Samenvatting Sociale psychologie 10e editie Elliot Aronson hoofdstukken 3 t/m 9 en 13
0 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Basiskennis psychologie 2.1 (TPVP23BP2)
Instelling
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Boek
Sociale psychologie vandaag
Samenvatting: Hoofdstuk 3 t/m 9 en hoofdstuk 13 van het boek: Sociale psychologie 10e editie geschreven door Elliot Aronson, Timothy D Wilson, Samuel R. Sommers, (Nederlandse vertaling:) Daphne van Loon, Niels Jacobs, Janneke Jolij, Lotte Pierik, Willem Vos
Deze samenvatting is geschreven voor d...
Samenvatting: Sociale psychologie 10e editie geschreven door Ellitot Aronson, Timothy D
Wilson, Samuel R. Sommers, (Nederlandse vertaling:) Daphne van Loon, Niels Jacobs,
Janneke Jolij, Lotte Pierik, Willem Vos
Hoofdstuk 3 Sociale psychologie
Sociale cognitie: hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld: het selecteren,
interpreteren, herinneren en gebruiken van sociale informatie om oordelen te vormen of
beslissingen te nemen
Automatisch denken: denken dat onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig en zonder
inspanning plaatsvindt
Gecontroleerd denken: denken dat bewust, opzettelijk en uit vrije wil plaatsvindt en
inspanning vereist
schema’s: mentale structuren die mensen gebruiken om hun kennis over de sociale wereld
te organiseren in categorieën en om nieuwe informatie te begrijpen
script: schema's over specifieke gebeurtenissen, beschrijving hoe zo een gebeurtenis
gewoonlijk verloopt (bijv. uiteten regels)
Sociale categorisatie: begrijpelijker maken van de wereld door mensen te categoriseren op
basis van enkele kenmerken, ook met plaatsen voorwerpen en situaties
Toegankelijkheid van schema’s: mate waarin schema’s en concepten zich op de voorgrond
van ons bewustzijn bevinden waardoor het waarschijnlijker is dat we deze gebruiken bij onze
interpretatie van de sociale wereld
sommigen zijn blijvend toegankelijk door eerdere levenservaringen (de 1 eigend
alcoholist gedrag toe aan vreemd gedrag en de ander bijv gilles de tourette,
afhankelijk van eigen ervaringen en schema’s)) en sommige zijn tijdelijk doordat je
op dat moment een doel nastreeft of doordat andere recente ervaringen in je hoofd
zitten
Priming: het proces waar recente ervaringen de toegankelijkheid van een schema, kenmerk
of concept verhogen
kan pas als primer functioneren als info zowel toegankelijk als toepasselijk is
onbewust denken
denken aan een moment dat je je machtig voelde helpt bij zelfverzekerdheid in
spannende situaties
Perservatie effect: fenomeen dat opvattingen van mensen over zichzelf en de sociale wereld
aanhouden, ondanks bewijzen van het tegendeel
bestraffing effect: het fenomeen dat positieve opvattingen over de sociale wereld waarvan
wordt bewezen dat ze onjuist zijn omslaan naar zeer negatieve opvattingen
bij het weerleggen van negatieve opvattingen stelde mensen niet zo extreem bij
Negativiteitsbias/ effect: verschijnsel dat we negatieve gebeurtenissen beter opmerken en
herinneren dan positieve
pygmalion effect: positieve uitkomst selffulfilling prophecy
golem effect: negatieve uitkomst selffulfilling prophecy
soms helpt een kleine afleidings periode voor het helpen van het maken van keuzes vooral
bij keuzes die complexer zijn met voor en nadelen is het onbewuste beter in het kiezen
voorkeur naar bewust denken met vragen met standaard regels bijv rekensommen
2 min bewust denken en 2 min afleiding voor goede keuze maken
nachtje over slapen helpt ook met goede keuzes maken
,beoordelings heuristiek: mentale vuistregel om snel en efficiënt te kunnen oordelen
-beschikbaarheidsheuristiek (oordeel baseren op hoe makkelijk je iets voor de geest
haalt)
-representativiteitsheuristiek (oordeel gebaseerd op mate waarop het op iets
vergelijkbaars lijkt, kan een soort tunnelvisie veroorzaken waardoor het de realiteit in
de weg staat
-anker- en correctie heuristiek: een mentale aanname waarbij mensen een getal of
waarde als beginpunt gebruiken en vervolgens (te) weinig op dit ankerpunt verkeren
(bijv rechter legt hogere straf op omdat die toevallig aan iets met een hoger getal
dacht)
-onderzoek Englich en Mussweiler: hogere straffen voor jongeren die
zeiden dat ze lange straf redelijk vonden vergeleken met jongeren die
een korte straf redelijk vonden
Ankerwaarden kunnen ons op 3 manieren beïnvloeden
1. als we een begin punt bepalen, halen we op selectieve wijze
informatie die daarmee in overeenstemming komt uit het geheugen
(vergroot toegankelijkheid van gedachten die hiermee overeenkomen)
2. zelf bekend met de informatie over anker waarden kunnen we zie niet
goed corrigeren en blijven ze te hoog (ook met bijv te duur object
kopen voor meer dan je normaal zou doen vanwege hoge startprijs)
3. Hoe meer kennis van een onderwerp hoe minder beïnvloed door
ankerwaarden
Analytische denkstijl: manier van denken die gebruikelijk is in de westerse wereld, waarin
mensen zich richten op de kenmerken van objecten en minder op de achtergrond en context
Holistische denkstijl: manier van denken, die gebruikelijk is in Oost-Aziatische culturen
waarbij mensen zich richten op het geheel, met name de wijze waarop objecten zich tot
elkaar verhouden (meer de achtergrond)
Persoon omringd door een groep:
Analytisch: kijkt naar het persoon in het midden
Holistisch: kijken naar de personen eromheen
Mensen kunnen beide manieren van denkstijlen aannemen maar door priming of door de
omgeving zal 1 denkstijl geactiveerd worden
Contrafeitelijk denken: een gebeurtenis uit het verleden ophalen en het veranderen in je
hoofd zodat je je kan voorstellen hoe het had kunnen zijn
opwaarts contrafeitelijk: hoe een situatie beter had kunnen verlopen
neerwaarts contrafeitelijk denken: hoe een situatie slechter had kunnen lopen
Hoe eenvoudiger het is om mentaal een gebeurtenis ongedaan te maken hoe ‘dichter’ we in
de buurt zaten. hoe makkelijker je het kan voorstellen hoe meer frustrerend het kan zijn
kan geloof versterken met opwaarts contrafeitelijk maar kan ook piekeren doen
ontstaan en heeft dan negatieve gevolgen. kan ook positieve uitwerkingen hebben ‘’had ik
maar wat harder gestudeerd’’ maar in het algemeen wordt neerwaarts meer met
psychologische gezondheid in verband gebracht
Gedachteonderdrukking: bewust niet nadenken over iets en het vermijden en zo snel
mogelijk willen vergeten
-manier om denkfouten te minimaliseren is om mensen bescheidener te maken over hun
inschattingsvermogen
, -barrière van overdreven zelfvertrouwen: gegeven dat mensen gewoonlijk teveel vertrouwen
op de nauwkeurigheid van hun eigen oordelen hebben
-planningsfout: mensen zijn te optimistisch over de tijd waarin de een project kunnen
voltooien
als je denkt aan de tijd van vorige keer die je nodig had kan je beter de tijd inschatten
leren over statistiek helpt beter te redeneren
Hoofdstuk 4 sociale psychologie
Sociale perceptie: de manier waarop we ons een indruk vormen van en conclusies trekken
over andere mensen
6 belangrijkste emoties; woede, blijdschap, verrassing, angst, afschuw en verdriet zijn
universeel en een algemene menselijke eigenschap
vermenging van affect: gelaatsuitdrukking waar een deel van het gezicht 1 emotie uitdrukt
en een andere deel een andere
manifestatie regels: cultuur bepaalde regels welke non verbale gedragingen gepast zijn om
te laten zien
emblemen: non-verbale symbolische handelingen die een specifiek verbale betekenis
hebben die de meeste mensen van die cultuur kent.1
Bij mensen die er betrouwbaar uitzagen werden emoties sneller herkend met name verdriet
en angst.
Thin-slicing: betekenisvolle conclusies trekken over eigenschappen van andere of producten
op grond van extreem korte uitingen van hun gedrag of eigenschappen.
primacy effect: eerste indruk veranderd hoe we nieuwe informatie interpreteren
belief perseverance: neiging vast te houden aan oorspronkelijk oordeel zelf als we tegendeel
bewijst krijgen
impressie management: bewuste of onbewuste pogingen om te bepalen hoe anderen jou
zien
attributietheorie: manier waarop mensen hun eigen en andermans gedrag verklaren
Fritz Heider
interne attributie: gevolgtrekking dat iemand zich op een bepaalde manier gedraagt
als gevolg van iets in de persoon zelf, zoals attitude, karakter of persoonlijkheid.
externe attributie: gedrag als gevolg van de situatie waarin iemand zich bevindt
covariatiemodel: een theorie die stelt dat om een attributie te kunnen maken over de
oorzaak van iemands gedrag, we systematisch kijken naar het patroon tussen het optreden
van het gedrag en de aan of afwezigheid van mogelijke causale factoren
3 kerntypen van informatie:
consensus
onderscheidend vermogen (distinctiviteit)
Consistentie
Informatie over consensus: info over de mate waarin anderen zich op dezelfde manier als de
actor gedragen ten opzichte van een bepaalde stimulus (bijv iedereen schreeuwt naar Jan)
Informatie over onderscheidend vermogen: info over de mate waarin de actor zich op
dezelfde manier gedraagt ten opzichte van verschillende stimulus: bijv schreeuwt iedereen
ook zo naar Klaas?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ankebouma. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,36. Je zit daarna nergens aan vast.