Samenvatting verklaringsmodellen 2
Inleiding cursus
- Interactie:
o Opvoedingsvaardigheden Patterson
o Geweldloos verzet: moeilijkste doelgroep zijn docenten
o LSCI
- Psychologie:
o Psychoanalyse
o Cognitieve psychologie
o Hechting
Deel 1: Patterson: een model voor pedagogische vaardigheden
De theorie van Patterson is gebaseerd op leerprincipes en de basis voor het probleemgedrag ligt in
coërsieve processen.
- Afdwingtheorie
- 5 ouderlijke vaardigheden om antisociaal gedrag in te perken
In deze cursus: focus op leefgroepen, soms link naar oudertrainingsprogramma’s
Hoe kunnen we op opvoedkundige vaardigheden van ouders stimuleren zodat ze niet voortdurend in
negatieve processen terecht komen?
- Triple- P (positive parenting program)
- STOP-project: Support and Training of Parenting
- Opvoedkundige vaardigheden:
o Ouder(training)
o Leefgroepwerking
1.1 Afdwingtheorie of tirannieke proces en ouderlijke vaardigheden
Ouders en kinderen trainen elkaar erin! Vb.: warenhuistafereel aan de snoeprekken bij de kassa.
= Welke verklaringen voor probleemgedrag?
Patterson verklaart gerdrag vanuit coërsieve processen door de afdwingtheorie en een gevolg van deze
theorie is het negatief proces dat uit 4 fasen bestaat.
Afdwingtheorie = kinderen leggen dwingend hun zin op via dwinggedrag, weigergedrag en eisend gedrag.
Negatief proces.
- Afdwingtheorie ontstaat uit directe interacties tussen ouder en kind ze trainen elkaar erin.
- Al dwingend hun zin opleggen via: dit is normaal in de ontwikkeling.
o Dwinggedrag: zeuren, klagen, woede-uitbarstingen...
Jonge leeftijd = normaal (tijdens de lagereschooltijd)
Oudere leeftijd = gedrag te ver corrigerend optreden
o Weigergedrag: het ontlopen van een opdracht of verantwoordelijkheid.
Vb.: nee zeggen als je mama u vraagt te helpen.
o Eisend gedrag: onmiddellijke behoeftebevrediging willen of blijven aandringen.
Vb.: ik heb afgesproken, jij moet mij nu brengen.
1
, Dwinggedrag gevolgen
Kind Ouderlijk begrenzen
- Leert controle uitoefenen op de - Tolereren van de frustraties
omgeving o Consequent blijven ook al
- Zelfbeeld en zelfvertrouwen maakt kind het te bond en
- Exploratielust: mogelijkheden en word je boos.
beperkingen verkennen - Uitstellen van de onmiddellijke wensen
- Voordeel aan hun kant krijgen Geen correctie v/d jongere zijn gedrag?
kans op antisociaal gedrag: terrein uitbreiden.
Tip voor ouders: verleg je aandacht nadat je 1x nee gezegd hebt kind zal het langer volhouden dan de
ouder.
Bij weigeren van correctie.
Verliezen voor zowel de ouders als het kind:
- Kind wordt kleine tiran en ouders blijven toegeven.
- Kind wordt door drammerigheid uitgesloten door peers.
o Doordat ze merken dat ze op school niet altijd hun zin krijgen.
o Kind heeft niet geleerd: een neen te aanvaarden, te onderhandelen of toe te geven.
o Gevolg: ongenoegen + zal het leven moeilijk maken.
Besluit: kind wordt ‘de baas in huis’ → hoofdoorzaak = beperkte ouderlijke vaardigheden (= 5 ouderlijke
vaardigheden p.4)
1.1.1 Coërsieve processen
= ontwikkeling van gedragsproblemen dia 13
- Kind vraagt iets - Moeder weigert
- Kind zeurt - Moeder geeft toe
- Kind stopt met zeuren
Kind leert om dwingende strategieën te gebruiken.
Moeder leert om toe te geven in dwingende interacties.
De ‘coercion-theory’ verduidelijkt hoe gezinsleden door onaangenaam en irriterend te reageren, iets
kunnen afdwingen van andere gezinsleden. Ouders roepen, tieren, zeuren, dreigen en slaan en kinderen
huilen, zeuren en pesten om ouderlijke opdrachten af te wenden en hun zin te krijgen. Geleidelijk kan er
een patroon ontstaan waarbij, omwille van de voordelen op korte termijn, de ouder traint het kind in het
stellen van weigerend of eisend gedrag en, omgekeerd, het kind traint de ouder in het stellen van
toegeeflijk, instemmend gedrag. Patterson spreekt in dit verband van het ontstaan van zogenaamde
aversieve contingenties. Aversief = dat wat afkeer oproept. Contingent = onmiddellijk op elkaar volgend,
aaneengeschakeld.
Besluit: opvoedingsvaardigheden geen 100% controle maar 60 à 70% win/winsituaties
Ouders hebben het gevoel ik heb begrensd en kinderen krijgen het gevoel dat ze ongeveer hun zin
hebben gekregen.
2
,1.2 Het negatieve proces
Afdwingtheorie negatief proces: als elk contact tussen
opvoeder en minderjarige uitloopt op wederzijdse ergernis.
Gevolgen:
- Gevangen in wederzijdse ergernis
- Geen inhoud, enkel betrekkingsniveau stress
o Het gaat erom wie er gaat buigen, de macht/ gezag – niet om het doel.
Vb.: ik ben je vader je moet luisteren naar mij.
- Zelf- en controleverlies als opvoeder
o Als je hierin zit ervaar je stress en moet je stoppen met praten.
Fasen:
1. Opstart: een eenvoudige, niet beladen vraag dat door de jongere als vijandig wordt ervaren.
a. Vb.: Verjaardag meisje, moeilijke relatie met mama maar ze wou een berichtje van haar
mama. Om 22u moest ze haar gsm afgeven.
2. Negatieve reactie = reactie v/d jongere waarin een negatieve emotie doorklinkt.
a. Weigering of verwijt er klinkt een negatieve emotie.
b. Nee w8 even mijn mama gaat nog een berichtje sturen
3. Kickboxen = van het ene woord komt het andere en voor men het weet zit men in een zinloze
discussie waarbij er niet naar elkaar geluisterd wordt.
a. Nee we hebben lang genoeg gewacht, regel geldt voor iedereen
4. Agressie en irritatie = er vallen klappen, bui blijft hangen, er is niet veel nodig om opnieuw los te
barsten.
a. Opnieuw tot een nieuwe opstart = vicieuze cirkel.
Conclusie: geen dwinggedrag, geen winst - ‘Hij luistert nooit’ Moeilijk positief te blijven Onmacht,
ergernis, irritatie en boosheid bij opvoeder overheersen.
Spiraal van wederzijdse allergie:
o Vervormd beeld van elkaar als je enkel negatieve interacties hebt dan krijg je een
negatief beeld van elkaar.
o Machtsstrijd op betrekkingsniveau
o Twee verliezers
Opvoeder: opvoedingsmogelijkheid, onzekerheid, verlamming, twijfel
Jongere: uitsluiting, verwerping
Onmogelijkheid nog langer op te voeden, positieve sturing blijft uit onzekerheid en twijfel aan
eigen opvoedkundige vaardigheden. Soms is er een breuk en dreigt de jongere de leefgroep… te verlaten.
Jongeren hebben vaak een scheefgroei gehad, waardoor ze soepelheid missen, geen rekening houden
met anderen en verwachten dat hun wensen onmiddellijk worden ingewilligd. De irritatie daarop van
ouders… zwak zelfbeeld en twijfel aan zichzelf.
3
, 1.3 het vierfasenmodel: verklaring voor deviant gedrag!!
Fase 1: basismodel Coërcief proces binnen gezin Verstoring ouderlijke
Voorschoolse en kleutertijd discipline
Fase 2: reactie sociale Schools falen Gebrekkig leiding geven
omgeving Verwerping door leeftijdsgenoten en toezicht houden
LS (ouders verliezen gezag)
Fase 3: verdere evolutie Aansluiting bij deviante Afwezigheid toezicht
Adolescentie leeftijdsgenoten (delinquentie, Veel straattijd
druggebruik…) Weinig taaktijd
Fase 4: antisociale loopbaan Beperkte sociale integratie
volwassenheid Contact met gerecht en hulpverlening
1.4 Hantering: opvoedingsvaardigheden stimuleren (examen!!!)
Ouderlijke en opvoedkundige vaardigheden:
1. Positieve betrokkenheid: gezonde, warme en correcte houding
a. Wanneer de jongere redenen kan formuleren waarom zijn verblijf thuis of in de instelling
de moeite waard is.
b. Op een positieve wijze begaan zijn met de jongere, om hem geven, op gepaste wijze
bezorgd zijn. Dit staat haaks op het verwerpen van de jongere!
c. Samen veel (vrije) tijd doorbrengen
d. Samen activiteiten plannen: vrije discussie
Geeft een gunstig effect op het gevoel van eigenwaarde van de jongere.
2. Positieve bekrachtiging: consequent aanmoedigen en belonen van gewenst gedrag
a. Slechts één negatieve actie te ondernemen voor vier positieve
i. Authentiek, duidelijk, doelgericht
b. Stapjes:
i. = het systematisch en onmiddellijk bekrachtigen
ii. Na elk gewenst gedrag volgt direct de positieve bekrachtiger
iii. Na ongewenst gedrag volgt er niets
iv. De jongere leert in een positief bekrachtigende en meer voorspelbare omgeving
te leven
v. De jongere leert wat kan en wat niet kan.
c. Aandachtspunten:
i. Tussentijdse beloningen zijn meer motiverend dan 1 grote beloning:
1. Aangewezen om in kleine stappen te werken.
ii. Beloon prestaties en geen prestatiebeloften.
iii. Eens gewenst gedrag is aangeleerd, mag men grotere eisen stellen.
iv. Teveel bekrachtigen werkt storend: doseren.
v. Positief bekrachtigen werkt trager dan straffen, er zijn tientallen bekrachtigingen
nodig vooraleer gedrag verandert:
1. Positieve bekrachtiging vergroot het gevoel van zelfbeschikking en
eigenwaarde in tegenstelling tot straffen;
vi. Positief bekrachtigen hangt sterk samen met disciplinevaardigheid
4