In dit document worden alle belangrijke begrippen voor het vak Sociale Psychologie uitgebreid beantwoord. Dit is een erg goede basis voor de voorbereiding op het tentamen. Het vak Sociale Psychologie is onderdeel van de minor Toegepaste Psychologie aan de Hogeschool Utrecht.
Sociale psychologie - PB0012 Open Universiteit - Elliot Aronson 9e editie
Alles voor dit studieboek (202)
Geschreven voor
Hogeschool Utrecht (HU)
Toegepaste Psychologie
Sociale Psychologie
Alle documenten voor dit vak (16)
Verkoper
Volgen
merelvanzijl
Voorbeeld van de inhoud
Begrippen sociale psychologie
H1)
● Sociale psychologie: wetenschap die bestudeert hoe gedachten, gevoelens
en gedragingen van mensen worden beïnvloed door de echte of denkbeeldige
aanwezigheid van anderen.
● Sociale invloed: we worden allemaal beïnvloed door andere mensen.
● Empirisch: Op waarneming en/of onderzoek gebaseerd.
● Hypothese: een voorlopige waarheid die nog niet is bewezen.
● Construct: de manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen,
begrijpen en interpreteren.
● Determinant: bepalende factor in een ontwikkeling of toestand.
● Fundamentele attributiefout: de neiging om ons eigen en anderen hun
gedrag volledig toe te schrijven aan persoonlijkheidskenmerken en het effect
van de sociale invloed en de acute situatie te onderschatten.
● Attributie: toeschrijven van oorzaken aan het eigen of andermans gedrag en
het daarmee voorzien van verklaringen.
H2)
● Handsight bias: De neiging van mensen om de uitkomst van een voorspelling
die ze hebben te overdrijven nadat ze te weten zijn gekomen hoe die uitkomst
eruit ziet.
● Onderzoeksmethoden: observationeel= beschrijven;
correlationeel=voorspelling; experimenteel= causaliteit.
H3)
● Sociale cognitie: hoe mensen denken over zichzelf en de wereld.
● Automatisch denken: denken dat onbewust en zonder inspanning plaatsvindt.
● Schema’s: mentale structuren waarmee we onze kennis over de sociale
wereld organiseren. Ze beïnvloeden de informatie die we opmerken, waardoor
we nadenken en die we ons herinneren.
● Scripts: schema’s over specifieke gebeurtenissen.
● Priming: proces waarbij recente ervaringen de toegankelijkheid van een
schema, kenmerk of concept verhogen.
● Perseveratie-effect: de bevindingen die wij hebben over de opvattingen va
onszelf en de sociale wereld aanhouden ook al is het tegendeel bewezen.
● Bestraffingseffect: bevinding dat positieve opvattingen over de sociale wereld
waarvan bewezen wordt dat ze onjuist zijn, kunnen omslaan naar zeer
negatieve opvattingen.
● Selffulfilling prophecy: je verwacht iets van een persoon, waardoor jij je gaat
gedragen naar jouw eigen verwachting en jouw verwachting komt dus
, uiteindelijk uit, maar je weet dus nooit of jouw gedrag de andere persoon heeft
beïnvloed.
● Pygmalioneffect: positieve selffulfilling prophecy: als er positieve
verwachtingen zijn van mensen, gaan zij beter presteren.
● Zeigarnikeffect: fenomeen dat niet voltooide doelen het automatisch denken
blijven beheersen.
● Beoordelingsheuristieken: mentale aanname die mensen gebruiken om snel
en efficiënt te kunnen oordelen.
● Beschikbaarheidsheuristiek: mentale aanname waarbij mensen een oordeel
baseren op het gemak waarmee ze zich iets voor de geest kunnen halen.
● Representativiteitsheuristiek: mentale aanname waarbij mensen classificeren
op grond van de mate waarin het lijkt op een karakteristiek geval.
● Anker- en correctieheuristiek: mentale aanname waarbij mensen een getal
of waarde als beginpunt gebruiken en vervolgens onvoldoende op dit
ankerpunt corrigeren.
● Analytische denkstijl: concentreren op de kenmerken van objecten en niet de
omgeving ervan.
● Holistische denkstijl: concentreren op de context waarop objecten tot elkaar
zijn verhouden.
● Gecontroleerd denken: denken dat bewust en uit vrije wil plaatsvindt en
inspanning vereist.
● Tegenfeitelijk denken: aspect van het verleden op mentaal niveau veranderen
zodat je je kunt voorstellen hoe het had kunnen zijn.
● Gedachteonderdrukking: poging om alle gedachten over iets wat we zo snel
mogelijk willen vergeten, te vermijden.
● Barrière van overdreven zelfvertrouwen: Gegeven dat mensen gewoonlijk te
veel vertrouwen op de nauwkeurigheid van hun eigen oordelen.
H4)
● Sociale perceptie: manier waarop we een indruk vormen en conclusies
trekken van anderen.
● Coderen: uitdrukken van non-verbaal gedrag. (iemand een schouderklopje
geven)
● Decoderen: interpreteren van het uitdrukken van non-verbaal gedrag. (het
schouderklopje interpreteren als een minachting en niet als vriendelijkheid)
● Vermenging van affect: gezichtsuitdrukking waarin een deel van het gezicht
een andere emotie uitdrukt dan de andere kant van het gezicht.
● Manifestatieregels: cultureel bepaalde regels om te laten zien welke
non-verbale gedragingen gepast zijn.
● Emblemen: non-verbale gebaren met een duidelijke definitie binnen een
bepaalde cultuur (een opgestoken duim).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper merelvanzijl. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,66. Je zit daarna nergens aan vast.