Chapitre 1: introduction
France – Belgique France Belgique
Régime politique Une république Un royaume Chef d’état Un président: Macron Un roi: Philippe Premier ministre Elisabeth Borne Alexander De Croo
Organisation territoriale État régions départements communes État + communes + régions provinces communes Naissance de l’état 1792 1830
Constitution 1792 1831
Fête nationale Le 14 juillet Le 21 juillet
Devise Liberté, égalité, fraternité L’union fait la force
Hymne La marseillaise La brabançonne Les provinces belges 1.la Flandre occidentale 2.La Flandre orientale 3.Anvers 4.Le Limbourg 5.Le Brabant flamand 6.Le brabant wallon 7.Le Hainaut 8.Liège 9.Namur 10.Le Luxembourg Les rois belges 1.Léopold 1 2.Léopold 2 3.Albert 1
4.Léopold 3 5.Baudouin 1
6.Albert 2 7.Philippe 1 123
4
5
6
78
9
10 Les spécialités belges Exemples: -Les schtroumpfs -Le saxophone -Le diamant -Stromae -Des frites -… Les vins français 1.Champagne 2.Bordeaux 3.Alsace 4.Beaujolais De bières belges 1.Orval 2.Chimay 3.Westmalle 4.Duvel Chapitre 2: le baccalauréat en droit Le baccalauréat en droit Le baccalauréat professionnel en droit s’articule autour de trois axes (3 onderdelen) -Juridique -Economique -Linguistique le bachelier en droit est un juriste pragmatique capable d'exercer immédiatement une activité professionnelle dans des débouchés professionnelles variés: -Les petites, moyennes et grandes entreprises: Exemple: banques, secrétariats, agences,…
-Les profession libérales Exemple: études notariales, d’huissiers de justice, cabinets d’avocat -Les services publics Exemple: services de police, services public fédéral de la justice ou des finances,…
-Les service de médiation et les milieux associatif: (verenigingen) Exemple: syndicats, ASBL (VZW),…
-Les instituions et organisations internationales Vocabulaire Une administration Administratie Une agence immobilière Een immo-kantoor Une association Een vereniging Un avocat Een advocaat Une banque Een bank Un cabinet d’avocat Een advocatenkantoor Une communauté Een gemeenschap Une commune Een gemeente Une compagnie d’assurances Een verzekeringsmaatschappij Un consommateur Een consument Un contentieux Een geschil Un CPAS OCMW Un débouché Een afzetmarkt Une entreprise Een bedrijf Une étude notariale Een notariskantoor Une fiduciaire Een administratiekantoor Une formation Een opleiding Un huissier de justice Een gerechtsdeurwaarder Une institution Een instelling Une langue Een taal Une médiation Een bemiddeling Un notaire Een notaris Une organisation Een organisatie Une PME Een KMO Une profession libérale Een vrij beroep Une province Een provincie Une région Een gewest Un secrétariat social Een sociaal secretariaat Un secteur Een sector Un service clientèle Een klantendienst Un service de médiation Een bemiddelingsdienst Un service du personnel Een personeelsdienst Un service public Een overheidsdienst Un syndicat De vakbond Qui êtes vous? Exercice de traduisez: -Ik studeer aan de AP-hogeschool = j’étudie à la haute école AP -Ik volg een bachelor rechtspraktijk = je fait un baccalauréat en droit -Ik volg les = je suis des cours -Ik hou van rechten = j’aime le droit -Ik heb gekozen voor een interessante opleiding = j’ai choisi pour des études intéressants -Ik zit in het eerste jaar = je suis en première année Les connecteurs (aansluitingen) Chapitre 3: le substantif, l’adjectif, l’adverbe et l’indicatif présent Le féminin FEMININ = MASCULIN + E
LIGNE EXEMPLE
el elle cruel cruelle eil eille pareil pareille ul ulle nul nulle n nne ancien ancienne etette cadet cadette et ète complet compète x se curieux curieuse s sse bas basse er ère léger légère cque public publique fve neuf neuve Le pluriel
PLURIEL = SINGULIER + S
L’adverbe
ADVERBE = FEMININ de l’adj. + MENT
! exercice: syllabus + online L’indicatif présent
LES VERBES EN -ER
PARLER
Je Tu Il Nous Vous
Ilsparl e
es
e
ons ez
ent LES VERBES EN -IR FINIR Je Tu Il Nous Vous
IlsFini
finisss s
t ons
ez
ent LIGNE EXEMPLE
s/x/z invariable un hiver doux des hivers doux eau eaux beau beaux al aux électoral électoraux ou ous fou fous eueus bleu bleus LIGNE EXEMPLE
-ant amment constant constamment
-ent emment évident évidemment
voyelle -ment poli poliment
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mettejacobs. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,66. Je zit daarna nergens aan vast.