voortplanting 5
spermatogenese
- sperma wordt verzameld door op te vangen in een kunstvagina (op een fantoom of
natuurlijke dekking) of adhv electro-ejaculatie
→ bij een hond heb je een loopse teef nodig in de buurt
→ elektro-ejaculatie wordt met sedatie of anesthesie gedaan (niet bij
hengst want dan slechte sperma)
- als dekkers veel moeten dekken gaan aantal cellen steeds dalen
→ er komen onrijpe cellen in ejaculaat en de protoplasma druppels zijn
dan niet volledig naar beneden
→ dit zegt niets over de vruchtbaarheid van het dier
- herkauwers hebben weinig sperma maar enorm geconcentreerd
- beer en hengst hebben heel veel maar is verdund door gel van bulbo-urethrale klier
- mannelijke vruchtbaarheid wordt bepaald door aantal levende cellen,
motiliteit van de cellen, de morfologie en het aantal functionele cellen
→ motiliteit: hoeveel in een rechtlijnige beweging gaan
→ morfologie wordt beoordeeld adhv een supra vitaal kleuring (dit doodt
de cellen)
- als 5-15% van de cellen afwijkend is, is dat normaal, meer dan 20% vormt een
probleem
- primaire afwijkingen: abnormale koppen en staarten
- secundaire afwijkingen: protoplasma druppels
- tertiaire afwijkingen: dode cellen en gebroken staarten
vrouwelijk voortplantings-gerelateerd gedrag
- vrouwtjes worden attractief (ze willen aandacht van mannetje trekken), proceptief (ze
gaan mannetjes uitdagen) en receptief (ze laten dekking toe)
→ enkel tijdens oestrus
- merries gaan bliksemen en het lordosreflex uitoefenen (rug krommen, staart opzij en
achterbeen buigen)
- ze krijgen een verhoogde beweeglijkheid
- ze worden geïnitieerd door feromonen, visuele prikkels, auditieve prikkels en
tactiele prikkels
→ stier legt kin op achterhand
spermatogenese
- sperma wordt verzameld door op te vangen in een kunstvagina (op een fantoom of
natuurlijke dekking) of adhv electro-ejaculatie
→ bij een hond heb je een loopse teef nodig in de buurt
→ elektro-ejaculatie wordt met sedatie of anesthesie gedaan (niet bij
hengst want dan slechte sperma)
- als dekkers veel moeten dekken gaan aantal cellen steeds dalen
→ er komen onrijpe cellen in ejaculaat en de protoplasma druppels zijn
dan niet volledig naar beneden
→ dit zegt niets over de vruchtbaarheid van het dier
- herkauwers hebben weinig sperma maar enorm geconcentreerd
- beer en hengst hebben heel veel maar is verdund door gel van bulbo-urethrale klier
- mannelijke vruchtbaarheid wordt bepaald door aantal levende cellen,
motiliteit van de cellen, de morfologie en het aantal functionele cellen
→ motiliteit: hoeveel in een rechtlijnige beweging gaan
→ morfologie wordt beoordeeld adhv een supra vitaal kleuring (dit doodt
de cellen)
- als 5-15% van de cellen afwijkend is, is dat normaal, meer dan 20% vormt een
probleem
- primaire afwijkingen: abnormale koppen en staarten
- secundaire afwijkingen: protoplasma druppels
- tertiaire afwijkingen: dode cellen en gebroken staarten
vrouwelijk voortplantings-gerelateerd gedrag
- vrouwtjes worden attractief (ze willen aandacht van mannetje trekken), proceptief (ze
gaan mannetjes uitdagen) en receptief (ze laten dekking toe)
→ enkel tijdens oestrus
- merries gaan bliksemen en het lordosreflex uitoefenen (rug krommen, staart opzij en
achterbeen buigen)
- ze krijgen een verhoogde beweeglijkheid
- ze worden geïnitieerd door feromonen, visuele prikkels, auditieve prikkels en
tactiele prikkels
→ stier legt kin op achterhand