Samenvatting: Politieke geschieden
van België
1. Woordenschatlijst
Het woord De betekenis Terug te vinden op p.
Communautaire De gemeenschap betreffend bv: Inleiding van de les op 27
gemeenschapsrecht september
artificiële Kunstmatig, konstige 13
Assimilatiepolitiek Een proces van aanpassingen aan je 13
omgeving. Het noorde wilt dat het
zuiden zich gaat aanpassen aan hun
levenstijl
Amalgaam Combinatie van verschillende factoren 13
Consolidatie Delen die tot een geheel samenkomen, 13
beide partijen die samenkomen, de
aaneenmaking van België
Geëxploiteerd uitgebuit 14
Huisnijverheid Huisarbeit, thuiswerken, thuisarbeid 14
Een lekenmaatschapij Een leek= een niet geestelijk persoon, 14
de gewone burger. De kerk beslist niet
langer alles, en heeft minder invloed.
Godsdienst is niet meer belangrijk.
Concordaten Een concordaat is de algemene 14
benaming voor
een bilaterale overeenkomst die
gesloten wordt tussen de Heilige
Stoel (waarmee bedoeld wordt het
centrale bestuur van de Katholieke
Kerk, nl. de paus samen met de Curie)
enerzijds en een bepaalde staat
anderzijds waardoor hun wederzijdse
betrekkingen inzake alle voor beide
partijen belangrijke zaken geregeld
wordt.
Draagwijte De invloed, de strekking 15
Grootkapitaal Een groep mensen met onzettend veel 15
geld. M.A.W de handeldrijvende
burgerij…
Het staatsbestel De wijze waarop het bestuur van een 15
staat is georganiseerd bv: de inrichting
van het staatsbestuur
De autoritaire Eigenmachtig en bazig 16
,Concordaat Verdrag dat gesloten wordt tussen een 17
staat enerzijds en de paus anderzijds
ten aanzien van rechten en vrijheden
van de rooms-katholieke kerk in een
bepaald land.
Laïciserende Zorgen dat de kerk minder invloed 17
heeft op iets, in dit geval het
onderwijs.
hegomonie Hegemonie is het overwicht dat
bijvoorbeeld een politieke partij heeft
op een andere politieke partij.
paupers Een arm persoon met goedkope kleren 17
De organische band De link met het verleden behouden? 19
Aristocratie Is een regeringsvorm waarbij de 19
heerschappij in handen is van een
kleine groep, de
zogenaamde aristocraten. De Griekse
oorsprong van het woord suggereert de
betekenis: geregeerd door de besten.
Kiescijns Censuskiesrecht, is sprake als 19
bij verkiezingen het stemrecht is
voorbehouden aan personen die
vermogend genoeg zijn om minimaal
een bepaald bedrag aan belastingen te
betalen.
De constituante Is de naam voor een parlement, dat de 20
bevoegdheid heeft een grondwet op te
stellen of te wijzigen.
Antiklerkale Is de stroming die zich keert tegen 20
de invloed of de machtspositie van
de clerus (de geestelijkheid) op het
vlak van het openbaar leven, het
onderwijs of de politiek (wat wordt
aangeduid als klerikalisme).
Het constituioneel- Is een beleid waarbij de vorst, minder 20
monarchale macht krijgt en enkel nog een
ordeningsbeleid cermonele functie speelt.
Gevrijwaard worden Iemand of iets ergens voor 21
beschermen.
Convergeren Naar elkaar toe bewegen, naar het 21
zelfde punt gaan.
Staatinterventie Dit wilt zeggen dat er in het vrijspel 21
van vraag en aanbod wordt
ingegerepen bv: door de overheid.
,Gehuldigd worden Eer bewijzen 23
Gelaïciseerde samenleving Er voor zorgen dat de kerk minder 24
invloed heeft op iets. ( dit vreesde ze)
Episcopaat Bischoppelijke waardigheid, het 24
bisdom
Het episcopaat De gezamelijke bischoppen van een 34
land
Keurslijf Iets dat je als belemmering ervaart, in 35
het geval Leopold I was dat de
beperkte koninklijke macht die hij had
Prerogratieven Is in het staatsrecht en het 35
bestuursrecht een recht dat aan een
bestuurder of autoriteit met uitsluiting
van alle anderen, is opgedragen.
De nuntius is een diplomatiek vertegenwoordiger 35
van de Heilige Stoel in een staat. Hij
vertegenwoordigt de paus zowel bij de
regering van de staat en als bij de
rooms-katholieke bisschoppen van het
desbetreffende land
patermalistisch Is een bepaalde houding of een Terug te vinden op ppt
aanpak waarbij er een sterk
hiërarchische structuur wordt
aangehouden.
Proselitisme Is het proberen te bekeren van mensen 37
tot je eigen mening.
Ressorteren Behoren onder, in dit geval onder de 38
gemeenteraad zodat het mogelijk bleef
om homogene liberale scholen op te
richten
Niet-confessionele Zedeleer, kunnen blijven geven in 38
gemeente waar er een homogene
regering is.
Proletariërs Arbeid zonder geld 40
Desiderata Wensen van de koning 45
Prerogatieven Is in het staatsrecht en het 45
bestuursrecht een recht dat aan een
bestuurder of autoriteit met uitsluiting
van alle anderen, is opgedragen.
De kopers Een handelaar 47
De loges Een loge is binnen de vrijmetselarij in 49
het algemeen een materiële plaats van
ontmoeting en verpozing tussen of
voor personen in tijd en ruimte. Het
, kan een kamer zijn, een ruimte,
een gebouw.)
Maçonnerie Of vrijmetselarij is een 49
internationaal verbreide en
regionaal gestructureerde
broederschap van mensen die
streven naar geestelijke en morele
verheffing, onderlinge waardering
en wederzijdse hulp.
Politisering Redeneren over de staatszaken 49
Proletariaat De arbeidsklassse 52
Ontvoogindsstrijd De taalstrijd in België 53
Adequate Correct en passend bij 54
Doctrine l leer of verzameling leerstellingen.
Met religieuze of
militaire doctrines wordt een
verzameling leerstellingen of
dogma's bedoeld die niet ter
discussie staan.
Confederaal Of statenbond is een
samenwerking van onafhankelijke
staten of (deel)staten die samen
een staat
vormen. ...Confederalisme staat
hiermee in tegenstelling tot
federalisme of een bondsstaat,
waarbij het overkoepelende geheel
("de federatie") onafhankelijk is.
Een dissident Is een individu dat zich, al dan niet
samen met gelijk denkenden,
verzet tegen de overheersende
opvattingen of beleidslijnen op
politiek, religieus of sociaal gebied.
modus Vivendi is een manier van leven of een
manier van omgaan met elkaars
verschillen, meestal tussen
conflicterende partijen die toch
beslissen om door te gaan met
datgene wat hen bindt, zelfs al
delen zij niet dezelfde waarden en
normen.
de notabele iemand die behoort tot het
machtigste, rijkste en best
opgeleide deel van de bevolking