Niet wetenschappelijke methoden:
1. Vasthoudendheid (tenacity)= we accepteren informatie als waar omdat het altijd al zo geweest is of
omdat bijgeloof de informatie ondersteunt
• Gebaseerd op gewoonte of bijgeloof
• Informatie kan foutief zijn en het corrigeren is zeer moeilijk (hardnekkig)
2. Intuïtie= we accepteren informatie als waar omdat dit juist aanvoelt
• Gebaseerd op buikgevoel, voorgevoel of instinct
• Vaak gebruikt als we over geen enkele informatie beschikken
• Snelle manier om vragen te beantwoorden
• Vaak gebruikt bij ethische vraagstukken of morele dilemma’s
3. Autoriteit= we accepteren informatie als waar omdat de informatie afkomstig is van een expert rond
dat onderwerp
• Gebaseerd op vertrouwen in een autoriteit of expert
• Vaak een goed startpunt om kennis te vergaren: snel en makkelijk
• Nadelen en risico’s:
- Extreme vorm: de methode van geloof= blind vertrouwen in een autoriteitsfiguur
waardoor we diens informatie accepteren zonder twijfel of toetsing
- Experts kunnen gebiast zijn
- Informatie kan een subjectieve opinie reflecteren
- Expertise wordt gegeneraliseerd naar andere domeinen
- De expert is niet echt een expert
à Methoden 1 tot en met 3: niet-kritische technieken, nuttig voor het snel beantwoorden van vragen die
geen belangrijke consequenties hebben indien een fout antwoord geaccepteerd wordt
4. Rationalisme= antwoorden zoeken door logisch te redeneren
• We vertrekken vanuit een set gekende feiten of assumpties (=premissen) en gebruiken logica
om tot een conclusie of antwoord te komen
• Indien de premissen waar zijn en de gehanteerde logica is correct à conclusie correct
- Dus: alles valt of staat bij de juistheid van de premissen en bij de juistheid van het
logisch redeneren
• De rationele methode start pas na de premissen
• Geen informatie verzameld, geen observaties, geen evidentie
• Vaak gebruikt om alternatieven logisch af te wegen zonder alle mogelijkheden ook
daadwerkelijk uit te proberen
5. Empirie= antwoorden zoeken door directe observatie of directe sensorische ervaring
• Kennis verworven door zintuigen
1
Samenvarting van Nina Hoevenaars (’23-’24)
, • Maar: onze waarnemingen en interpretaties van de wereld rond ons zijn niet altijd correct
(bv. illusies)
- Invloed van voorkennis, verwachtingen, gevoelens, overtuigingen op perceptie
- Misinterpretatie van sensorische ervaring
- Kost tijd: met de empirische methode ga je bij een probleem alle verschillende
oplossingen uitproberen à trail-and-error
- Kan gevaarlijk zijn
à Methoden 4 en 5: stellen meer eisen aan de informatie en antwoorden die ze produceren, cruciale
componenten van de wetenschappelijke methode
1.2 Vijf stappen van de wetenschappelijke methode
De wetenschappelijke methode= een manier om kennis te vergaren waarbij specifieke vragen geformuleerd
worden en er vervolgens systematisch naar antwoorden gezocht wordt
o Bevat verschillende elementen van de niet-wetenschappelijke methoden
o Deze combinatie tracht de beperkingen van individuele methoden te vermijden
o Doel: zo accuraat mogelijke antwoorden bekomen
Stap 1: Observatie van gedrag of andere fenomenen
o Iets trekt je aandacht, roept vragen op
• Vaak informeel, natuurlijk, niet gepland en niet systematisch
• Direct of indirect
o Vaak worden de observaties gegeneraliseerd à Inductie= op basis van enkele observaties wordt
een algemene conclusie bereikt
Stap 2: Hypothesevorming
o Identificatie van variabelen die geassocieerd zijn met je observatie
• Variabelen= karakteristieken of condities die variëren binnen en/of tussen verschillende
personen
o Je observaties kunnen beïnvloed worden door verschillende variabelen en deze kunnen de
observatie (deels) verklaren
o Selecteer 1 van de mogelijke verklaringen voor de observatie die je gaat evalueren in een
wetenschappelijke studie à = hypothese
• Bevat een beschrijving/verklaring van een relatie tussen variabelen
• Andere mogelijke verklaringen worden niet ontkend, maar (voorlopig) niet opgenomen
• Geen definitieve verklaring, maar een mogelijke en voorlopige verklaring die getest en
kritisch geëvalueerd moet worden
Stap 3: Predicties vormen
o Hypothese toepassen op een specifieke en observeerbare situatie
o 1 hypothese kan aanleiding geven tot verschillende predicties
2
Samenvarting van Nina Hoevenaars (’23-’24)
, • Elke predictie verwijst naar een specifieke situatie die kan gemeten en geobserveerd worden
• Predicties moeten toetsbaar zijn: het moet mogelijk zijn om de predicties te ondersteunen of
te weerleggen op basis van observaties
• We vormen predicties op basis van deductie= op basis van een algemene stelling bereiken
er conclusies over specifieke voorbeelden
- Deductie is een logisch proces: rationele methode
Stap 4: Evaluatie van de predictie op basis van systematische en geplande observatie
o Empirische methode: onderzoek en dataverzameling
o Doel: faire en niet-gebiaste test van de onderzoekshypothese door te observeren of de predictie
correct is
o Los van subjectieve interpretatie en verwachtingen: objectiviteit
Stap 5: Gebruik van de observaties om de hypothese te ondersteunen, te weerleggen of te herspecifiëren
o Vergelijk observaties met predicties gebaseerd op hypothese
o Terug naar stap 2: hypothesevorming
à De wetenschappelijke methode is een circulair proces: serie van stappen die steeds opnieuw doorlopen
worden
1.3 Drie belangrijke principes van de wetenschappelijke methode
1. Wetenschap is empirisch
• We zoeken antwoorden op basis van gestructureerde en systematische observaties
2. Wetenschap is openbaar
• De observaties zijn beschikbaar voor de evaluaties van anderen
- Replicatie= andere onderzoekers moeten hetzelfde proces stap-voor-stap kunnen
herhalen à vergt een gedetailleerde beschrijving van de methode
- Verzekert de verifieerbaarheid van observaties
- Peer review
3. Wetenschap is objectief
• De overtuigingen en biases van de onderzoeker mogen geen invloed hebben op de
resultaten van de studie
• Gebruik van blinde procedures= de onderzoekers die de observaties verzamelen hebben
bv. geen kennis van de hypotheses waardoor ze niet onbewust gaan proberen deze
hypotheses te bevestigen
1.4 Wetenschap versus pseudowetenschap
Pseudowetenschap:
o Ontbreken van empirische evidentie
o Geen toetsbare en weerlegbare hypotheses
o Gebaseerd op subjectief bewijs (“handpicking” van succesverhalen)
3
Samenvarting van Nina Hoevenaars (’23-’24)
, o Stagneert, blijft onveranderd door de jaren heen
o Niet gegrond in vorig onderzoek
1.5 De empirische cyclus
De empirische cyclus= een onderzoeksproces, een manier waarop de wetenschappelijke methode
toegepast wordt om een interessante vraag te beantwoorden
à 10 stappen:
4
Samenvarting van Nina Hoevenaars (’23-’24)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ninahoevenaars. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,39. Je zit daarna nergens aan vast.