Taal diagnostiek: verworven
stoornissen
Fenomenologie: afasie
Betekenis van afasie
Afasie = een verworven taalstoornis, veroorzaakt door een focaal hersenletsel dat ontstaat
nadat de taal verworven is.
Invloed op communicatieve vermogen van mensen (activiteiten)
Dus ook op sociaal functioneren (participatie)
o Afasie kan leiden tot sociaal isolement
Taalstoornis: vier taalmodaliteiten kunnen aangetast zijn, begrijpen (auditief en
leesinhoudelijk) en produceren (gesproken en schriftelijk)
Hersenletsel: zichtbaar via beeldvorming (bv psychogeen)
Focaal = het letsel heeft een focus, de onderzoeker koppelt de plaats van het letsel aan de
symptomen. Ook informatie waar taal gerepresenteerd is in de hersenen. In het geval van
een diffuus letsel (bv dementie, trauma) moeilijk om deze correlatie te leggen, in strikte zin
van deze definitie geen afasie
Het encoderen van taal loopt mis, je weet perfect wat je wil zeggen maar beschikt niet over
de juiste woorden om de boodschap over te brengen. Bij afasie zijn er dus problemen met
het decoderen of encoderen van taal.
Een verworven taalstoornis, veroorzaakt door een focaal hersenletsel dat ontstaat nadat de
taal verworven is.
Taalstoornis: het is een centrale stoornis waarbij de vier taalmodaliteiten in meer of
mindere mate zijn aangetast
Er moet een aantoonbaar hersenletsel zijn => zichtbaar op beeldvorming
Het hersenletsel kan een onderscheid maken tussen afasie en een verwarde
taalproductie met een psychogene oorzaak
Hersenletsel moet focaal zijn: hersenletsel heeft duidelijke focus, inzicht in
organisatie en lokalisatie van normaal taalgebruik
Bij een diffuus letsel spreken we niet van afasie
Afasie is een verworven stoornis
Afasie is een stoornis maar heeft impact op de communicatie, het sociaal functioneren en de
levenskwaliteit van zowel de persoon met afasie als zijn omgeving. Naargelang de lokalisatie
van het letsel heeft afasie bepaalde symptomen.
Incidentie en prevalentie
Incidentie = aantal nieuwe gevallen in specifieke periode
In Amerika jaarlijks 180.000 nieuwe PMA
Prevalentie = totaal aantal PMA in specifieke periode
1
, 110.000 Vlamingen hebben een beroerte waarvan 1/3 afasie
Oorzaken afasie
Een beroerte is de meest voorkomende oorzaak van afasie
Ischemische beroerte: hypoperfusie
o Bloedtoevoer naar hersenen is afgesloten, zodat het achterliggende
hersenweefsel minder of niet wordt doorbloed
o Door embool of trombus (bloedprop)
Hemorragische beroerte: hyperperfusie
o Bloed ontsnapt uit bloedbaan door scheuring van bloedvat
Andere oorzaken:
Trauma
Hersentumor
o Abnormale zwellingen en daardoor ruimte-innemende processen
o Onderscheid benigne (goedaardig) en maligne (kwaadaardig)
o Onderscheid laaggradige en hoggradige tumoren
o Onderscheid primaire en secundaire hersentumoren
Primaire: meningeomen, gliomen => Ontstaan binnen het
zenuwstelsel
Secundaire: meest frequent => Dringen het zenuwstelsel binnen na
metastase vanuit andere weefsels
Infectie
Intoxicatie en vitaminedeficiëntie
Degeneratieve stoornis
Trauma capitis (hoofdtrauma)
Letsel aan schedel en/of hersenweefsel
Craniocerebraal trauma
Infectie
o Verstoren normale functie van zenuwstelsel
o Infectie als ziekteverwekkende organismen in het weefsel binnendringen en
zich vermenigvuldigen
Intoxicatie en vitaminedeficiëntie
o Verstoren normale werkingen van hersenen
o Giftige stoffen kunnen in het lichaam geproduceerd worden of erbuiten
Degeneratieve stoornissen: heterogene groep
o Gemeenschappelijk kenmerk: hersencellen progressieve en irreversibele
beschadigingen
Fasen in het herstelproces
Acute fase = eerste 2 weken
o Zodra patiënt medisch stabiel is kan de revalidatie starten
Revalidatiefase = tot 6 maanden na het ontstaan
o Fase waarin grootste herstel plaatsvindt, sterk individueel bepaald
2
, Chronische fase = na 6 maanden
o Fase waarin vaardigheden worden geleerd die leiden tot betere
communicatie en grotere zelfredzaamheid
Afasie symptomen
4 taalmodaliteiten
o Hoe gaat taal erin en hoe gaat taal eruit AFASIE: SYMPTOMEN
Taalniveau’s Mondeling Schriftelijk
• 4 taalmodaliteiten en 3 niveau’s
o Wat gaat erin? Eruit?: klanken tot Gesproken Geschreven
woord, zin, woord, zin,
woorden, zinnen, verhaal verhaal
Taalbegrip
verhaal
4 linguïstische niveau = taalprocessen BEGRIJP,
woord, zin ,
verhaal
o Waarom wordt taal niet SPREEK, SCHRIJF,
woord,
begrepen/geproduceerd? Semantiek, zin,
verhaal
Taalproductie woord, zin
verhaal
fonologie, pragmatiek, morfosyntaxis =>
taalverwerkingsmodellen 24
Taalmodaliteiten
Taalvaardigheden/taken
Spontaan taalbegrip Begrijpen van en tekst Bv waar of niet waar? Spontane Verhaal vertellen Situatieplaat, Wat is
AFASIE: S
(mondeling YMPTOMEN
en Begrijpen van een J a/ nee (navertellen AFASIE SYMPTOMEN
taalproductie Verhaal schrijven er gebeurd? Werk?
schriftelijk) verhaal vn verhaal) (mo en schrift)
Mondeling (gesproken, Mondelinge opdrachten, Geef mij een hand, waar Mondeling (gesproken) Nazeggen, benoemen, Hoe heet dit? Zeg mij
auditief) woordbegrip aanwijzen, ja/nee vragen is jouw neus, toon mij de woordproductie luidop lezen na: stoel, boek, telefoon,
zon, is dit de kip? elektriciteitscentrale,
Mondeling (gesproken, Mondelinge opdrachten, Wijs naar het plafond en beromus, knerts, covia
auditief) zinsbegrip aanwijzen plaatjes, dan naar de vloer, waar Mondeling (gesproken) Nazeggen, maak een zin Variëren van korte naar
ja/nee vragen is de vrouw die zinsproductie bij een plaatje, luidop lange zinnen
wandelt?, Drinkt een koe lezen
melk?
Geschreven Kopiëren, schriftelijk Dictaat: korte en lange
Geschreven Geschreven opdrachten, idem
woordproductie benoemen, schrijven op woorden, onregelmatig
(leesinhoudelijk, visueel) woord geschreven
dictaat gespelde woorden en
woordbegrip aanbieden, ja/nee
vragen COMMUNICATIE, TAAL EN SPRAAK non-woorden
Geschreven Kopiëren, schrijf een zin idem
Geschreven idem idem
zinsproductie bij een plaatje, schrijven
(leesinhoudelijk,
25 visueel) 26
op dictaat
zinsbegrip 5 linguïstische niveau’s
INPUT = begrijpen Pragmatiek: Syntaxis: Semantiek: concepten
Taalhandelingen zinsstructuur Lexicologie: woorden
o Auditief Taalgebruiksregels
o Visueel Morfologie: Fonologie:
opbouw woorden woordstructuur,
OUTPUT = productie vervoegen selectie en ordening
o Mondeling werkwoorden fonemen
Spontane taal
o Geschreven
Zinnen Woorden Klanken
We onderscheiden:
Fonologische symptomen Linguïstische niveaus
28
o Klankniveau (zichtbaar op woordniveau)
Lexicale symptomen
o Woorniveau
Grammaticale symptomen
o Zinsniveau
Fonologische symptomen
Taalmodaliteiten
o Productie, mondeling en schriftelijk
3