1
INTERNATIONAAL RECHT
INHOUDSTAFEL
1. BASISKENMERKEN VAN INTERNATIONAAL RECHT
DEEL 1: BRONNEN VAN INTERNATIONAAL RECHT
2. VERDRAGSRECHT
3. ANDERE BRONNEN VAN INTERNATIONAAL RECHT – VERHOUDING TUSSEN DE BRONNEN
4. VERHOUDING EN WISSELWERKINGEN TUSSEN INTERNATIONAAL EN NATIONAAL RECHT
DEEL 2: SUBJECTEN
5. STATEN
6. NIET-STATELKIJKE ACTOREN
DEEL 3: JURISDICTIE
7. JURISDICTIE OVER PERSONEN EN GRONDGEBIED
8. JURISDICTIE OVER ZEE, ANTARTICA EN DE RUIMTE
9. IMMUNITEITEN
DEEL 4: GESCHILLEN
10. STAATSAANSPRAKELIJKHEID
11. METHODEN VAN VREEDZAME GESCHILLENBESLECHTING
12. RECHTSHANDHAVING
DEEL 5: INTERNATIONALE ORGANISATIES
13. INTERNATIONALE ORGANISATIES: ALGEMENE ASPECTEN
14. MONDIALE INTENATIONALE ORGANISATIES: VN EN VN-FAMILIE
15. WERELDHANDELSORGANISATIE
16. REGIONALE INTERNATIONALE ORGANISATIES IN EUROPA
, 2
1. BASISKENMERKEN VAN INTERNATIONAAL RECHT
Een gelaagde rechtsorde
- Exclusieve bevoegdheid van de EU – gemeenschappelijk handelsbeleid
o Individuele landen kunnen dat niet, ze hebben die bevoegdheid afgestaan
Statuut van vluchtelingen
- Internationale bescherming vastgelegd in de conventie van Genève in 1951
o Behoefte aan permanente regeling
- Als je de nationaliteit hebt van een land, is het de bedoeling dat je door dat land beschermt wordt
o Vluchteling ontvlucht zijn land, hij wordt vervolgd, krijgt geen bescherming
- (Geen internationaal verdrag dat economische mobiliteiten voor migranten toekent)
- EU vs Raad van Europa
o EU: 27 leden
o RvEU: internationale organisatie met 46 leden, opgericht in 1949, EVRM opgesteld in 1950
§ EVRM wordt bewaakt door het EHRM
o Wat hebben ze te maken met vluchtelingen?
§ Uitspraken van het EHRM, verbod op foltering – betekent ook dat je een
vreemdeling niet mag terugduwen naar een land waar die vreemdeling in gevaar
bekeert
Covid-19
- VN-organisatie, WHO
o Regelingen voor landen wanneer er een pandemie, epidemie uitbreekt
- EU had geen bevoegdheid, langzamerhand zijn ze toch iets gaan doen
o Gezamenlijk aankopen van vaccins, en ervoor zorgen dat alle lidstaten vaccins ontvangen aan
een redelijke prijs
- EU heeft weinig bevoegdheid op het gebied van gezondheid omdat lidstaten die bevoegdheden niet
echt willen overdragen
Van coëxistentie naar coöperatie naar integratie
- Vrede van Westfalen verantwoordelijk voor het hedendaagse statensysteem, erkende dat staten
soevereiniteit hadden
- Verdrag van Versailles basis voor de Volkenbond, begin van het recht van coöperatie – meer
systematische, geïnstitualiseerde samenwerking
- Stroomversnelling in 1945, Verenigde Naties
o Door de VN zijn et tal al van nieuwe gespecialiseerde organisaties gekomen
- Recht van coöperatie krijgt een nieuwe dynamiek
- Europese Economische Gemeenschap
o Begin van een sterk EU, vrij verkeer van goederen, diensten…
o Gemeenschappelijke markt tot stand brengen
o Recht van integratie – bevoegdheden worden toebedeeld, gegeven. Bevoegdheden worden
door de lidstaten overgedragen naar EU – supranationale organisatie, met eigen autonomie
en onafhankelijkheid
o Recht van integratie gaat een stapje verder, moet het Europese belang behartigen, niet die
van de lidstaten
- Brexit referendum
o Curve ging steeds in stijgende lijn t.e.m. de brexit van VK
, 3
o Kan de Unie versplinterd worden? Recht van desintegratie? – Neen de EU is er sterker
uitgekomen, 27 lidstaten vormden 1 front
WAT IS INTERNATIONAAL RECHT?
Vroeger: betrekkingen tussen staten, volkenrecht, law of nations
Nu: tussen staten, tussen staten en IO’s, tussen IO’s, tussen staten en natuurlijke of rechtspersonen
- Heel wat andere internationale actoren ontstaan, en belangrijk geworden
Centrale actoren = nog steeds staten
- Staten blijven nog altijd dominant, zij zijn lid van de VN, zij zijn die geschillen voeren voor het
Internationaal Gerechtshof in Den Haag (enkel landen kunnen dispuut voeren, geen organisaties,
bedrijven…)
FUNCTIES VAN INTERNATIONAAL RECHT
1. Bevoegdheid volkenrechtelijke subjecten afbakenen
- In de ruimte, ratione territori
o Grenzen
- In de tijd, ratione temporis
o Als een land wegvalt en er komt een ander in de plaats
- Wat betreft de persoon, ratione personae
o Hoe het zit met de bevoegdheid van een land t.a.v. individuen, zelfs als we in het buitenland
zijn
- Wat het onderwerp betreft, ratione materiae
o Vooral van belang voor internationale instellingen
o Waarover zijn ze bevoegd? Welke bevoegdheden gekregen van lidstaten door verdrag
2. Regelen van coëxistentie van internationale rechtssubjecten
- Geschillenbeslechting en – preventie
- Gebruik van geweld
o Jus ad bellum = recht naar de oorlog toe, legaliteit van het geweldgebruik
§ Art 2, lid 4 Handvest van de VN- Geen geweld gebruiken en zelfs niet mee dreigen
tegen andere staten
§ Verbod van geweld, oorlogsvoering
§ Maar uitzonderingen
• Recht op zelfverdediging – art 51 Handvest
• Optreden van de Veiligheidsraad die verregaande bevoegdheden heeft om
in te grijpen in bestaande oorlogen - Hoofdstuk 7 Handvest
o Kan toelating geven aan staten om geweld te gebruiken
o Jus in bello = het is oorlog, welke gedragsregels gelden?
§ Geen burgerbevolking treffen, krijgsgevangen respecteren, bezette gebieden
behoorlijk behandelen
- Gebruik van grondgebied
o Behoort tot de territoriale soevereiniteit van een land
o Mag je zomaar alles doen wat je wilt?
, 4
§ Niet je grondgebied laten gebruiken voor doeleinden die andere staten benadelen –
bv: vervuilende fabriek op grens grondgebied – onrechtmatige daad in het
internationale recht
- Diplomatieke en consulaire betrekkingen
o Diplomaten nodig om landen te vertegenwoordigen, politieke en vreedzame betrekkingen
tussen landen regelen
o Consulaire betrekkingen zijn meer burgerrechtelijk administratieve zaken
- Staatsaansprakelijkheid
o Als een land zijn verplichtingen schendt
o Internationale recht van de onrechtmatige daad
o Manier tussen landen om gerechtigheid te bekomen
3. Regelen van internationale samenwerking tussen internationale rechtssubjecten
- Mondiale en regionale organisaties
- Mensenrechten, milieurecht, handelsrecht
o Hele hoop universele maar ook regionale mensenrechtenverklaringen
o Subtakken internationale recht
- Samenwerking kan zijn: coöperatie, integratie, global governance
KENMERKEN INTERNATIONAAL RECHT
1. Geen centrale wetgever
- In nationaal systeem: parlement
o Wetgever maakt wetten voor wetsonderhorigen
- In internationaal systeem: de wetgever valt samen met de wetsonderhorigen
o De staten zelf maken de regels via verdragen maar zijn ook de bestemmelingen voor de
naleving van die regels
o Staten = “wetgever” EN “wetsonderhorigen” = consensualisme
§ Geen enkele regel geldt voor staten, tenzij ze ermee akkoord gaan
• Uitz.: jus cogens en internationaal gewoonteerecht
o Jus cogens – art 54 Weens Verdragen Verdrag
§ Regels van de openbare orde in het internationale recht
o Internationaal gewoonterecht kan ook binden zijn voor landen
- Algemene Vergadering VN geen wereldwetgever
o Geen wereldparlement, er zitten geen parlementsleden in de Algemene Vergadering, maar
de diplomatieke vertegenwoordigers van de lidstaten. Het zijn regeringsvertegenwoordigers
o Algemene Vergadering heeft geen bindende bevoegdheid om wetten te stemmen, maar
neemt veel resoluties aan die soms bindend kunnen worden
- “Soevereine gelijkheid” van State = grondbeginsel (art 2, lid 1 VN-Handvest)