MODULE 2: CULTUUR
Wat is cultuur?
1. Collectieve ideeën
Bv. “moslimgemeenschap = vrouwonvriendelijk”
o “Hoofddoekverbod om vrouwen kansen te geven”
Wat verwacht het Westen van vrouwen?
o Bv. katholieke religie: vrouwen mogen geen topfuncties innemen
o Bv. Barbie: weerspiegelt de visie op hoe een vrouw zich hoort te
kleden
Mensen die model staan voor Barbie zingen over seks
Zet aan tot korte termijnrelaties
o Bv. Suske en Wiske gemoderniseerd Sukse steeds bloter
o Bv. sportwereld steeds meer verschil tussen man en vrouw qua
kledij
o Bv. strandkledij steeds bloter
o Bv. vrouwelijke politici
o Bv. kinderkledij steeds bloter voor meisjes
o Bv. reclame met blote/knappe vrouwen
o !! 1 januari 1971: voor het eerst naakt op de televisie
Vragen aan de vrouwen
o Voelen jullie druk tot verbloting?
2. Conclusie
Wij: “persoonlijke autonomie”
o = ons handelen is niet cultureel bepaald”
o = “oorzaakloos”
Zij: “cultuur”
o Moslima’s hebben geen persoonlijke autonomie???
selectieve reactie
o Westen zó vrouwvriendelijk?
etnocentrisme
o ONZE standaarden voor wat vrouwonvriendelijk is
3. Collectieve ideeën beïnvloeden/leiden tot:
Patroon, samenhangend (ondanks verschillen tss subgroepen)
Vanzelfsprekend, aanvaard
o Macht: dominante groepen hebben meer invloed
Continuïteit, aangeleerd
Veranderbaar
Aanpassing aan omgeving
Rol van macht
, Componenten van cultuur, ontwikkeling van het cultuurbegrip, ontstaan van cultuur
1. Inhoud van het georganiseerde leven: cultuur
Sociaal-wetenschappelijke verklaringen los maken van natuurwetenschappelijke
verklaringen
Taylor: het complex geheel van kennis, geloofsovertuigingen, kunst, wetgeving,
waarden en normen, tradities en alle andere capaciteiten en gewoonten die door de
mens als lid van een samenleving verworven werden
o gelijkvormigheden door soortgelijke invloeden wetmatigheden
o gedragskeuzes zijn collectief
o ↔ menselijke ‘vrije wil’
Kroeber: culturele afbakenen van biologische
o Accumulatie vs. Evolutie
Menselijke beschaving = mensen passen mee hun omgeving aan in
plaats van enkel hun genetische kenmerken
mensen hebben iets meer dan dieren = taal
Overdacht is niet erfelijk maar via leerprocessen
White: symbolen
o Betekenis ≠ fysische drager
o Symbolisch handelen = reageren op fysische stimulus
Relatie stimulus respons w gezien als inherent
Afred Shütz:
o Dominante realiteit/paramount reality = materiële wereld
o Eindige zingevingsdomeinen/finite provinces of meaning = overstijgt de
materiële wereld
o communicatie tussen beide via symbolen
Kluckhohn: cultuur is afhankelijk van biologische kenmerken én omgeving
o = antwoord op de eisen van de fysische omgeving om te overleven
o = reductie van de inbreng van instincten bij het vormen van gedrag
onvoorspelbaar
Open instinct: algemene neigingen die enkel werken binnen context
met algemene directieven hogere diersoorten
Gesloten instinct: handelingspatronen genetisch bepaald
leerproces = rijpen
mensen: open > gesloten
Conclusie: cultuur…
o Organiseert lichamelijke functioneren van de mens
o Geeft vorm aan het menselijk handelen
o Ontstaat als antwoord op de overlevingseisen die de fysische omgevingen
stellen aan menselijke sml
o Overgedragen via leerprocessen symbolen en taal
o Accumulatie
Wat is cultuur?
1. Collectieve ideeën
Bv. “moslimgemeenschap = vrouwonvriendelijk”
o “Hoofddoekverbod om vrouwen kansen te geven”
Wat verwacht het Westen van vrouwen?
o Bv. katholieke religie: vrouwen mogen geen topfuncties innemen
o Bv. Barbie: weerspiegelt de visie op hoe een vrouw zich hoort te
kleden
Mensen die model staan voor Barbie zingen over seks
Zet aan tot korte termijnrelaties
o Bv. Suske en Wiske gemoderniseerd Sukse steeds bloter
o Bv. sportwereld steeds meer verschil tussen man en vrouw qua
kledij
o Bv. strandkledij steeds bloter
o Bv. vrouwelijke politici
o Bv. kinderkledij steeds bloter voor meisjes
o Bv. reclame met blote/knappe vrouwen
o !! 1 januari 1971: voor het eerst naakt op de televisie
Vragen aan de vrouwen
o Voelen jullie druk tot verbloting?
2. Conclusie
Wij: “persoonlijke autonomie”
o = ons handelen is niet cultureel bepaald”
o = “oorzaakloos”
Zij: “cultuur”
o Moslima’s hebben geen persoonlijke autonomie???
selectieve reactie
o Westen zó vrouwvriendelijk?
etnocentrisme
o ONZE standaarden voor wat vrouwonvriendelijk is
3. Collectieve ideeën beïnvloeden/leiden tot:
Patroon, samenhangend (ondanks verschillen tss subgroepen)
Vanzelfsprekend, aanvaard
o Macht: dominante groepen hebben meer invloed
Continuïteit, aangeleerd
Veranderbaar
Aanpassing aan omgeving
Rol van macht
, Componenten van cultuur, ontwikkeling van het cultuurbegrip, ontstaan van cultuur
1. Inhoud van het georganiseerde leven: cultuur
Sociaal-wetenschappelijke verklaringen los maken van natuurwetenschappelijke
verklaringen
Taylor: het complex geheel van kennis, geloofsovertuigingen, kunst, wetgeving,
waarden en normen, tradities en alle andere capaciteiten en gewoonten die door de
mens als lid van een samenleving verworven werden
o gelijkvormigheden door soortgelijke invloeden wetmatigheden
o gedragskeuzes zijn collectief
o ↔ menselijke ‘vrije wil’
Kroeber: culturele afbakenen van biologische
o Accumulatie vs. Evolutie
Menselijke beschaving = mensen passen mee hun omgeving aan in
plaats van enkel hun genetische kenmerken
mensen hebben iets meer dan dieren = taal
Overdacht is niet erfelijk maar via leerprocessen
White: symbolen
o Betekenis ≠ fysische drager
o Symbolisch handelen = reageren op fysische stimulus
Relatie stimulus respons w gezien als inherent
Afred Shütz:
o Dominante realiteit/paramount reality = materiële wereld
o Eindige zingevingsdomeinen/finite provinces of meaning = overstijgt de
materiële wereld
o communicatie tussen beide via symbolen
Kluckhohn: cultuur is afhankelijk van biologische kenmerken én omgeving
o = antwoord op de eisen van de fysische omgeving om te overleven
o = reductie van de inbreng van instincten bij het vormen van gedrag
onvoorspelbaar
Open instinct: algemene neigingen die enkel werken binnen context
met algemene directieven hogere diersoorten
Gesloten instinct: handelingspatronen genetisch bepaald
leerproces = rijpen
mensen: open > gesloten
Conclusie: cultuur…
o Organiseert lichamelijke functioneren van de mens
o Geeft vorm aan het menselijk handelen
o Ontstaat als antwoord op de overlevingseisen die de fysische omgevingen
stellen aan menselijke sml
o Overgedragen via leerprocessen symbolen en taal
o Accumulatie