, Emilia Pardo Bazan......................................................................................... 27
4.2. Naturalistisch theater................................................................................. 28
Context 19e eeuws theater............................................................................. 28
August Strindberg.......................................................................................... 29
5. Symbolisme, fin de siècle................................................................................. 30
5.1. Terminologie en periodisering....................................................................30
Algemene kenmerken:................................................................................... 30
Charles Baudelaire......................................................................................... 31
Paul Verlaine (1844 – 1896)............................................................................32
Arthur Rimbaud (1854 – 1891).......................................................................32
5.2. Symbolistisch proza.................................................................................... 32
Joris-Karl Huysmans (1848 – 1907)................................................................32
Oscar Wilde.................................................................................................... 33
Thomas Mann (1875 – 1955)..........................................................................33
6. Avant-Garde..................................................................................................... 34
6.1. Ter Inleiding................................................................................................ 34
6.2. Terminologie............................................................................................... 34
6.3. Cultuurhistorisch perspectief......................................................................34
6.4. Kolonialisme............................................................................................... 35
6.5. Kenmerken avant-garde............................................................................. 35
6.6. Futurisme in Italië....................................................................................... 36
Luigi Russolo.................................................................................................. 36
6.7. Futurisme in Rusland.................................................................................. 36
Khlebnikov & Mikhail Larionov........................................................................37
6.8. Dadaïsme................................................................................................... 37
Tristan Tzara (1896 – 1963)............................................................................37
6.9. Kubisme...................................................................................................... 38
Guillaume Apollinaire (1880 – 1918)..............................................................39
6.10. Surrealisme.............................................................................................. 39
6.11. Expressionisme........................................................................................ 40
Gottfried Benn (1886 – 1956).........................................................................40
7. Modernisme...................................................................................................... 40
7.1. Terminologie en periodisering....................................................................40
Ontwikkelingstendensen 20ste -eeuwse roman..................................................41
Marcel Proust (1871 – 1922)...........................................................................42
James Joyce (1882 – 1914)............................................................................. 42
7.2. Modernistische bildungsroman...................................................................42
Virginia Woolf (1882 – 1941)..........................................................................43
7.3. Modernistische poëzie................................................................................ 44
2
, Thomas Stearns Eliot (1885 – 1965)..............................................................44
8. Postmodernisme............................................................................................... 45
8.1. cultuurhistorische achtergrond 2e helft 20e eeuw.......................................45
8.2. Existentialisme en absurd Theater.............................................................45
Samuel Beckett (1906 – 1989).......................................................................46
8.3. Nouveau Roman......................................................................................... 47
Nathalie Sarraute (1900 – 1999)....................................................................48
8.4. Definities.................................................................................................... 48
Italo Calvino (1923 – 1985)............................................................................ 49
8.5. Conclusie.................................................................................................... 49
Inhoud
Hoofdstuk 9: eerste helft 19e eeuw
- Classicisme
- (vroeg) romantiek
- Realisme
Hoofdstuk 10: tweede helft 19e eeuw
- Kunst als waarheid
- Kunst als schoonheid
Hoofdstuk 11: eerste helft 20e eeuw
- Avant-garde – vitalisme – Modernisme
Hoofdstuk 12: tweede helft 20e eeuw
- Existentialisme – structuralisme – poststructuralisme
Inleiding
1789 -> Franse revolutie = begin vak
1789 – 1945 & 1945 – 1989 (val muur)
Wat is LITERATUUR?
Enge definitie: literaire genres
- Roman, poëzie, theater
- ‘literair’ als waardenoordeel
Brede definitie : elke uiting van cultuur in orale of geschreven vorm
- Religieuze teksten, filosofische, geschiedschrijving, redevoering
- Ook oraal: folklore etc
Heldenfiguur veranderd
Smaken en verwachtingen veranderen
Van mythologische held naar moderne Anti-held
Mensen die meer menselijk zijn
Veel meer karakterfouten binnen de mensen
Literatuur na 1750
Vroeger werd literatuur geschreven voor en door elite
3
, Na Franse Revolutie wil de middenklasse ook lezen
Willen verhalen over mensen die gelijk zijn lezen
Geleidelijke evolutie van lezende elite naar middenklasse die nu ook leest
Komt definitieve doorbraak van burgerlijke cultuur
Invloed van de verlichting
Redelijkheid
Discussiecultuur : menstype dat leest
Durf denken = nieuwe attitude tov de traditie
Kernbegrippen (klassieke literatuurbegrippen gemoderniseerd)
- Imitatio
Navolging van eerdere werken die men bewondert
Doel = aemulatio
Toepassing?
14e e = Dante (= imitatie Vergilius)
17e e = Classicisme (= imitatie klassieke modellen)
18e e = Neoclassicisme ( Weimar Klassik = voorbeeld)
Voor 1800 een cruciale factor in doorgeven van de klassieke beschaving
Einde 18e eeuw krijgt een negatieve lading
Meer nadruk op het individu die kunst creëert
17 & 18 eeuw -> querelles des anciens et des modernes
e e
Toch blijvende aandacht traditie
Romantiek: nationale verleden
Modernistische literatuur: intertekstualiteit
Postmoderne literatuur: cliché, ironie en metafictie
- Mimesis
= fundamenteel pricipe van literatuur: nabootsing van de werkelijkheid
Aristoteles, poëtica
Gelijk aan de natuur, niet perse een exacte kopie
17e eeuw = hoogtepunt in navolging klassieke modellen in classicisme
Vanaf 18e eeuw breuk met classicisme
Meer kunst en literatuur over gewone mensen en het gewone leven
= vraag naar realisme
- Genre
Classificatie van plato, de staat
o Lyriek
o Dramatiek
o Epiek
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper geiketrappeniers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,16. Je zit daarna nergens aan vast.