Samenvatting Nectar / Biologie 4 Havo / Hoofdstuk 1 Gedrag paragraaf 1 t/m 5 en Hoofdstuk 2 Cellen paragraaf 1
Summary Nectar / Biologie 4 Havo / deel Leerboek - Science
Class notes Biomaths Nectar / Biologie 4 Havo / deel Leerboek
Alles voor dit studieboek (167)
Geschreven voor
Middelbare school
HAVO
Biologie
4
Alle documenten voor dit vak (1995)
Verkoper
Volgen
IlseAerts
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting Voeding, vertering en gezondheid
Hoofdstuk 6
6.1 Gezonde voeding
Een baby drinkt in de eerste periode van hun leven moedermelk. De allereerste moedermelk
bevat veel eiwitten, dit zijn bouwstoffen die de baby goed kan gebruiken. Na een paar dagen
neemt het eiwitgehalte in de moedermelk af en de hoeveelheden vet en lactose (Binas 67F2)
nemen toe. Vetten en koolhydraten gebruikt de baby als brandstoffen. Zij leveren energie om
het lichaam warm te houden. Een baby kan zich in het begin moeilijk warm houden omdat
een baby van een paar kilo relatief gezien, een groot lichaamsoppervlak ten opzichte van zijn
volume heeft. Grotere kinderen hebben relatief gezien meer volume dan lichaamsoppervlak
en blijven gemakkelijker warm. Moedermelk bevat ook vitaminen en mineralen. Dat zijn
beschermende stoffen, om een baby gezond te houden. Melk bevat ook antistoffen om de
baby te beschermen tegen ziekteverwekkers. Melk bevat dus: bouwstoffen (eiwitten),
brandstoffen (vetten en koolhydraten), beschermende stoffen (vitaminen en mineralen),
antistoffen en nuttige bacteriën.
In menselijke darmen leven honderden verschillende soorten bacteriën, die de resten van
het voedsel verteren. De eerste bacteriën krijgt een baby tijdens de geboorte van de moeder
uit het geboortekanaal en ook rond de tepel en in het moedermelk zitten bacteriën. In de
laatste fase van de zwangerschap vervoeren witte bloedcellen bacteriën vanuit de darm naar
de borsten. De bacteriën komen vervolgens via de melk in de darm van de baby, waar
koolhydraten uit de moedermelk de vermeerdering van de bacteriën mogelijk maken. Deze
bifidobacteriën houden schadelijke micro-organismen onder controle. Sommige bacteriën in
de darm helpen bij de vertering, andere maken bijvoorbeeld vitamines. De samenstelling van
de darmflora (darmbacteriën) varieert van persoon tot persoon.
Kinderen die moedermelk krijgen, nemen minder snel toe in gewicht dan kinderen die
flesvoeding krijgen. Baby’s hebben dezelfde typen voedingsstoffen nodig als bejaarden,
jongeren, mensen met zwaar werk, zwangere vrouwen en zieken. Je voeding stem je af op
groei, herstel en inspanning. Voorziet het voedsel precies in de behoefte van het lichaam,
dan spreek je van gezonde voeding. Het voedingscentrum heeft hiervoor richtlijnen verwerkt
in de Schijf van Vijf.
Vetten en koolhydraten die je niet als brandstof gebruikt, sla je op als vet. Nederlanders eten
vaak te veel vet en suiker en bewegen te weinig. Dit kan leiden tot Welvaartsziekten zoals
vetzucht en hart- en vaatziekten. Soms is de voeding te eenzijdig. Dat leidt tot een tekort aan
bepaalde voedingsstoffen. Het gevolg is een gebreksziekte. Door een tekort aan ijzerzouten
in je voedsel vermindert de aanmaak van hemoglobine (Hb) die zuurstof vervoert. Zonder
deze stof kun je geen rode bloedcellen maken. Deze vorm van bloedarmoede maakt dat je je
snel moe voelt. Tijdens de zwangerschap heeft de moeder extra ijzerzouten nodig: voor de
extra bloedcellen die zij maakt en voor de bloedcellen die het kind maakt.
, 6.2 Verteringsstelsel
Het melkgebit met de eerste tanden en kiezen van een kind komt na ongeveer vier
maanden. Vanaf zes jaar gaan kinderen wisselen. Het melkgebit maakt plaats voor het
volwassen gebit. De tanden en kiezen zijn groter dan van het melkgebit en er zijn meer
kiezen. De laatste kiezen heten de verstandskiezen. Ook sommige dieren kennen een
melkgebit en een volwassen gebit. Bijvoorbeeld puppy’s wisselen na een paar maanden. De
functie van het gebit is het voedsel in kleine delen te knippen en te vermalen
mechanische verkleining. Hierdoor neemt het oppervlak van de voedseldeeltjes toe en kan
de chemische afbraak sneller verlopen. Tijdens de chemische afbraak zetten
verteringsenzymen de grote moleculen om in kleinere moleculen.
Je darmcellen kunnen vitamines, glucose en zouten zo uit de darminhoud opnemen. Met
voedingsstoffen zoals koolhydraten, vetten, eiwitten en DNA gaat dat niet (Binas 67F, G, H en
71) macromoleculen. Deze zijn te groot om op te nemen. Veel van die macromoleculen
zijn polymeren, stoffen die zijn opgebouwd uit een groot aantal vrijwel identieke moleculen.
Zetmeel bestaat bijvoorbeeld uit duizenden moleculen glucose en eiwitten en honderden
aminozuren. Ook DNA is een voorbeeld van een polymeer. In het verteringskanaal breken
verteringsenzymen die polymeren en vetten af. Daarbij ontstaan kleine voor de darmcellen
opneembare moleculen. Via het bloed gaan deze stoffen verder het lichaam in.
Organen nemen elk een deel van de vertering van de macromoleculen op zich.
- Mondholte De wand van de mondholte bevat zes grote speekselklieren. Het
speeksel bevat en enzym dat het grote koolhydraat zetmeel afbreekt.
- Slokdarm Spieren duwen de voedselbrokjes door de darm. Dat doen spieren in alle
darmen.
- Maag De wand van de maag is geplooid. Tussen de plooien van de wand monden
afvoerbuizen van de maagsapklieren uit (Binas 82 E en F). Sommige cellen van deze
klieren maken maagzuur, dat veel bacteriën in haar voedsel onschadelijk maakt. Door
het maagzuur daalt de pH in de maag (1,5 – 2,5). Andere cellen maken pepsinogeen.
Dit is een inactief enzym dat in het maagzuur verandert in een actief eiwitsplitsend
enzym. Een derde type cellen produceert slijm, dat de maagwand tegen de eigen
verteringssappen beschermt.
- Twaalfvingerige darm De alvleesklier geeft verschillende enzymen af aan de
twaalfvingerige darm (het begin van de dunne darm). Die enzymen verteren DNA,
vetten en het overgebleven zetmeel en zetten de volgende stap van de eiwitafbraak.
Gal uit de lever helpt bij de vertering van vetten.
- Dunne darm Verschillende enzymen uit de darmsapklieren voltooien de vertering
met de laatste stappen van de koolhydraat- en eiwitvertering. Ook breken ze DNA af.
De darmcellen nemen de verteringsproducten en andere kleine moleculen op uit de
darminhoud en geven ze af aan het bloed. Wat overblijft is een vloeibare brij die de
blindedarm inglijdt. Kleppen op de overgang voorkomen dat de brij terugstroomt.
- Blindedarm De blindedarm is het begin van de anderhalve meter lange dikke darm. In
dit deel van de dikke darm leeft een grote darmflora. Tijdens een diarreeaanval raken
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper IlseAerts. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.