100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Forensische Biologie II (BIO2.2.) Werkcolleges (ALLE) €5,49   In winkelwagen

Antwoorden

Forensische Biologie II (BIO2.2.) Werkcolleges (ALLE)

1 beoordeling
 122 keer bekeken  5 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Alle antwoorden van de werkcolleges van het vak Forensische Biologie II (BIO2.2) aan de Hogeschool van Amsterdam. Dit vak wordt gegeven bij de opleiding Forensisch Onderzoek. Dit is inclusief de extra vragen die tijdens de werkcolleges werden gegeven.

Laatste update van het document: 4 jaar geleden

Voorbeeld 3 van de 25  pagina's

  • 16 januari 2020
  • 20 januari 2020
  • 25
  • 2019/2020
  • Antwoorden
  • Onbekend

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: roosaliefati • 4 jaar geleden

avatar-seller
Forensische biologie werkcollege 1 – taxonomie

Vragen H14
1. Which species concept would be most useful for identifying species while being in the field?
Explain why.
De morfologische soortconcept, deze is alleen gebaseerd op uiterlijk. Informatie over
reproductie, ecologie of evolutionaire geschiedenis is niet nodig

2. Two closely related cichlids (certain kind of fish) live in lake Victoria, but one feeds on algae
along the shoreline, and the other is a bottom feeder in deep water. This is an example of
habitat isolation, which is a prezygotic reproductive barrier.

3. Which of the following is an example of a postzygotic reproductive barrier?
a. One special kind of plant lives on acid soil, another one of the same genus lives on
basic soil.
b. Two different species of ducks mate at different times year
c. Two species of leopard frogs have different mating calls
d. Hybrid offspring of two species of a certain weed always die before reproducing
e. Pollen of one kind of tobacco cannot fertilize another kind

4. What prevent horses and donkeys from hybridizing to form a new species?
a. Limited hybrid fertility
b. Limited hybrid viability
c. Hybrid breakdown
d. Gametic isolation
e. Prezygotic barrier

5. Explain how each of the following makes it difficult to clearly define a species: variation
within a species, geographically isolated populations, asexual species, fossil organisms.
Variation within a species  Verschillende fysieke verschijningsvormen kunnen voorkomen
binnen een soort, maar kunnen ook duiden op verschillende soorten.

Geographically isolated populations  het is onduidelijk of deze populaties wel of niet
samen nakomelingen kunnen krijgen

Asexual species  kruisen niet met andere organismen, maar planten uit zichzelf voort.
Deze kunnen niet paren en vruchtbare nakomelingen produceren, daarom is het biologisch
soortconcept niet op hen van toepassing

Fossil organisms  Er kan nu niet meer bepaald worden of organismen die nu fossielen zijn,
vruchtbare nakomelingen konden krijgen.

Vragen H15
1. Human forearms and a bat’s wing are: homologous/analogous? Explain.
Ze hebben verschillende functies, maar de botten hebben dezelfde opbouw (zelfde
voorouder)

A bat’s wing and an bee’s wing are: homologous/analogous? Explain.
Ze hebben dezelfde functie (vliegen) , maar zijn niet afkomstig van dezelfde voorouder.

, 2. How much of the classification in figure 15.15A do we (humans) share with the domestic cat?
Het domein (eukaryoten), het rijk (Animalia), de stam (chordata, gewervelden), de klasse
(mammalia, zoogdieren)

3. What types of molecules should be compared to help determine whether fungi are more
closely related to plants or to animals.
DNA dat codeert voor rRNA. Omdat deze organismen al zo lang geleden gedivergeerd zijn,
kun je dit onderzoek het beste uitvoeren aan moleculen die erg langzaam
veranderen/muteren.

4. Which of the following could provide the best data for determining the phylogeny of very
closely related species?
a. The fossil record
b. An analysis of their morphological differences and similarities
c. A comparison of nucleotide sequences in homologous genes and mitochondrial
DNA
d. A comparison of their ribosomal DNA-sequences

5. Which are more likely to be closely related: two species with similar appearance but
divergent gene sequences, or two species with different appearances but nearly identical
genes? Explain.
Kleine genetische veranderingen kunnen al voor zichtbare fysieke veranderingen zorgen. Als
er veel genetische verschillen zijn, maar een gelijk uiterlijk kan dit komen door analoge
ontwikkeling van de kenmerken (het is dus geen homologie)

6. A paleontologist compares fossils from three dinosaurs and Archeaopteryx, the earliest
known bird. The following table shows the distribution of characters for each species, where
‘1’ means that the trait is present and ‘0’ means it is not. The outgroup had none of the traits.
Arrange these species on the phylogenetic tree below and indicate the derived character that
defines each branch point.

Trait Velociraptor Coelophyisis Archeopteryx Allosaurus Outgroup
Hollow bones 1 1 1 1 0
Three 1 0 1 1 0
fingered hand
Half-moon- 1 0 1 0 0
shaped wrist
bone
Reversed first 0 0 1 0 0
toe

Ancestor Outgroup


Hollow bones Coelophyisis

Three fingered
Allosaurus
hand
Half-moon-shaped
wrist bone Velociraptor



Reversed first toe Archeopteryx

, 7. Wat is parsimony?
De zoektocht naar de eenvoudigste verklaring voor waargenomen verschijnselen.
Systematiek: de eenvoudigste hypothesen consistent met de gegevens zijn waarschijnlijk de
juiste.
Fylogenetische bomen: die kleinste aantal evolutionaire veranderingen vertegenwoordigen

Voorbeeld tentamenvragen
De naamgeving van een soort is altijd minimaal tweeledig, de naam bestaat uit de volgende
onderdelen:
Genusnaam en dan soortnaam

Wat is het grootste taxon in de biologie?
Domein

Zelf opzoeken
Taxonomie van de moderne mens
• Beschrijf de eenvoudige taxonomie (8 taxons)
o Domein – eukaryoten
o Rijk – Animalia (Dieren)
o Stam – Chordata (Chordadieren)
o Klasse – Mammalia (Zoogdieren)
o Orde – Primates (Primaten)
o Familie – Hominidae
o Geslacht – Homo (Mensen)
o Soort – sapiens
• Wie zijn er allemaal familie van ons (soorten uit dezelfde familie)
o Gorilla's, chimpansees, orang-oetans, bonobo's

Zoek op: de lijger en teeuw
• Beargumenteer, uitgaande van het biologisch soortconcept, of de tijger en de leeuw nu wel
of niet tot verschillende soorten gerekend moeten worden
o Kruising ontstaat alleen door invloed van de mens en komen elkaar niet in het wild
tegen.

Bedenk ezelsbruggetje voor volgorde:
• Domein, rijk, stam, klasse, orde, familie, genus, soort
• Dr. sk. of gs.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper myrthemetselaars. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 76669 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  5x  verkocht
  • (1)
  Kopen