Samenvatting Module 4 - Sociologie (K000459A)

MODULE 4: INSTITUTIONALISATIE EN SOCIALISATIE
Wat zijn instituties?
1. The Radical Idea Of Marrying For Love
 Trouwen uit liefde = moderne uitvinding = de norm
 Polyamorie ≠ de norm

2. Het klassieke gezin
 = hoe moeten we ons voortplanten = keuze door de sml




3. Instituties
  geijkte procedures om dingen te doen
o Bv. Rechtspraak
 Dwingend, gekozen door de sml

4. Historische maatschappelijke omgeving
 Landbouw
o Grond = welvaart
  huwelijk = economie
o Bezitters met bezitters
 Laat huwen
o Zelfstandig huishouden
 Geen echtscheidingen
  we stellen de instellingen niet meer in vraag ookal weten we de context waarin ze
ontstaan zijn niet meer
o Bv. de herten die nog steeds niet over de grens van het ijzeren gordijn gaan
 We houden ons aan de regels omdat we weten dat er instituties zijn die het
controleren
o Bv. politie valt weg tijdens oorlog  chaos, plunderingen, instorten van de
sml
5. En nu?
 Levensstandaard omhoog
 Vrouwen op de arbeidsmarkt
  kunnen ons de luxe permitteren om ‘irrationeel’ te zijn
o Niet meer trouwen uit economische belangen, maar uit liefde
o Scheiden uit gebrek aan liefde

, Institutionalisatie
1. Omschrijving
Institutie/instelling = samenstelling van rollen en posities (structuur) die gedrag van
leden vd gemeenschap reguleert op grond van de waarden (cultuur) van de
gemeenschap en dit om aan bep behoeften te voldoen

 Door de samenleving ontworpen en opgelegde handelingspatronen

Instutionalisering = normatieve aspecten van de cultuur w betrokken op bep sociaal-
structurele componenten

 Regels over gedrag in bep omstandigheden w gekoppeld aan specifieke rollen

Universele aspecten vh menselijk samenleven  passende interactiepatronen:

 Voorplanting
 Seksueel contact
 Zorg voor kinderen
 Socialisatie
 Opvoeding
 Zingeving
 Verdeling van macht
 Productie, distributie en consumptie van goederen
 Sociale controle

2. Ontstaan van instituties

Malinowski; basisbehoeften op individueel niveau  bevredigen

 Voeden
 Reproduceren
 Realiseren lichamelijk comfort (warmte, beschutting)
 Scheppen van veiligheid
 Zorgen voor ontspanning
 Voorzien in beweging en groei organisme
 Bevredigt door primaire instituties (huwelijk, familie)
 Secundaire: leiden tot de integratie van de primaire (politiek)

Twee deelprocessen
 Cultuurvorming
 Structuurvorming
 Complementair en gelijktijdig

Kenmerken

 Bep doelen + wijze waarop
 Wie wat doet + onderlinge verhouding
 Netwerken
 Sancties
 Verwachtingen