In dit document is het OPO technologisch design orthesen II samengevat (alle PPT's en cursus). Dit OPO wordt gegeven in het tweede jaar: orthopedie aan de Thomas More Hogeschool in Geel.
Voorkomen van soft tissue misvormingen: gewrichten in functionele houding positioneren of
controleren van de ontwikkeling en de vorm van littekens. Orthesen gebruikt om verdere
misvormingen van gewrichten te voorkomen.
• voorkomen van een klauwstand van de hand bij dorsale brandwonden
• voorkomen van contracturen bij verlammingen, spasticiteit
• voorkomen van ulnaire deviatie bij personen met reumatoïde artritis
1.2. Rust
Rustorthese = statische orthese, tijdens bepaalde perioden van dag en/of nacht gedragen. Door
ondersteuning van meerdere gewrichten:
• toelaten van herstel
• vermindering van pijn, ontsteking en oedeem
• voorkomen van deformaties
• voorkomen van spieruitrekking
De orthese zal het pijnlijk gewricht in een antalgische houding ondersteunen.
• reumatoïde artritis
• artrose
• slappe centrale verlammingen
• perifere verlammingen
1.3. Immobilisatie
Immobilisatie orthesen = bepaalde gewrichten in een vooraf bepaalde positie te houden. Alle
bewegingsvrijheden van het gewricht worden uitgesloten, vaak cilindervormige orthese.
• Alternatief voor gips na fractuur – sarmientoprincipe
• Skiduim
• brandwonden
1.4. Correctie
Toegepast als de preventie onvoldoende of afwezig is. Aandacht voor drukplekken.
• slecht behandelde brandwonden
• spasticiteit
• spier onevenwicht na verwaarloosde perifere verlamming
• Reumatoïde artritis
• contractuur van Dupuytren post-operatief
1
, 1.5. Functioneel
Maakt een functie mogelijk die zonder de orthese niet of slecht mogelijk was. Aandoeningen met
functieverlies en recuperatievermogen komen hiervoor in aanmerking.
• perifere zenuwletsels
• centrale zenuwletsels
1.6. Bewegingsbeperking
Beperkt of verhindert bepaalde bewegingen in één of meerdere vlakken, terwijl andere bewegingen in
dezelfde gewrichten toegelaten worden.
• Peesletsels
• Instabiliteit
• Luxaties
2. Werkingsprincipes thv het bovenste lidmaat
2.1. Immobilisatie
Immobilisatie = uitschakelen van bewegingen.
Bewegingen kunnen worden uitgeschakeld door de segmenten rechtstreeks met elkaar te verbinden
(= mechanische immobilisatie) of onrechtstreeks door omvatting van de segmenten in een
hydraulische zuil (= hydraulische immobilisatie): weke weefsels in een cilinder waardoor een
hydraulische zuil ontstaat. Door compressie van spieren en weke delen in de cilindervormige orthese,
worden inwerkende krachten op botuiteinden verspreid via de weke weefsels naar de wand van de
orthese → beweging thv de breuk beperkt en het bot ontzien
→ functionele fractuurbehandeling volgens A. Sarmiento
Sarmiento Orthese
Hydraulische zuil
2.2. Mobilisatie
Mobilisatie = overgang van een startpositie naar een eindpositie onafhankelijk van het tijdsverloop
tussen beide. Mobilisatie is dus het resultaat van de arbeid waarmee een gewricht in een nieuwe
houding wordt geplaatst.
Statische mobilisatie = lidmaat wordt in zijn eindpositie gebracht en gehouden door inwerking van een
kracht die even groot is als de weerstand maar tegengesteld in richting. Er ontstaat dus een evenwicht
tussen krachten en weerstand.
Dynamische mobilisatie = wisselwerking tussen kracht en weerstand waarbij een van beide krachten
geleidelijk toegeeft aan de andere of waarbij beide krachten elkaar afwissend overheersen waardoor
een heen en weerbeweging ontstaat.
Driepuntenmobilisatiesysteem gebruikt om hoekstanden weg te werken. De kracht waarmee de
orthese op het segment inwerkt moet loodrecht op de as van het segment dat bewogen dient te
worden geplaatst wordt. Een kracht die niet loodrecht inwerkt op de lengteas zorgt voor een
stabiliserende of destabiliserende kracht op het lidmaat. Afhankelijk van de richting van de kracht
wordt er druk of tractie uitgeoefend op de gewrichtsvlakken.
Wanneer K niet loodrecht inwerkt op een lidmaat, wordt ze opgebouwd uit twee componenten nl
druk (v' in A) of fractie (v' in B) en rotatie (v)
2.2.1.2. Tweepuntenmobilisatiesysteem
Tweepuntenmobilisatiesysteem of kringlooporthese om hoekstand te verkrijgen. 2 soorten:
• Longitudinale kringloop = loopt in de lengterichting van de segmenten die door de orthese
worden beïnvloed. Geschikt om gelijktijdig meerdere gewrichten te beïnvloeden. Wordt
gebruikt om de hand te sluiten.
Handschoenorthese
• Transversale kringloop = gebruikt om 1 gewricht in flexie te brengen. Deze orthese loopt
dwars over het bewegingssegment. Indien de gewrichtshoek niet scherper is dan 90°, schuift
de orthese af → beter om eerst een hefboomorthese tot ongeveer 90° flexie te komen en
verdere sluiting van het gewricht te verkrijgen door middel van een transversale kringloop.
3
, 2.2.1.3. Steunpuntenanalyse
Een hefboom kan nooit meer dan 1 steunpunt hebben. Het is daarom niet mogelijk om met 1
hefboomsysteem meerdere gewrichten te mobiliseren. Indien er meerdere gewrichten gemobiliseerd
dienen te worden → meerdere hefboomsystemen.
Centrale steunpunt: aan de gewenste bewegingszijde
Twee andere steunpunten: aan de tegenoverliggende zijde op het uiteinde van de segmenten die door
het gewricht met elkaar verbonden worden.
Overspannen van gewrichten - collapsprincipe
In bepaalde gevallen wordt er bewust gekozen om een gewricht over te slaan en dit “collapsprincipe”
gericht te gebruiken = tenodese-orthese
2.2.1.4. Statische mobilisatieorthese
Statische mobilisatieorthese = lidmaat wordt vanuit zijn uitgangspositie in één beweging naar zijn
nieuwe eindpositie gebracht en ter plaatse gehouden. Indien er een nieuwe positie aangenomen dient
te worden zal er een volledig nieuwe orthese gemaakt moeten worden.
→ Belangrijk hierbij is dat de kracht die op het segment inwerkt in de eindpositie steeds
loodrecht op de as van het bewegingssegment staat.
→ Zo niet gaat de mobiliserende kracht een tweede actie uitvoeren op het gewricht
van het bewegingssegment. Deze kracht kan zorgen voor instabiliteit bij tractie of
stabiliteit bij compressie ter hoogte van het gewricht van het bewegingssegment.
Statische orthesen: gebruikt om het functionele handelen van de cliënt te vergroten.
2.2.2. Dynamische mobilisatie
Dynamische mobilisatie = er wordt van de kracht en de weerstand verwacht dat ze elkaar afwisselend
overheersen. Om tot deze wisselwerking te komen moet een externe kracht aanwezig zijn.
Indien de krachtbron van de orthese als doel heeft het lidmaat naar een uitgangshouding te brengen
en dit met minimale kracht = passief mobiliserende kracht.
Indien de krachtbron van de orthese als doel heeft het lidmaat naar een uitgangshouding te brengen
en dit zorgt voor de opbouw van spierkracht = actief mobiliserende kracht.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studen20. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,36. Je zit daarna nergens aan vast.