Zeer uitgebreide samenvatting van alle literatuur voor Politie & Veiligheid
121 keer bekeken 18 keer verkocht
Vak
Politie en Veiligheid (R_POLVEIL)
Instelling
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Zeer uitgebreide samenvatting van alle literatuur voor Politie & Veiligheid. Met alle voorgeschreven artikelen van jaar 2024/2025 en de literatuur uit het voorgeschreven boek.
Hoofdstuk 1: De modernisering van de Nederlandse politie: een drietrapsraket?
1.1 Een burgelijke politie in de knel
Hoofdstuk 1.1 beschrijft de moeilijke positie van de Nederlandse burgerlijke politie vanaf de
jaren zestig. Na een periode van stabiliteit en maatschappelijk aanzien, kwam de politie steeds
meer onder druk te staan door maatschappelijke veranderingen en kritiek.
Jaren '60: Nieuwe Uitdagingen en Kritiek:
• Sociale veranderingen: De jaren zestig bracht grote sociale veranderingen met zich
mee, zoals individualisering, emancipatie en de opkomst van protestbewegingen.
• Kritiek op de politie: De politie, gewend aan een gehoorzame bevolking, kreeg te maken
met kritiek en verzet vanuit deze bewegingen. Ze werden gezien als ouderwets,
autoritair en repressief.
• Toevoeging van taken: Tegelijkertijd kreeg de politie er taken bij, zoals de bestrijding van
georganiseerde misdaad en terrorisme.
• Verhoging werkdruk: Deze factoren leidden tot een verhoging van de werkdruk en een
daling van het moreel onder politieagenten.
Jaren '80 - '00: Terrorisme en Bezuinigingen:
• Terrorismedreiging: De opkomst van terrorisme, met aanslagen zoals die op het World
Trade Center in 2001, zorgde voor nieuwe uitdagingen voor de politie.
• Bezuinigingen: Tegelijkertijd werden er bezuinigingen doorgevoerd bij de politie,
waardoor er minder middelen en personeel beschikbaar waren.
De combinatie van toenemende criminaliteit, maatschappelijke onrust, terroristische
dreigingen en bezuinigingen zorgde ervoor dat de burgerlijke politie in de knel kwam.
1.2 De burger vraagt om aandacht
De veranderende relatie tussen de Nederlandse burger en de politie vanaf de jaren zestig. De
toenemende welvaart en de opkomst van een meer geëmancipeerde samenleving leidde tot
hogere verwachtingen van de burger ten opzichte van de overheid en haar instituties,
waaronder de politie.
Veranderende Verwachtingen en Kritiek:
• Individualisering en Emancipatie: De burger werd mondiger en kritischer, en eiste meer
inspraak en maatwerk van de overheid. Dit gold ook voor de politie.
• Verwachtingen versus Realiteit: De toegenomen welvaart ging niet gepaard met een
afname van criminaliteit. Sterker nog, nieuwe vormen van criminaliteit, zoals
georganiseerde misdaad, deden hun intrede. Dit leidde tot een discrepantie tussen de
verwachtingen van de burger en de realiteit.
, • Ontevredenheid over Politieoptreden: De toegenomen mondigheid van de burger uitte
zich ook in ontevredenheid over het politieoptreden. Dit kwam onder andere tot uiting in
kritiek op politiegeweld en discriminatie.
De Politiek Reageert:
• Meer Aandacht voor Slachtoffers: De politiek reageerde op deze ontwikkelingen door
meer aandacht te besteden aan de positie van het slachtoffer in het strafrecht.
• Modernisering Politie: Ook werd ingezet op modernisering van de politie, onder andere
door de introductie van nieuwe communicatiemiddelen en betere opleidingen.
• Beperkte Resultaten: Deze maatregelen hadden echter niet direct het gewenste effect.
De kloof tussen burger en politie bleef bestaan, en de roep om meer blauw op straat en
een hardere aanpak van criminaliteit bleef bestaan.
Het laat zien dat de toegenomen welvaart en individualisering in de jaren zestig niet alleen
leidden tot hogere verwachtingen van de burger, maar ook tot meer criminaliteit en
onveiligheidsgevoelens. De politie, zelf ook onderhevig aan de veranderende tijdgeest, had
moeite om aan deze nieuwe verwachtingen te voldoen. Dit leidde tot spanningen tussen burger
en politie, die in de decennia die volgden alleen maar zouden toenemen.
1.3 Een fragiel bouwwerk
Hoofdstuk 1.3 gaat dieper in op de organisatorische structuur van de Nederlandse politie en
beargumenteert dat deze structuur inherent kwetsbaar is. De auteurs beschrijven de politie als
een organisatie met twee gezichten: enerzijds een hiërarchische, bureaucratische organisatie
met een lange geschiedenis, anderzijds een organisatie die te maken heeft met snelle
maatschappelijke veranderingen en complexe uitdagingen.
Kenmerken van de Fragiele Structuur:
• Spanningsveld tussen Bureaucratie en Flexibiliteit: De politie kampt met de moeilijke
evenwichtsoefening tussen het handhaven van een hiërarchische structuur die
noodzakelijk is voor eenheid van commando en duidelijke verantwoordelijkheden, en de
behoefte aan flexibiliteit en slagvaardigheid om adequaat in te kunnen spelen op snel
veranderende omstandigheden en nieuwe vormen van criminaliteit.
• Gebrek aan Eenheid: Ondanks pogingen tot centralisatie en uniformering, blijft de
Nederlandse politie tot op zekere hoogte een verzameling van regionale korpsen met elk
hun eigen cultuur en werkwijze. Dit gebrek aan daadwerkelijke eenheid kan de
slagvaardigheid en efficiëntie van de politie in de weg staan.
• Invloed van Externe Factoren: De politie is in sterke mate afhankelijk van politieke
besluitvorming en de beschikbaarheid van financiële middelen. Deze externe factoren
kunnen een grote invloed hebben op de prioriteiten van de politie en de middelen die zij
tot haar beschikking heeft.
Gevolgen van de Fragiele Structuur:
• Moeizame Besluitvorming: De complexe en bureaucratische structuur kan leiden tot
trage en stroperige besluitvormingsprocessen.
, • Gebrek aan Slagvaardigheid: De politie is niet altijd in staat om snel en adequaat te
reageren op crisissituaties, zoals blijkt uit de moeizame coördinatie en communicatie
tijdens de rellen in Amsterdam in 1980.
De titel van het hoofdstuk, "Een fragiel bouwwerk", vat de kernboodschap goed samen. De
organisatiestructuur van de Nederlandse politie is complex en kwetsbaar, en vereist
voortdurende aandacht en aanpassing om effectief te kunnen blijven functioneren in een snel
veranderende maatschappij. De auteurs suggereren dat er behoefte is aan een meer flexibele
en slagvaardige structuur, zonder daarbij de inherente principes van eenheid van commando
en democratische controle los te laten.
1.4 Politie op drift
Hoofdstuk 1.4 beschrijft een periode van toenemende verwarring en onzekerheid binnen de
Nederlandse politie vanaf de jaren '90. De politie bevond zich in een spagaat tussen haar
traditionele rol van misdaadbestrijding en de groeiende verwachtingen vanuit de samenleving.
Veranderende context vanaf de jaren '90:
• Opkomst van Nieuw Rechts: De opkomst van populistische, rechtse politieke
stromingen, met een focus op law and order en een hardere aanpak van criminaliteit,
zette de politie onder druk.
• Internationalisering en Terrorisme: De aanslagen van 11 september 2001 markeerden
een keerpunt in de internationale politiek en hadden grote gevolgen voor de prioriteiten
en werkwijze van de politie.
• Nadruk op Bezuinigingen: Tegelijkertijd werd de politie geconfronteerd met
bezuinigingen en reorganisaties, wat leidde tot een verhoogde werkdruk en een afname
van de motivatie onder politieagenten.
Gevolgen voor de Politie:
• Identiteitscrisis: De combinatie van deze factoren leidde tot een identiteitscrisis binnen
de politie. Wat was de kerntaak van de politie: het handhaven van de openbare orde, het
opsporen van criminelen, of het bieden van hulp en dienstverlening aan burgers?
• Verlies van Vertrouwen: De toegenomen werkdruk, de negatieve beeldvorming in de
media en het gevoel niet gehoord te worden door de politiek, leidden tot een daling van
het vertrouwen van politieagenten in hun eigen organisatie en in de politiek.
• Polarisatie: De toegenomen druk vanuit de samenleving en de politiek leidde tot
polarisatie binnen de politie zelf. Sommige agenten pleitten voor een hardere aanpak,
terwijl anderen juist de nadruk legden op deëscalatie en dialoog.
Dit hoofdstuk schetst een beeld van een politieorganisatie die worstelt met haar identiteit en
haar plaats in de samenleving. De toegenomen druk vanuit de politiek, de media en de
samenleving, in combinatie met bezuinigingen en reorganisaties, heeft geleid tot een verlies
aan vertrouwen en een gevoel van stuurloosheid binnen de politie. Deze ontwikkelingen vormen
een belangrijke verklaring voor de problemen waar de Nederlandse politie in de 21e eeuw mee
te maken heeft.
, 1.5 Een gesmede eenheid
Hoofdstuk 1.5 behandelt de roep om centralisatie en uniformering binnen de Nederlandse
politie die vanaf de jaren '90 steeds luider klonk. De roep om één nationale politie, in plaats van
de 25 regionale korpsen die op dat moment bestonden, werd gevoed door een aantal factoren
die in dit hoofdstuk worden beschreven.
Argumenten voor Centralisatie:
• Bestrijding Georganiseerde Misdaad: De toenemende internationalisering van
criminaliteit, met name de opkomst van georganiseerde misdaad, vroeg om een meer
gecoördineerde aanpak die de grenzen van de regionale korpsen oversteeg.
• Efficiëntie en Effectiviteit: Een landelijke politie zou efficiënter en effectiever kunnen
opereren, zo was de gedachte, door het wegnemen van bureaucratische barrières en
het bevorderen van kennisdeling en expertise.
• Politieke Druk: De roep om een krachtigere en meer zichtbare overheid, gevoed door de
opkomst van populistische partijen, leidde tot politieke druk om de politie te
centraliseren en te hervormen.
De Weg naar Eén Nationale Politie:
• Commissie-Opstelten (2010): Na jaren van discussie en voorbereiding presenteerde de
commissie-Opstelten in 2010 een plan voor de vorming van één nationale politie. Dit
plan vormde de basis voor de reorganisatie die in de jaren daarna zou plaatsvinden.
• Invoering Nationale Politie (2013): Op 1 januari 2013 was het zover: de 25 regionale
korpsen werden samengevoegd tot één Nationale Politie, onder leiding van een
korpschef en aangestuurd door de minister van Veiligheid en Justitie.
Een Gesmede Eenheid?
De titel van het hoofdstuk, "Een Gesmede Eenheid", suggereert dat de totstandkoming van de
Nationale Politie geen vanzelfsprekendheid was, maar een moeizaam proces van politieke en
organisatorische hervormingen.
Hoewel de vorming van één nationale politie op papier een logische stap leek, bleven er in de
praktijk uitdagingen bestaan:
• Cultuurverschillen: Het samenvoegen van 25 korpsen met elk hun eigen cultuur,
werkwijze en identiteit bleek een complex proces.
• Bureaucratie: De vrees bestond dat de centralisatie zou leiden tot een toename van
bureaucratie en een afname van de lokale binding en responsiviteit.
• Te Hoge Verwachtingen: De invoering van de Nationale Politie ging gepaard met hoge
verwachtingen. Het was echter de vraag of de nieuwe structuur op korte termijn alle
problemen zou kunnen oplossen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisabuwalda. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,48. Je zit daarna nergens aan vast.