WETENSCHAPSTHEORETISCHE GRONDSLAGEN VAN DE PEDAGOGIEK
Situering opleidingsonderdeel
Wijsgerige en historisch pedagogische traditie
Algemene inleiding in de wetenschapsfilosofie
A. Wat is wetenschap?
B. Wat zijn sociale wetenschappen?
C. Wat zijn pedagogische wetenschappen?
Bouwt verder op methodologische opleidingsonderdelen
- interpretatieve onderzoeksmethoden
- statistiek en empirische onderzoeksmethoden
Studiefiche:
A. Kunnen aangeven waarin wetenschap verschilt van andere vormen van kennis in het algemeen, wat dit betekent voor
de sociale wetenschappen en voor de pedagogiek.
B. De verschillende wijzen waarop aan wetenschappelijke pedagogiek gestalte wordt gegeven kritisch kunnen bespreken.
C. De aangeboden inhouden in relatie met elkaar kunnen plaatsen en verder hun relevantie voor concreet
wetenschappelijk pedagogisch onderzoek kunnen beoordelen.
D. De plaats (en rechtvaardiging) kunnen aangeven van de wetenschappelijk pedagogische bijdrage aan het
maatschappelijk debat en het beroep van deze discipline op een bepaalde methodologie (of op meerdere). en
onderzoeksmethoden
Essentie: Filosofisch antropologische benadering vs. Pedagogiek als toepassingsdiscipline
Voorwoord: Durf denken
̶ https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/the-spirit-of-hannah-arendt/2015/the-spirit-of- hannah-arendt/?
fbclid (02.00 – 07-00)
̶ Duits-Amerikaanse Joodse filosofe en politiek denker: Duitse die nr amerika is gevlucht tijdens
woII
̶ “Niemand heeft het recht te gehoorzamen”
̶ The Origins of Totalitarianism (1951)
̶ Eichmann-proces in Jerusalem (1961)
̶ Adolf Eichmann : verantwoordelijk voor logistieke zaken in woII: alles regelen om zaken
mogelijk te maken
̶ Misdaad tegen de mensheid
̶ Theorie: Banaliteit van het kwaad ~ veel kritiek (14.00 – 18.50)
̶ Hannah is nr Jeruzalem gegeaan om verslag te schijven over het proces Er werden veel
getuigenissen gevraagt tijdens het procesHannah: alles wat er gebeurt is (holocaust) is
1
, een misdaad tegn de MENSHEID niet alleen tegen de joden ( het had even goed een
andere gorep kunnen zijn) dus iedereen moet zijn verantwoordelijkheid opnemen ,
niet zeggen dat je er niets mee te maken hebt
̶ Discussie : zijn de duitsers verantwoordelijk voor hun eigen daden of moesten ze
gehoorzamen en konden ze er niet aan doen hHannah vind dit fout, ze zegt dat
iedereen nadenkt en dus verantwoordelijk is voor zijn eigen daden
̶ De tirannie van de logica (24.30 – 31.13)
̶ Relevantie van haar ideeën vandaag:
̶ De aanwezigheid van totalitaire (China) elementen in niet-totalitaire regimes(landen in
EU)
̶ De macht van ideologie, elke ideologie; kan iets in gang zetten, hele bevolkingsgroep van
iets overtuigen
̶ De nood aan pluralisme; weinig tolerantie voor diversiteit
̶ En de banaliteit van het kwaad in de wereld vandaag. Eichmann was voor veel reden een
intelligent man maar ook een domme man wat er vaak gebeurt is dat men zegt dat het
iets buitenmenselijk is MAAR zij zegt dat dit niet waar is,omdat mensen niet ZELF denken
is dat kwaad kunnen geschieden
Inleiding: over feiten, concepten, theorieën, verklaringen en duidingen in
de pedagogiek
Wetenschap als quality label?
Te vertrouwen & waar?--> we worden vandaag continu om de oren geslagen met wetenschap
Dit opleidingsonderdeel zoekt antwoorden op vragen zoals:
̶ Wat is kennis? Wat is waarheid? Wat is weten?
̶ Wat is wetenschap?
̶ Verschillende soorten ws
̶ Verschillende invullingen in tijd
̶ Verschillende mensopvattingen / wereldbeelden
~ maatschappelijke debat
De epistemologische vraag: wat is echt, wat is waar?
̶ Ter Illustratie: Freire’s Pedagogy of the Oppressed
Is de wereld er als er geen mensen zijn om haar te benoemen?
“There is no true word that is not at the same time praxis. Thus, to speak a true word, is to transform the
world. To exist, humanly, is to name the World, to change it. Once named, the world in its turn reappears
to the namers as a problem and requires of them new naming. Men are not built in silence, but in word,
in work, in action-reflection (Freire, p. 75-76). is er zoiets als een wereld als er geen mensen zijn om
die werkelijkheid te benoemen
2
, - Tegenover allomtegenwoordige facts & figures reductie van de werkelijkheid in cijfers
- OECD: Organisation for Economic Co-operation and Development
- OESO: pisa resultaten
- ARWU: academische wereldranglijst van universiteiten (Shanghai ranking)
- Focus op kwantitatieve analyses
- Eén waarheid?
Westerse samenleving ~ dominant naturalistische wetenschappelijk wereldbeeld
- Waardoor heel wat vragen verdwijnen… door de dominante empirische wetenschappen
- Wat is opvoeding?
- Waartoe dient opvoeding?
- Opvoeding voor wie?
- Waarom organiseren we onderwijs?
- Wat is de plaats van pedagogie in de samenleving?
- Alles is wetenschap? (P. 25 – 26)
- Demarcatie: het is wetenschappelijk of niet , duidelijke scheidingslijn
- Epistemische deugden: men stelt een standaard op waar kennis aan moet voldoen om
wetenschappelijke kennis te zijn
- Wetmatigheden, oorzaak & kans: je kan van alles de oorzaak en het gevolg vastleggen
- Essenties: het is mogelijke de hele werkelijkheid in kaart te brengen
- Naturalisme: alles volgt één geheel, één wereld, één werkelijkheid, één realiteit
- Voorspelling & beheersbaarheid: werkelijkheid is te onderzoeken dus kunnen we die
beheersen
Wat is wetenschap?
̶ Op zoek naar 1)vooronderstellingen 2) ethiek 3) verantwoording
Theorie:
̶ Algemene vorming vs. studie van het particuliere
̶ Verbindingen tussen begrippen/concepten
̶ Twee mogelijke betekenissen
‒ Beide relevant voor de pedagogiek/sociaal werk
Begrippen en concepten:
- niet ‘onschuldig’ of ‘a-historisch’ of ‘niet waardevrij’ / NIET NEUTRAAL
3
, - maar wel ‘geladen’ ‘connotatie’ vb word neger (nu negatieve connotatie)
- ELK begrip/concept niet waardvrij/neutraal
- gelinkt aan de socio-economische en politiek context
- today’s buzzwords: empowerment, emancipatie, burgerschap, diversiteit, activeren, integreren,
democratie, inclusie,… niet onschuldig, connotatie afhankelijk van wie het gebruikt
Theorie
A. Hypotheses
̶ begrippen en concepten: begrip hoort tot bepaalde taal en cultuur en dus ook historisch
gesitueerd
̶ nodig om theorie te verkondingen - verklaringen
̶ verbindingen en verhoudingen
̶ toetsing en weerlegging (wanneer hij een theorie het tegendeel wordt bewezen of net niet)
̶ theorie in stijgende lijn ene wordt weerlegt door het andere en zo worden theorieën altijd
maar beter, is niet zo bij de denkbeelden
B. Denkbeelden (men denkt dat het waar kan zijn)
- duidingen: iets wat op een hoger abstractniveau een aantal zaken samenbrengt
- discussie mogelijk – geen weerlegging
- mens- en samenlevingsopvattingen vb dat mens van nature goed is
- een stromingen biedt een aantal grondslagen & vooronderstellingen
Wetenschapstheoretische grondslagen van de pedagogiek
Wolfgang Brezinka 2e helft 20ste eeuw(kritiek op het te veel nr voor schuiven van empirische wetenschap)
Positivistische wetenschapsopvatting
- geen theorievrije pedagogiek
- empirische ß normatieve pedagogiek
- Kennis is een normatief begrip
- Realistische wending in de pedagogiek
- Essentiële waarden-en normvragen verbannen buiten wetenschap: Alle kennis,ideeen ,
uitspraken over waarden en norm vragen zien als iets buiten de wetenschap
- Pedagogiek begrensd tot technologische manipulatie (als we te ver mee gaan in dominante
wetenchap)
- Gevaar van dogmatiek
- technologisch weten is blind voor inherente waardeoordeel
4
, zijn standpunt niet langer houdbaar: je kan onderscheid niet maken, je kan niet zeggen sommige
kennis is waardevrij en andere niet
Thomas van Aquino (1225)
- Filosoof en theoloog
- Realistische kennisleer
- De kracht van de menselijke rede
- Onderscheid wereldse en geestelijke macht door dit onderscheid is Iedereen in staat zelf
na te denken/redeneren over het gevolg van een uitspraak/ nadenken over de waareid
( hiervoor dacht men dat dit alleen was voor mensen die god verpersoonlijkten zoals de
koning) vb descartes zijn gedachtengoed zou hiervoor niet gekunnen hebben
- Op zoek naar de waarheid
- Veritas est adaequatio intellectus et rei
De pedagogiek zal wijsgerig zijn of zal niet zijn?
We besluiten…
̶ Er is meer dan de het toetsen van zintuigelijke waarnemingsuitspraken
~ empirische kennis (zie basisbegrippen)
̶ kritische discussie
̶ natuurwetenschappen ook conceptueel geladen
̶ Er is ook… theoretisch onderzoek
wijsgerig-pedagogisch onderzoek
Inleiding/aanzet in dit opleidingsonderdeel
“… een weg die reflectie veronderstelt en in die zin de stap terug van het beschouwende, theoretische
vraagt.” Waarom??:
- Inzicht in de argumentatie (via eigen argumentatie eigen standpunt verdedigen,
standpunt ander kunnen weerleggen)
- Verhouding praxis en wetenschap waar en op welke manier kan wetenschappelijke
theorie en kennis een rol spelen in de praktijk
- Normatieve standpunten (~pedagogiek) leren duidelijk maken en weerleggen
LES 2: WETENSCHAPSFILOSOFIE VAN DE SOCIALE WETENSCHAPPEN
Sociale wetenschappen
Filmfragment: wat zijn sociale wetenschappen
ordening in de chaos van de sociale werkelijkheid, de samenleving een spiegel voorhouden ,
sociale problemen (vb armoede) meten en analyseren , oorzaken en oplossingen zoeken
5
, beter begrijpen, handelingsmogelijkheden hebben , deel van de werkelijkheid , pedagoog moet
sociaal handelen proberen te onderzoeken , is wat ik doe maatschappelijk relevant
handelen in de praktijk, niet denken dat er maar één manier van handelen is , wat is het juiste
handelen
Social and behavioral sciences ~ gedrags- en maatschappijwetenschappen
Menswetenschappen ß Natuurwetenschappen
staan in spanning met elkaar
Studieobject:
̶ Materiele object: menselijk gedrag eigen
handelen en interactie tussen mensen
̶ Formele object: het ‘sociale’ het resultaat van interacties vb: wetgeving , het is veranderbaar
Studieobject pedagogiek:
̶ Opvoedingspraxis (praktijk) gedrag als opvoedende en opvoedbare sociale wezens
̶ empirisch formeel we kunnen he onderzoeksobject empirisch gaan onderzoeken
~ ‘standaardvisie’ (Cf. inleiding, les 1)
̶ Of toch een hermeneutische wetenschap?
• Nood aan interpretatief onderzoek
• Instabiel statuut sociale ws: past het eerder in standaard visie of hermeneutiche
wetenschap, geen consensus
• Methodenstrijd: kwalitatief vs kwantitatief
• Pre- of multi- pragmatisch? instabiel statuut is slecht, pessimisten (pre= we zijn er nog
niet, er moet nog een keuze gemaakt worden over wat het nu is) vs
goed,optimisten(multi= het is beide)
• … geen algemene, rationele consensus over de methode, het studieobject, de
theorievorming en de verklaringsmodellen (p. 40)…
Noodzaak wetenschapsfilosofie ~ Elke sociale wetenschapper is ook een (wetenschaps)filosoof
wrm moet een sociale wetenschappen een wetenschapsfilosoof zijn? nadenken over wat
wetenschap is, dus door het feit dat sociale wetenschppen instabiel is moet je keuzes
maken/standpunt innemen moet je een wetenschapsfilosoof zijn. kiezen tussen studieobject:
individueleof sociale EN kwalitatief of kwantitatief
Kortom:
A. Onenigheid over onderzoeksmethode: Kwantitatief VS kwalitatief
B. Onenigheid over onderzoeksobject: Individu VS sociale
Dit hoofdstuk gaat in op deze discussie/controverse/onenigheid
6
,B. onderzoeksobject
Individualisme Holisme
~ Weberiaanse visie ~ Durkheimiaanse visie
Individuele handeling en interactie Sociale structuur/ systeem
(MI) Systeem = f (individuen + interactie) (MH) individu = f (systeem)
- Sociale structuren zijn constructies van Bv. wetten, normen, rollen, instituties, opinies,…
individuele handelingen en interacties - Sociale feiten extern van individuen zijn ,
maar de individuen toch beperken (vb:
wetten sturen individueel gedrag)
Wetten/formules in boek niet kennen MI/MH…
2manieren om iets te zeggen over onderzoeksobject
onderzoeksmethode:
Erklären Verstehen
~ ‘harde’ lijn ~ ‘zachte’ lijn
Causaal – nomologisch Hermeneutisch – interpretatief
Op zoek naar wetmatigheden Op zoek naar betekenissen
~ ‘standaard’ visie Bv. Taylors hermeneutisch-interpretatief model
Bv. Hempels causaal-nomologisch model (p. 42 – (p. 49 – 56)
49) Richt zich op en sociaal gedrag
Richt zich vooral op individueel gedrag
B. Hempels causaal-nomologisch
̶ Carl Hempel (1905-1997):
̶ Logisch empirist
̶ Deductief-nomologisch model
̶ Vooral in natuurwetenschappen maar ook voor menswetenschappen
̶ Deductie en het deductief argument
̶ X volgt logisch uit …
̶ Explanadum (te verklaren fenomeen) en Explanans (verklarende factoren) de logische
deductie
̶ Verklaren en Voorspellen
̶ Geen onderscheid volgens Hempel: we kunnen het alle twee doen, enige verschil
is dat het tijds gerelateerd is, het ene doe je als het al gebeurd is en het andere is
wnr het fenomeen nog niet heeft plaatsgevonden
~verklaren= ex post factum ~ voorspellen= ex ante factum
‒ Tijdsgerelateed, niet context gebonden, volgens hem zou het altijd op dezelfde
manier te overlopen als je iets verklaart hebt
- Causale verklaring (oorzaak-gevolg)
= deductief-nomologisch MAAR niet alle deductief-nomologische verklaringen zijn causaal
7
,Hempels methodologisch monisme
Versus methodologisch dualisme (cf. Taylor)
- Deductief nomologisch model ook van toepassing in de gedrags-, cultuur-, en
maatschappijwetenschappen
stelling: alle mogelijke verklaringen uiteindelijk in overeenstemming te brengen met het causaal-
nomologische model van de natuurwetenschappelijke verklaring
1. Elliptisch of onvolledig verklaringen zijn onvolledig
2. Partieel verklaringen zijn gedeeltelijk
3. Verklaringsschetsen
Hij gelooft niet in methodologische opsplitisng (geen kwal en kwant onderozek) MAAR Kwalitatieve
verklaringen zijn een deductie van kwantitatieve verklaringen
Afgezwakt naar inductief statistische verklaring MAAR gemodelleerd naar NWS
Taylors hermeneutisch-interpretatief
~ tekstkritiek, schriftverklaring (gaat over sociale wetenschappen in het algemeen)
- Grondlegger Schleiermacher (1768-1834)
- Dilthey (1833 – 1911)
- Cf onderscheid erklaren en verstehen
- Geesteswetenschappen (talige en culturele producten) hebben een hermeneutische
inslag
- In het spoor van Gadamer, Habermas en Ricoeur
- Boek gaat verder in op Taylor’s model
̶ Trying to make sense of… ( niet over verklaren maar over begrijpen)
̶ Betekenis onthullen
̶ Onderzoeksobject: tekst of tekst-analogon (onderzoeksobject= het sociale)
̶ Betekenis van een tekst verstaan/ men probeert een tekst te begrijpen
- Proces van betekenisontsluiering:/onthullen
1. Betekenis voor een subject de betekenis voor een individu of groep mensen
2. Coherente expliciete betekenis orde in de chaos krijgen
3. Betekenis niet gelijk aan betekenaar betekenaar is het symbool/draagt de betekenis
(vb een stoel) en de betekenis is de uitleg (vb iets om op te zitten)
4. Betekenis in relatie tot andere betekenissen de betekenis is er alleen maar omdat er
afgesproken dat het zo is
8
,De hermeneutische cirkel
‒ Interpretatie binnen een netwerk (~cirkel) van betekenissen
‒ Deel Geheel relatie
‒ Semantisch holisme
Betekenis verondersteld een netwerk, veld of groter geheel van andere betekenissen
‒ (inter)subjectiviteit binnen één veld kunnen we discussiëren over betekenissen
Opgesloten in de cirkel van interpretaties en betekenissen
Hermeneutische problemen
Externe verificatie en objectieve justificatie zijn niet mogelijk binnen dit principe
(a) Interpretatie kan niet geverifieerd worden a.d.h.v. externe feiten:
Alternatief in andere interpretaties vb: het is geen stoel maar een kast
(b) Interpretatie kan niet gerechtvaardigd worden o.b.v. objectieve bewijsgronden:
Alternatief in de diepte van de interpretatie zelf vb: geen stoel maar een ligstoel
de hermeneutische-interpretatieve verklaring is onvermijdelijk subjectivistisch (want er is geen
objectieve verificatie) en internalistisch
Hermeneutische interpretaties
Sociaal gedrag & tekst
‒ Wat heeft gedrag te maken met een tekt
‒ Analogie: tekst-analogon
‒ Woorden, zinnen worden gelijkgesteld aan gedragingen en gedragssequenties tekst is het
gevolg van gedragingen
‒ Gedragingen in een betekenisvolle sociale situatie
intentioneel
beschrijving van intenties, emoties, verlangens = betekenis heeft
‒ (je vertrekt van )Handeling (en dat) wordt tekst/verhaal probleem heterogeniteit (omdat het
een asymmetrische relatie is tussen handeling en tekst
Probleem heterogeniteit (niet vanbuiten kennen behalve 3e)
(a) zelfinterpretatie
(b) interpretatie van interpretatie
(c) geen ex ante factum voorspelling ~ wel ex post factum verklaring geen verklaren en
voorspellen, ex post factum is mogelijk maar geen ex ante factum want je kan niets voorspellen
het fenomeen moet reeds gebeurt zijn
9
, LES 3&4: OVER HET VERBAND TUSSEN DE MODERNE WIJSBEGEERTE EN WETENSCHAPPELIJKE
PEDAGOGIEK
Hoe denken we vandaag over?
- Interesse in het ontstaan, zekerheid & reikwijdte van de menselijke kennis . Wat is
waar / niet waar, zoektocht naar kennis, fundament van kennis
- Filosofie wordt voornamelijk epistemologie
Descartes & het rationalisme
- René Descartes (1596-1650)
- ~ Cartesiaanse filosofie
- Op zoek naar de fundamenten van het weten:
- hoe weet je dat iets waar is?
- weg naar kennis is via de reden/verstand/rede
rationalisme
zintuigelijke waarneming (~empirie) ondergeschikt
juiste methode & rol van het subject
Het belang van de juiste methode
- Descartes zoektocht naar de ‘ware methode’
- oordeelscriterium/maatstaf
- wat is waar en wat is onwaar? ls we zelf kunnen zeggen wat waar /onwaar is
moeten we niet meer luisteren naar alwetende machten (koning)
- vorm van emancipatie
- mathesis universalis idee op zoek naar een onbetwijfelbaar en evident
uitgangspunt
haalde de mosterd bij de wiskunde
constructieve werkwijze (van de ene zekerheid naar de andere)
methodologische regels = analytische methode
cf. pedagogisch onderzoek vandaag: opdeling onderdelen en verbanden vb
verband leggen tussen kindermishandeling en drnakgebruik in gezin
belangrijk om onafhankelijke stukken te zien maar ook het groter geheel
Een onbetwijfelbaar uitgangspunt
- Techniek: de methodische of epistemologische twijfel
- Op zoek naar zekerheden, geen blijvende twijfel
- Generalisatie
- Stappen:
- 1. Inzichten filosofen en wetenschappers – dwalingen kluwen van zogenaamde
kennis, hebben niet geprobeerd te bewijzen dat hun kennis, kennis is
- 2. Zintuigen
2.a. argument van de illusie (vb stok in water ziet er anders uit)
2.b. argument van de droom( vb. je kan idee hebben dat je iets echt is maar
eign ben je aan het dromen
10