Professionele ontwikkeling deel 3
Visie/DLR
Academiejaar 2018-2019
Visie op bachelor verpleegkunde
Sabrina Van Dorpe
Brug 150 studiepunten
r0739610
Katholieke Hogeschool VIVES
Studiegebied Gezondheidszorg
Bachelor in de Verpleegkunde, campus Kortrijk
Doorniksesteenweg 145
8500 Kortrijk
1
,Inhoudstafel
Inleiding.....................................................................................................................................................................3
...................................................................................................................................................................................4
1. Raadpleeg de visietekst van je eigen werkveld en vergelijk deze met de visie op verpleegkunde. Waar situeren
zich de overeenkomsten en verschillen. Stoffeer je antwoord grondig aan de hand van concrete voorbeelden......4
1.1. De verpleegkundige werkt vanuit een relationele zorgethische visie............................................................5
1.2. De verpleegkundige houdt rekening met diversiteit en verleent zorg in dialoog...........................................6
1.3. De verpleegkundige verleent wetenschappelijk en juridisch onderbouwde verpleegkundige zorg...............7
1.4. De verpleegkundige is actief op het vlak van preventieve zorg.....................................................................8
1.5. De verpleegkundige werkt intra-en interdisciplinair samen...........................................................................9
1.6. De verpleegkundige bewaakt en bevordert de kwaliteit van zijn denken en handelen..................................9
1.7. De verpleegkundige is creatief, ondernemend en integreert duurzaamheid in het handelen.......................10
2. Bekijk vervolgens de beschrijving van de DLR’s (2,4,9,10,11,12,14) en pas deze toe op het competentieprofiel
.................................................................................................................................................................................11
2.1. DLR 2: Verleent evidence based en theoretisch onderbouwde verpleegkundige zorg op basis van klinisch
redeneren en een attitude van verantwoordelijkheidszin, een ruime mate van initiatief en proactiviteit, conform
de algemene en beroepsgerelateerde wetgeving.................................................................................................11
2.2. DLR 4: Neemt autonoom initiatieven inzake preventie en past deze op alle niveaus adequaat toe.
Organiseert op methodische wijze gezondheidspromotie en patiënteneducatie aan individuen en groepen.
Stimuleert een gezondheidsbevorderend gedrag bij de zorgvrager(s)................................................................12
2.3. DLR 9: Organiseert en coördineert autonoom en in overleg met andere zorgverstrekkers intra-, trans- en
extra-murale zorg................................................................................................................................................12
2.4. DLR 10: Bewaakt en bevordert de kwaliteit van de individuele en globale zorgverlening binnen de eigen
organisatie...........................................................................................................................................................13
2.5. DLR 11: Instrueert, coacht en geeft leiding aan leden van een gestructureerd team...................................13
2.6. DLR 12: Zoekt op een gericht en methodische manier vak- en wetenschappelijke literatuur op, beoordeelt
de relevantie en bruikbaarheid ervan, integreert nieuwe inzichten in de beroepsuitoefening en ontwikkeling,
participeert wetenschappelijk onderzoek............................................................................................................13
2.7. DLR 14: Reflecteert continu op het eigen verpleegkundig handelen, analyseert zijn leerbehoeften en
vertaalt deze autonoom in initiatieven tot professionalisering en evenwichtig functioneren.............................14
Op welke competenties dien je als verpleegkundige vaak beroep te doen? Concretiseer met voorbeelden uit de
verpleegkundige praktijk.........................................................................................................................................14
DLR 9: Organiseert en coördineert autonoom en in overleg met andere zorgverstrekkers intra-, trans- en extra-
murale zorg..........................................................................................................................................................14
DLR 10: Bewaakt en bevordert de kwaliteit van de individuele en globale zorgverlening binnen de eigen
organisatie...........................................................................................................................................................15
DLR 11: Instrueert, coacht en geeft leiding aan leden van een gestructureerd team..........................................15
3. Waar sta je momenteel zelf tov de 7 focus- DLR’s? Wat zijn je talenten, je aandachtspunten? Stoffeer met
minimum 2 voorbeelden..........................................................................................................................................15
3.1. DLR 2: Verleent evidence based en theoretisch onderbouwde verpleegkundige zorg op basis van klinisch
redeneren en een attitude van verantwoordelijkheidszin, een ruime mate van initiatief en proactiviteit, conform
de algemene en beroepsgerelateerde wetgeving.................................................................................................15
3.2. DLR 4: Neemt autonoom initiatieven inzake preventie en past deze op alle niveaus adequaat toe.
Organiseert op methodische wijze gezondheidspromotie en patiënteneducatie aan individuen en groepen.
Stimuleert een gezondheidsbevorderend gedrag bij de zorgvrager(s)................................................................16
3.3. DLR 9: Organiseert en coördineert autonoom en in overleg met andere zorgverstrekkers intra-, trans- en
extra-murale zorg................................................................................................................................................16
2
, 3.4. DLR 10: Bewaakt en bevordert de kwaliteit van de individuele en globale zorgverlening binnen de eigen
organisatie...........................................................................................................................................................17
3.5. DLR 11: Instrueert, coacht en geeft leiding aan leden van een gestructureerd team...................................17
3.6. DLR 12: Zoekt op een gericht en methodische manier vak- en wetenschappelijke literatuur op, beoordeelt
de relevantie en bruikbaarheid ervan, integreert nieuwe inzichten in de beroepsuitoefening en ontwikkeling,
participeert wetenschappelijk onderzoek............................................................................................................18
3.7. DLR 14: Reflecteert continu op het eigen verpleegkundig handelen, analyseert zijn leerbehoeften en
vertaalt deze autonoom in initiatieven tot professionalisering en evenwichtig functioneren.............................18
Besluit......................................................................................................................................................................18
Bibliografie..............................................................................................................................................................19
Inleiding
Het thema van deze opdracht sluit aan bij de dagelijkse beroepspraktijk.
De visie van mijn organisatie grondig onder de loep nemen en linken aan de visie van de
verpleegkunde zal een leerrijk en verruimende kijk bieden.
Zo zal ook het doornemen van de DLR’s duidelijkheid scheppen over het eigen functioneren.
Het doel van deze opdracht is dan ook om aan de hand van verscheidene aspecten, linken te leggen
naar het eigen functioneren en de werking van onze organisatie.
Eveneens is het de bedoeling om stil te staan bij de manier hoe we dagelijkse zorg aanbieden aan
zorgontvangers en hoe we hier zelf tegenover staan.
Het boeit me dan ook om een beeld te krijgen van hoe dit gebeurt en hierbij na te gaan hoe zaken
nog kunnen geoptimaliseerd worden.
3