Samenvatting Medisch rekenen uitleg formulier

Mevrouw De Ruiter heeft een infuus waarin een medicijn is opgelost in een concentratie van 7%. Het infuus loopt met een druppelsnelheid van 18 druppels per minuut. Hoeveel gram van het medicijn krijgt mevrouw De Ruiter in 24 uur en 15 minuten?

Antwoord: 91,665 gram Een oplossing van 7% wil zeggen dat er 70 gram van het middel zit in 1 liter van de vloeistof. Dat is hetzelfde als 70 mg per ml. Het infuus loopt met een druppelsnelheid van 18 druppels per minuut. Het infuus liep 1455 minuten. In die tijd heeft mevrouw De Ruiter dus 1455 maal 18 is 26190 druppels gekregen. Tenzij anders aangegeven mag je uitgaan van 20 druppels per ml. Mevrouw De Ruiter kreeg dus 26190 gedeeld door 20 is 1309,5 ml van de oplossing. Je weet dat 1 ml 70 mg van het middel bevat. De berekening is nu 1309,5 maal 70 is 91665 mg. Van mg naar gram is delen door duizend. Het juiste antwoord is 91,665 gram.

In voorraad is chloorbleekloog dat 60 procent actief chloor bevat. Nodig is 10 liter chloorbleekloog met 8 procent actief chloor. Hoeveel ml chloorbleekloog neem je van de voorraad om 10 liter oplossing van 8 procent te maken?

Antwoord: Het volume (ml) wat je uit de voorraad moet nemen bereken je door het gewenste percentage te delen door het beschikbare percentage en dit getal te vermenigvuldigen met de totaal gewenste hoeveelheid. Dat is dus 8 (gewenst percentage) gedeeld door 60 (beschikbaar percentage) is 0,1333 maal 10.000 ml is 1333 ml.

De heer Hut is 53 jaar, 194 cm lang en weegt 117 kilogram. Bereken de BMI van meneer Hut?

Antwoord: De Body Mass Index (BMI) wordt berekend door het lichaamsgewicht in kilogrammen te delen door het kwadraat van de lengte in meters. Het lichaamsgewicht is gegeven: 117 kg. De lengte in meters is 1,94 meter. Het kwadraat van de lengte in meters is 1,94 maal 1,94 is 3,7636 . 117 gedeeld door 3,7636 is 31,087256881709. Normaal afronden op één cijfer achter de komma geeft 31,1. De Body Mass Index (BMI) is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. De BMI geeft een schatting van het gezondheidsrisico op basis van het lichaamsgewicht.

De heer Willemsen krijgt 3 liter zuurstof per minuut. De heer Willemsen wil met familie even naar buiten. Je geeft een zuurstofcilinder van 2 liter mee. De manometer geeft 80 bar aan. Hoeveel liter zuurstof kan er na 50 minuten nog uit de cilinder stromen?

Antwoord: 10 liter. De beschikbare hoeveelheid zuurstof in de fles is druk maal inhoud. Dit geval dus 80 maal 2 is 160 liter. Per minuut wordt 3 liter zuurstof verbruikt. In 50 minuten is dit 50 maal 3 is 150 liter zuurstof verbruikt. Er kan na 50 minuten dus nog 160 min 150 is 10 liter zuurstof uit de cilinder stromen.

Bij mevrouw Van De Velden werd vandaag gedurende 24 uur een vochtbalans bijgehouden. In deze 24 uur zijn de volgende gegevens vastgelegd: Mevrouw heeft 750 ml gedronken. Mevrouw kreeg gedurende 4 uur een infuus dat over een pomp liep. De pomp stond ingesteld op 42 ml per uur. De drain van mevrouw heeft 125 ml geproduceerd. Bij de start van de vochtbalans is er een nieuwe katheterzak aangehangen. Bij het afsluiten van de vochtbalans bevatte de opvangzak 1050 ml. Via de maaghevel is vandaag 500 ml vocht afgelopen. Bereken de vochtbalans voor mevrouw van de Velden in deze 24 uur op basis van bovenstaande gegevens. Vul bij een negatieve vochtbalans een minteken in voor je antwoord.

Antwoord: Vochtbalans = vochtinname - vochtverlies. Inname is drinken en infuus. Verlies is urineproductie, drainproductie en maaghevelproductie. Mevrouw kreeg een infuus gedurende 4 uur. Mevrouw kreeg dus 4 uur * 42 ml/uur = 168 ml. Vochtinname: drinken (750 ml) en infuus (168 ml) = 918 ml. Vochtverlies: urine (1050 ml), drainvocht (125 ml) en maaghevelproductie (500 ml) = 1675 ml. Vochtbalans: 918 ml - 1675 ml = -757 ml. Er is dus sprake van een NEGATIEVE vochtbalans.

Een patiënt is opgenomen op de afdeling Medium Care. Ter bestrijding van oedeem krijgt hij Dexamethason toegediend. Het medicatievoorschrift luidt: 8 mg Dexamethason, toe te dienen via een intraveneus infuus. Beschikbaar zijn ampullen van 1 ml met een concentratie Dexamethason van 4 mg / ml. Je voegt de voorgeschreven medicatie bij de inhoud van een infuuszakje met 100 ml NaCl 0,9 %. De oplossing moet inlopen in 30 minuten. Op welke druppelsnelheid stel je het infuus in?

Antwoord: Je moet eerst weten hoeveel ml je aan de 100 ml moet toevoegen. Patiënt heeft 8 mg nodig. Je hebt ampullen van 1 ml met een concentratie van 4 mg / ml. Patiënt heeft dus 8 gedeeld door 4 is 2 ml nodig. Je moet dus 100 (de inhoud van het zakje) plus 2 ml, (de inhoud van de ampullen) is 102 ml toedienen in 30 minuten. Indien niet anders aangegeven mag je er vanuit gaan dat er 20 druppels in een ml vloeistof zitten. Je moet dus in 30 minuten 102 maal 20 is 2040 druppels toedienen. Dat is 2040 gedeeld door 30 is 68 druppels per minuut. Dexamethason [Infusie] is een medicijn uit de groep systemische hormonale preparaten, met uitzondering van insuline en geslachtshormonen.

In verband met een verminderde urineproductie wordt de hoeveelheid vocht, die de patiënt per infuus toegediend krijgt, verhoogd. Instructie: 1 liter zout-glucose-oplossing toe te dienen in 4 uur. Je maakt gebruik van een infuuspomp. Bereken de stand van de infuuspomp. Druk het antwoord uit in milliliter per uur.

Antwoord: Pompsnelheid? Voorschrift in ml / aantal uur = 1000 / 4 = 250 milliliter per uur.

Een patiënt krijgt pijnstilling toegediend via een ambulante infuuspomp. Deze pomp dient met een constante snelheid subcutaan morfine toe. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de pomp een extra gift (een bolus) morfine toedient wanneer de patiënt extra pijnstilling nodig heeft. De medicatiecassette van de pomp bevat een morfine-oplossing van 10 mg / ml. Het doseringsvoorschrift luidt: 2,5 mg morfine per uur met de mogelijkheid dat de patiënt één keer per twee uur een extra bolus van 2,5 mg toegediend krijgt. Bij het tussentijds uitlezen van de pompgegevens stel je vast: Er zit nog 37 ml in de medicatiecassette. De patiënt maakt gebruik van de maximaal toegestane mogelijkheid tot extra bolussen. Hoeveel hele uren kan deze patiënt met de nog beschikbare medicatie doen bij ongewijzigd gebruik?

Antwoord: Wanneer de patiënt de maximaal toegestane dosering toegediend krijgt, dan krijgt hij per uur 2,5 mg via de continue afgifte en daarbij per twee uren 2,5 mg in bolusvorm. Dat is 2,5 mg / 2 uren, ofwel 1,25 mg / uur. De continue afgifte plus de bolus is dus 3,75 mg / uur. In de medicatiecassette bevindt zich nog 37 ml met een morfineconcentratie van 10 mg / ml. Dat is in totaal nog 370 mg. Met deze hoeveelheid kan de patiënt 370 / 3,75 = 98,667 uur doen. 98,667 uur is 98 uur en 40 minuten. De vraag was gericht op hele uren, dus de resterende minuten vallen buiten het antwoord.