerst bloeddruk overheerst nadien osmotische druk => moet evenwicht zijn
Hersenoedeem:
1. cytotoxisch: minder bloed dat toekomt: co2 stapelt op, O2 daalt
=> ATP daalt in cel: Na/K pomp kan niet werken
=> Donnan evenwicht verstoord
=> cel zwelt
=> intracellulair
2. vasogeen
=> lekage cappilaire bloedvaten
=> paracellulair transport neemt toe, dus cellen niet sterk gebonden aan elkaar
=> bloed uit cellen lekken
=> osmotische gradiënt vermindert
=> water gradiënt stijgt in interstitium, intercellulaire ruimte
, 6. Electrophysiology of the cell membrane
Geladen ionen niet makkelijk door plasma membraan
Lage dielektriciteit constante = mogelijkheid medium om te polariseren
Oplossing: kanalen/poriën met lage weerstand
Openen en sluiten onder invloed van verandering membraan potentiaal
Cellen die actiepotentialen moeten opwekken: allemaal negatieve membraan
rustpotentiaal
Potentiaal buiten cel = 0 mV
Potentiaal in cel = -60 mV
Potentiaalverschil = Pot in – Pot uit
Extracellulaire K conc veranderen: membraanpotentiaal wijzigt
Rustmembraanpotentiaal voornamelijk gedomineerd door K conc
Na/K pomp: geen directe bijdrage tot pot, maar bouwt Na/K gradiënt wel op
Kanalen bepalen wat membraan potentiaal gaat zijn
Goldman-hodgkin-Katz formule: om flux van ionen te bepalen (info)
Membraan is homogeen (hypothetisch)
Spanning lineair over membraan
Ionen bewegen onafhankelijk v elkaar
Permeabiliteit is cte: dus formule enkel toepassen in rustpotentiaal
Als conc bin = conc buiten : perfecte lineair, maar niet echt geval =
Kbin > Kbuit -> rectificatie (niet door 0)
Als in = uit: Nernst vgl: evenwichts potentiaal 0 -> door 0
Helling bepaalt door hoeveel K, maar altijd door 0
Positieve stroom = Kation van in de cel naar buiten
Negatieve stroom = kation van buiten naar binnen
Met GHK formule: bepalen Na stroom, K,…
In rust is Itot = 0
Verschil met Nernst vgl: permeabiliteits cte
Als slecht 1 Ion door de membraan kan => GHK vgl = Nernst vgl
Wanneer Kbuit toeneemt => membraanpotentiaal positiever
Kbuit neemt af => negatiever mp
KCl toedienen -> mebraanpot +, spieren niet meer werken: K conc moet laag blijven