Naomi Bordon
Samenvatting contractenrecht
Bijzondere overeenkomsten in kort bestek
Inleiding
Recht is een menswetenschap gebaseerd op de waarden van de verlichting en op de ratio.
Filosofie, psychologie, sociologie en geschiedenis vormen de hoekstenen van het recht.
Burgerlijk wetboek (Code Civil) in België: 1804. Twee kenmerken:
• Positivistisch: alleen wet is bindend
• Vernieuwend: iedere burger kan eigendom verwerven en vrij contracten afsluiten
Discriminatie arbeider en vrouw: emancipatiebewegingen voor beide groepen leidt tot
• Sociaal recht
• Stemrecht voor de vrouw (1948)
Evolutie van de mens als rationeel wezen (1800) naar maatschappelijk wezen (21ste eeuw).
Evolutie van de onschendbaarheid private eigendom naar meer en meer tussenkomst van de
overheid.
Verbintenissen- en contractenrecht = de moeder van het privaatrecht. De actoren zijn
natuurlijke personen en rechtspersonen. Een verbintenis is niet altijd een contract, maar een
contract is wel altijd een verbintenis.
• Verbintenissen uit overeenkomsten: iets geven, iets doen of iets niet doen.
• Verbintenissen uit onrechtmatige daad (art. 1382 BW): fout, schade en causaal
verband.
o Toepassingsgebied: jezelf, kinderen, wn’s, dieren en zaken.
Vrije wil behoort tot één vd fundamentele vrijheden à openbare orde, maar contractuele
vrijheid vaak fictie à wordt sterk ingeperkt.
Wilsovereenstemming: grondslag van contract. Overeenkomsten mogen geen afbreuk doen
aan openbare orde en goede zeden, alsook niet afwijken van dwingend recht.
Grenzen contractuele vrijheid:
• Beperkingen als gevolg van andermans vrijheden, grondrechten of belangen
• Ongelijke positie van contractpartijen
• Toepassing van evenredigheidsbeginsel
Interpretatie en uitvoering van de overeenkomst: art. 1134 BW à strekt partijen tot wet,
dus sprake van contractuele aansprakelijkheid: belangrijk onderscheid tss
middelenverbintenis en resultaatverbintenis. Afdwingbaar in tegenstelling tot gentleman’s
agreement (informeel en niet afdwingbaar).
1
,Naomi Bordon
De goede trouw: in objectieve zin is dit redelijkheid en billijkheid. 3 functies: zie andere
samenvatting voor uitleg.
• Interpretatief
• Aanvullend
• Matigend
Geldigheidsvereisten contract: art. 1108 BW.
• Wilsovereenstemming: wilsgebreken
o Dwaling
o Bedrog
o Geweld
• Handelingsbekwaamheid: onbekwaam
o Minderjarigen
o Geestesonbekwamen
• Geldig voorwerp
o Bestaat
o Bepaald of bepaalbaar (in geld)
o In de handel
• Geldige oorzaak: beweegredenen
o Instrument van sociale controle
Soorten contracten: art. 1101 ev BW: begrip tegenstelbaarheid
• Consensuele
• Zakelijke
• Plechtige
Onbenoemde contracten: plan trekken met algemeen verbintenissenrecht.
Benoemde contracten: bijzondere overeenkomsten.
• Huur
• Lening
• Bewaargeving
• Lastgeving
• Aanneming
• Dading
Lasagne/piramide van het kooprecht
• WMPC: wet marktpraktijken en consumentenbescherming (economisch wetboek
deel 6). Europa maakt het op, maar elk land heeft de mogelijkheid dit zelf een stukje
aan te passen.
o Sinds 2010
o Richtlijn
o Economisch wetboek deel 6
o Marktpraktijk = op welke manier dienen bedrijven zich te gedragen t.o.v.
consumenten (reclame, korting etc.) en concurrentie
o B2B en B2C
o Aanvullend recht met dwingende bepalingen
• Consumentenkoop: art. 1649 bis BW
2
,Naomi Bordon
o B2C
o Dwingend recht
• Gemene koop: art. 1582 BW
o B2B en B2C
o Aanvullend recht
Belangrijk voor examen: kijken onder welke wetgeving het valt! Zijn het 2 consumenten
die een probleem hebben, of 2 bedrijven of 1 van beide etc. Wat is dus het
toepassingsgebied?
Koopt consument onroerend goed à gemene koop. Koopt hij een iPad of iets anders
roerend à consumentenkoop.
Wetboek economisch recht: bevat vooral alle verboden clausules
Art. 1583 BW: juridische hoedanigheid die tegenstrijdig is: de koper wil zo een laag mogelijke
prijs betalen, terwijl de verkoper een zo hoog mogelijke prijs wil. Geldt ook voor WN en WG
en huurder en verhuurder.
DEEL 1: OVEREENKOMSTEN INZAKE OVERDRACHT VAN EIGENDOM
Hoofdstuk 1: de koop
Kenmerken
Koop-verkoop is een wederkerige overeenkomst onder bezwarende titel van consensuele
aard. Bezwarende titel = beide partijen moeten iets presteren.
Art. 1582 en 1583 BW: de gemene koop = de basisregels van het kopen en verkopen.
In 2005 is er de consumentenkoop bijgekomen (art. 1649 bis B.W.), sinds dat jaar wordt
consument als zwakke partij gezien die beschermd moet worden.
Zaak (eigendomsoverdracht) en prijs zijn essentiële elementen, eens daarover
overeenstemming bestaat komt contract tot stand.
• Zaak overgedragen: moet vast zijn vb. type auto moet vastliggen, anders is er nog
geen overeenkomst.
• Prijs overeengekomen: wordt er nog onderhandeld over prijs dan is er nog geen
overeenkomst.
Leveren en betalen is van aanvullend recht.
Eigendomsoverdracht
Niet gewoon verplichting, maar wezenlijk element van koopcontract. Hangt vaak samen met
risico-overdracht. Mogelijke oplossingen:
• Ingebrekestellen indien het te laat geleverd werd en toen iets verkeerd ging
• Clausule van eigendomsvoorbehoud = eigendomsuitstel
Het is niet omdat je iets in jouw bezit hebt, dat je er daarvoor eigenaar van bent vb. wnr je
een boek leent. Bezitter <--> eigenaar. Risico is altijd gekoppeld aan eigenaar, niet bezitter.
3
, Naomi Bordon
Maar wnr iemand iets in bezit heeft, ga je er altijd van uit dat hij ook eigenaar is TOT het
tegendeel bewezen is.
Verkoper niet de eigenaar: eigendom kan niet overgedragen worden dus verkoop
andermans zaak is nietig. Relatieve nietigheid à beschermt enkel privébelang koper en kan
enkel door hem worden ingeroepen, zelfs wnr koper te kwader trouw was. SV is enkel
mogelijk indien hij te goeder trouw was. Werkelijke eigenaar kan nietigheid ook niet
inroepen, kan enkel een revindicatie van goed instellen.
Vb. ouders kopen auto voor hun 2 zonen. Na enkele jaren besluit een broer de auto te
verkopen voor €10.000. Op zich mag dit dus niet aangezien de tweede broer ook akkoord
moet zijn met de verkoop.
Soortgoederen zoals in artikel 1585: je verwacht goederen van een gemiddelde kwaliteit, je
kan niet specifiek gaan zeggen welke je wil vb. appelsienen, patatten, appels etc.
Formaliteiten eigendomsoverdracht:
• Specifiek goed: geen formaliteiten, puur door wilsovereenstemming
• Soortgoederen: bij individualisering (tellen, wegen etc.)
Relativiteit overeenkomst: geldt enkel tss partijen als wet. Je kan maar verwachten dat het
koopcontract tegenstelbaar = aanvaard wordt aan/door derden als
• Hij ervan op de hoogte is
• Het om een rechtsgeldig koopcontract geldt
Het contract is dus wel tegenwerpelijk/tegenstelbaar aan derden à moeten het bestaan
van een rechtsgeldige rechtshandeling erkennen als feit.
• Op passieve wijze: vb. SE moet toezien hoe SA contract met iemand anders afsluit à
uitzondering: Pauliaanse vordering
• Op actieve wijze: dader van ongeval/onrechtmatige daad kan zich beroepen op
schadeverzekeringscontract dat slachtoffer met verzekeraar (derde) afsloot.
Dubbele verkoop: indien een zaak 2x verkocht wordt, zal de persoon die de zaak al in bezit
heeft de eigenaar worden (indien te goeder trouw). Vb. A verkoopt eerst aan B en dan aan C,
C heeft goed daadwerkelijk in bezit. De inbezitstelling van C geldt als vorm van publiciteit
t.a.v. derden en aangezien hij het goed in handen heeft, geniet hij de voorkeur en kan hij zijn
eigendomsrecht tegenwerpen.
Eigendomsvoorbehoud en art. 101 Faill. Wet à A verkoopt 10 machines aan B. B komt in
de problemen en er komt een curator aan te pas om de zaken op te eisen zodat alles
openbaar verkocht wordt. A kan echter tussenkomen en zeggen dat de machines niet ook in
beslag genomen mogen worden, indien er een eigendomsvoorbehoud in het contract staat.
Indien er geen eigendomsvoorbehoud in contract staat en A komt in de problemen, kan de
SE van A de machines in beslag nemen, door het vermoeden dat alles wat in een pand van A
staat, zijn eigendom is.
4