Aristoteles
L-Filosofi sche grondslagen van de geesteswetenschappen
Oudheid
Van mythos naar logos
Natuurfilosofen (Heraclitus & Parmenides)
Ethiek (sofisten en Socrates)
Systeembouwers (Plato & Aristoteles)
o Verschil in systeembouwen
Late oudheid (stoa, epicurisme, neoplatonisme)
Aristoteles (384 – 322 v.C.)
Geboren in het noorden van Griekenland in vooraanstaande familie, vader
was lijfarts van koning van Macedonië
Volgde les in academie van Plato en zou zijn opvolger worden aan hoofd
van academie
o Plato’s neef wordt het hoofd als Plato sterft teleurstelling kritiek
op Plato
o Keert terug naar de geboorteplaats van filosofie (westkust Klein-
Azië, Turkije) en wijdt zich aan de studie van de natuur, de biologie
Wordt tijdens dit verblijf teruggeroepen door koning van
Macedonië en wordt leraar van Alexander de Grote
Start zijn eigen school in Athene (Peripatetische School,
concurrentie van Plato’s academie) ontwikkelt eigen
filosofische stroming
Wordt uiteindelijk weggedrongen uit Athene en sterft in een
dorpje ver weg
Vond dat er geen nood is aan een ideeënwereld en dat de echte
werkelijkheid voldoende is als verklaringsmechanisme
Eerste die expliciet de bedoeling had om een allesomvattend systeem
van weten te ontwikkelen
o Bakende verschillende disciplines af, en definieerde hoe ze
systematisch met elkaar samenhangen
1
, o Aan elk van die disciplines wijdde hij één of meer afzonderlijke
traktaten
o Zo omvat zijn oeuvre werken over:
Logica
Biologie
Astronomie
Meteorologie
Psychologie
Natuurfilosofie
Metafysica
Ethiek
Politiek
Literatuur
Retoriek
…
o Was ook de eerste die in zijn onderzoek empirisch te werk ging:
Stortte zich op de observatie en beschrijving van een groot
aantal diersoorten (samengevat in het werk Historia
animalium: ooggetuigenverslag van de dierenwereld)
O.b.v. dit ontwikkelde hij een biologie (vnl. zoölogie) die meer
dan 2000 jaar zou standhouden
Onderzoek in staatkunde: aan de redactie van zijn traktaat
over de politiek ging een grootschalig onderzoek vooraf naar
de verschillende constituties en instellingen van 158 Griekse
en andere staten
Belangrijkste werken:
o Werken over de logica (samengevat onder titel Organon)
o Historia animalium, De anima Physica, Metaphysica, Ethica, Politica,
Rhetorica, Poëtica
2
, Systematische wetenschap
Allesomvattend systeem
o Overkoepelende manier om met de werkelijkheid om te springen
o Niet impliciet zoals bij Plato
o Hier moeten we niet reconstrueren, we krijgen het systeem
Afgebakende disciplines
o Ongeveer één duidelijk werk per discipline
Esoterische werken (naar binnen) vs. exoterische werken (naar buiten)
o Exoterische werken werden geschreven voor mensen buiten de
‘inner circle’, deze zijn niet bewaard gebleven van Aristoteles (van
Plato wel)
o Esoterische werken zijn zogezegde collegenota’s waardoor we goed
inzicht krijgen in zijn leer (moeilijk bij Plato)
In de Moderne Tijd krijgt het begrip ‘empirische wetenschap’ een zeer
specifieke invulling, die nog steeds niet de onze is
o De nieuwe wetenschap definieert de waarneming op de eerste
plaats als het vaststellen van kwantitatieve gegevens
o De ‘moderne’ waarneming is in zekere zin enger dan deze van
Aristoteles, en ze wordt in een wetenschappelijke context ook veel
meer gestuurd: de moderne wetenschapper organiseert de
waarneming in een experimentele setting, zodat we de zintuigelijke
wereld als het ware dwingen om ons die informatie te verschaffen
die ons op dat moment interesseert
Informatie wordt als ‘exact’ beschouwd, naarmate ze meer
gekwantificeerd is
3