Aan de hand van deze uitwerking het vak afgerond met een 8.7:
In dit document zijn de hoorcolleges van het vak hersenen en gedrag die gelden voor de premaster (forensische) orthopedagogiek uitgewerkt. Op de eerste pagina is te zien welke colleges dit zijn. Tijdens de colleges heb ik meegetypt en o...
Tentamenstof:
Cellen en informatieoverdracht
Zenuwcellen, zenuwprikkels, prikkeloverdracht, synapsen en de basale werking van
medicijnen/drugs.
College 1 Stof: 1.1_NerveCells
College 2 Stof 1.2_NerveImpulse, 1.3_Synapse, 1.4_ChemicalEvents
College 3 (van het begin t/m slide 43, tot 1;33 uur) Stof 1.4_ChemicalEvents,
1.5b_Drugs&Addictions
Structuur en functie
Anatomie van het zenuwstelsel, de organisatie van de cerebrale cortex, zintuigen, motoriek,
emotie, geheugen, taal, aandacht, asymmetrie
College 4 Stof: 2.1_Anatomie
College 5 Stof: 2.2_TheCortex, 2.3_Senses, 2.3d_Motoriek
College 6
Stof: 2.4a_Emotion, 3.1_Memory, 3.2_Language, 3.3_Attention, 2.5_Lateralization
Ontwikkeling en plasticiteit
Ontwikkeling van de hersenen, spina bifida, plasticiteit, en het aanpassingsvermogen van het
zich ontwikkelende brein
College 9 (vanaf slide 20, 0:28 uur tot het einde)
Stof: Trauma1, Teratogenen
Onderzoek
Neurologisch en neuropsychologisch onderzoek
College 7 (vanaf slide 33 1:22 uur tot het einde)
College 13 Gastcollege Inge de Vlieger
Stoornissen
Verworven hersenletsel door hersenschudding, teratogenen of infecties, Stoornissen met
een multifactoriële etiologie: ASS en ADHD.
College 10 Stof: Trauma2, Meningitis, Cerebrale parese
College 11 (van het begin t/m slide 39, 0:56 uur)
Stof: Autisme2, ADHD
,Hersenen en gedrag
Hoorcollege 1
Waarom dit vak?
- Ons gedrag wordt gestuurd door ons brein
- Wat weten we van biologische factoren die stoornissen veroorzaken?
- We gaan een biologisch standpunt innemen
- Functie en disfunctie beter begrijpen/ verklaren
- Beter begrijpen van een stoornis
o Bijvoorbeeld autisme
- Herkennen van gedragsproblemen met een neurologische oorzaak → evalueren van
ontwikkelingsmogelijkheden
o Cerebrale parese (spasme)
- Kennis van nevenvakgebieden bevordert multidisciplinaire samenwerking (psychiater,
neuroloog etc.)
Overzicht:
- Cellen en informatieoverdracht
o Cellen, communicatie, medicijnen en drugs/verslaving
- Hersenstructuur & hersenfunctie
o Anatomie, zintuigen, motoriek, emotie, geheugen, taal en aandacht
- Onderzoek
o Beeldvormende technieken
o Gastcollege: kinderneuropsychologisch onderzoek
- Ontwikkeling & plasticiteit
o Ontwikkeling
o Aanpassingen na beschadigingen
Stoornissen:
- Spina bifida - Tourette
- Cerebrale parese - Epilepsie
- ADHD - Verworven hersenletsel:
- Dyslexie o Trauma
- ASS o Teratogenen
o Meningitis (hersenvliesontsteking)
Het brein:
Mensen hebben een brein om te communiceren met en reageren op hun omgeving.
- Communicatie!
o Van de mens met zijn omgeving
▪ Input (zintuiglijk) → verwerking (taal) → output
▪ Zintuigen → blackbox → motoriek
o Van hersencellen met elkaar
o Van de hersenen met het lichaam
Het centraal zenuwstelsel:
Bestaat uit:
- De hersenen
- Ruggenmerg
Het perifere zenuwstelsel geeft signalen door van het ruggenmerg aan spieren
(gaan we inhoudelijk niet verder op in dit vak)
,Hersenen en gedrag
Cellen en informatieoverdracht
- Hersencellen
o Neuronen
o Gliacellen
- Het brein en zijn omgeving
o Zintuigelijke input & motorische output
o Bloed-hersenbarrière
- Elektrische prikkels
- Rustpotentiaal
- Actiepotentiaal
- Graduele potentiaal
Hersencellen
De hersenen zijn opgebouwd uit twee soorten cellen:
- Neuron = zenuwcel
- Gliacel = steuncel
Dit zijn lichaamscellen, lichaamscellen zijn als volgt opgebouwd:
- Celmembraan (de inhoud van een cel wordt afgescheiden, er
vindt uitwisseling plaats met de omgeving d.m.v.
kanalen/poriën)
o Kanalen/poriën
- Celkern
o Genetisch materiaal (genen liggen op chromosomen)
- Mitochondriën
o Energievoorziening (verbranden van glucose uit voedsel waardoor energie vrijkomt,
met deze energie allerlei processen uitvoeren)
- Ribosomen
o Maken eiwitten
Neuron:
- Een neuron is een speciale lichaamscel
- Een neuron is speciaal uitgerust om te
kunnen communiceren. Het is een
informatieverwerker en onderscheidt
zich daarmee van andere lichaamscellen.
- Een neuron heeft dendrieten (uitlopers)
en een axon (paars), dit hebben andere
cellen niet.
- Dendrieten:
o Ontvangen informatie van andere neuronen
o Veel per cel
o → De input
- Soma/cellichamen
o Integreert informatie (telt alles bij elkaar op)
o → input → putput →
- Axonen:
o Vervoeren zenuwimpulsen (de informatiestroom gaat
door)
o Eén axon per cel
o Axonen kunnen erg lang zijn, maar ook heel kort, van hersenen naar
staartbeen bijvoorbeeld.
, Hersenen en gedrag
o Input → putput → throughput →
- Presynaptische terminal:
o Een axon splitst, helemaal aan het eind zitten een soort van
‘eindknopjes’ → ‘presynaptische terminal’ ‘synaps = het contact
tussen twee verschillende cellen’
o Die geeft informatie af aan een volgende cel (aan de dendrieten van
de volgende cel)
o Input → putput → throughuput → output
Dit proces komt later nog gedetailleerder terug!
Dendriet → soma → axon → presynaptische
terminal
Het gele blokje → de celkern
Gliacellen:
Functies van gliacellen:
- Ondersteunen de functies van neuronen. Zijn geen informatieverwerkers zoals neuronen,
hebben geen axonen. Ze ondersteunen.
- De helft van het hersenvolume bestaat uit gliacellen
- Beïnvloeden de communicatie/informatieverwerking.
- Geven letterlijke steun, fysiek doordat ze er zijn heeft de puddingachtige massa van de
hersenen meer steun, vullen letterlijk op.
- Aan/afvoer van stoffen via het bloed
(voeding/herstel). Geeft voedingsstoffen uit
het bloed af aan de dendriet van een neuron.
- Productie hersenvloeistof
- Maken myeline, één gliacel kan wel 20 tot 30
axonen tegelijk van myeline voorzien.
- Myeline ligt om axonen heen (vergelijkbaar
met het plasticdraadje om de oplader van de
telefoon). De informatie die door de axon
loopt wordt beschermd door myeline. Een
vettige substantie die ervoor zorgt dat de informatie die door de axon
loopt niet weglekt en efficiënt vervoerd kan worden.
- Rol in afweer tegen virussen en schimmels: microglia
- Rol bij de ontwikkeling van de hersenen
Samengevat de functies van gliacellen:
- (fysieke) steun
- Aan/afvoer stoffen
- Maken hersenvloeistof
- Maken myeline
- Spelen een rol bij de afweer
- Rol in ontwikkeling.
Oligodendrocyte is een gliacel die myeline maakt
Astrocyte maakt contact met een bloedvat en een
neuron dus kan doorgeven.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper veraolieslagers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.